Brief regering; Verslag van de G20-top van 26-27 juni te Toronto, Canada. - G-20 - Hoofdinhoud

Deze brief is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 32429 - G-20.

Officiële titel	G-20; Brief regering; Verslag van de G20-top van 26-27 juni te Toronto, Canada.
Document­datum	05-07-2010
Publicatie­datum	06-07-2010
Nummer	KST324292
Kenmerk	32429, nr. 2
Externe link	originele PDF
Originele document in PDF

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2009–2010

32 429

G-20

Nr. 2

BRIEF VAN DE MINISTER PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2010

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Financiën, het verslag aan van de G20-top van 26–27 juni te Toronto, Canada.

De minister-president, Minister van Algemene Zaken, J. P. Balkenende

Verslag van de G20-top van 26–27 juni 2010 te Toronto, Canada

Op 26 en 27 juni kwamen in het Canadese Toronto de staatshoofden en regeringsleiders van de G20 bij elkaar. Voor Nederland namen ministerpresident Balkenende en minister De Jager deel.

Tijdens de Toronto top richtte de inzet van het Canadese voorzitterschap zich in eerste instantie op het herbevestigen van de Pittsburgh afspraken en de stand van zaken met betrekking tot de implementatie van de eerdere toppen. Minister-president Balkenende heeft in dit kader een pleidooi gehouden voor het stevig de hand te houden aan de in G20-kader gemaakte afspraken. In Zuid-Korea in november ligt op een aantal terreinen verdere besluitvorming voor, zoals bijvoorbeeld aangaande de hervorming van de kapitaalstandaarden en het IMF. Ook zullen de Koreanen de top verbreden en bijvoorbeeld meer aandacht besteden aan economische groei in ontwikkelingslanden.

Naast de aandacht voor implementatie van maatregelen markeerde de top een overgang van crisismaatregelen naar afstemming van economisch beleid ter bevordering voor economisch herstel en groei. In de aanloop naar Toronto bleek dat G20-landen bereid zijn om hun verantwoordelijkheden voorafgaand aan de top-bijeenkomsten te nemen. Zo kondigde China aan zijn wisselkoersregime flexibeler te maken, nam de VS stevige stappen om Wall Street (verder) te hervormen, schafte India inefficiënte energiesubsidies af en besloot de EU om uiterlijk eind juli de resultaten van de stress testen bij een aantal banken te gaan publiceren.

Nederland is tevreden over de resultaten van de top op het gebied van het Framework for Growth en de hervorming van de regelgeving van de financiële sector.

Framework for Growth

De discussies in Toronto hadden eerst en vooral tot doel om het prille economische herstel te laten beklijven. Hiertoe werd afgesproken om te komen tot zogenaamde «groeivriendelijke» begrotingsconsolidatie ten einde de risico’s en onzekerheden op de financiële markten te verminderen. De G20-leiders kwamen overeen dat in 2013 de tekorten ten minste met 50% teruggebracht dienen te worden en dat vanaf 2016 de staatsschulden op een duurzaam of neerwaarts pad moeten zitten. Dit is een minimum, landen met problemen zullen meer moeten doen en zullen eerder actie moeten ondernemen. Voor europa betekent dit dat er in de meeste gevallen meer gedaan moet worden, conform de Europese afspraken Twee andere pilaren ter ondersteuning van het economisch herstel zouden volgens de slotverklaring structurele hervormingen en flexibeler wisselkoersen moeten zijn. Daarnaast werden in Toronto betere sociale vangnetten in met name opkomende economieën en investeringen in infrastructuur gezien als manieren om de binnenlandse vraag op peil te houden en te komen tot evenwichtige groei.

Nederland onderschrijft deze aanbevelingen, waaronder de kwantitatieve doelstellingen voor de reductie van tekorten en schulden van de overheid. Daardoor geldt nu niet alleen voor de EU-lidstaten een concrete verplichting de overheidsfinanciën houdbaar te maken (in het kader van de buitensporig-tekortprocedures), maar ook voor niet EU-lidstaten.

In Pittsburgh hadden de G20-landen afgesproken dat ze elkaar de maat gaan nemen wanneer het gaat om macro-economisch beleid. In Toronto zijn er binnen het Framework for Strong, Sustainable and Balanced Growth voor vier categorieën landen concrete beleidsaanbevelingen vastgesteld (zie communiqué) die de groei sterker, duurzamer en evenwichtiger maken. Nederland valt in de categorie landen die overheidstekorten moeten verminderen, structurele hervormingen moeten doorvoeren en die de binnenlandse vraag moeten bevorderen, bijvoorbeeld door het investeringsklimaat verder te verbeteren.

Hervorming van de financiële sector

Een ander hoofdonderwerp van de top was de hervorming van de financiële sector. Veel deadlines voor de in Pittsburgh gemaakte afspraken vallen later in dit jaar. Tijd voor een momentopname dus, waarbij de G20-landen hun ambities om de financiële sector te hervormen herbevestigden. Minister De Jager heeft zich in Toronto hard gemaakt voor het aanscherpen van de kapitaaleisen en de regels voor financiële instellingen. Hier wordt sinds de G20-top in Washington hard aan gewerkt, en Nederland steunt dit proces ten zeerste. Dit moet er namelijk aan bijdragen dat de sector minder risico’s neemt en meer dienend wordt aan de echte economie.

Over de nieuwe kapitaalstandaarden heeft de G20 afgesproken dat het kapitaalniveau kwalitatief en kwantitatief hoog genoeg moet zijn om zonder overheidssteun een crisis te kunnen doorstaan van vergelijkbare omvang als de huidige. Het Basel Committee on Banking Supervision (BCBS) zal uitwerken wat dat betekent en zal ook voorstellen doen voor de overgangstermijnen. Over de kapitaalstandaarden zal in Seoul een uiteindelijke beslissing genomen worden.

Voorts was er overeenstemming in de G20 dat de financiële sector moet meebetalen aan de ingrepen in de sector, voorzover daar sprake van is geweest. Een manier om dat te doen is een bankenbelasting. De G20 heeft daarbij twee belangrijke aandachtspunten van Nederland expliciet benoemd, namelijk dat de invoering van een bankenbelasting zodanig moet geschieden dat het level playing field niet wordt verstoord en dat daarbij het economisch effect van de stapeling van maatregelen t.a.v. banken goed in het oog moet worden gehouden. De algemene notie is dat landen maatwerk mogen leveren omdat ze verschillend zijn. Sommigen hebben geen financiële instellingen hoeven redden, en/of hebben andere manieren om de rekening van omvallende banken bij de financiële sector te leggen, dus niet iedereen hoeft een bankbelasting in te voeren, dit was ondanks de inzet van Nederland en de rest van de Europese landen niet haalbaar.

Om prikkels in de financiële sector verder te verbeteren is ook afgesproken dat er systemen moeten komen die het bij elke financiële instelling mogelijk maken deze in voorkomende gevallen te ontmantelen zonder dat het de belastingbetaler geld kost. We hebben principes afgesproken waaraan dergelijke zogenaamde «resolution regimes» zullen moeten voldoen, zoals het laten neerslaan van verliezen bij de verantwoordelijken, het waarborgen van de continuïteit van de dienstverlening en een goede voorbereiding op de eventualiteit van ontmanteling. De Financial Stability Board (FSB) gaat voor de top in Seoul concrete aanbevelingen opstellen.

Tot slot was Nederland ingenomen met de herbevestiging van de aanpak van andere onderwerpen die mede dankzij Nederland sinds de G20 top in Washington op de agenda waren gekomen, zoals het beleid ten aanzien van beloningen, transparantie en toezicht op hedgefunds en de doelstelling om belasting-paradijzen, witwaspraktijken en terrorismefinan-ciering aan te pakken. Op Nederlands voorstel is ook expliciet afgesproken dat de implementatie van alle G20 afspraken gevolgd wordt via een systeem van peer review en periodieke doorlichting.

Hervorming Internationale Financiële Instellingen en ontwikkelingssamenwerking

In Toronto werd een tussenstand opgenomen van de hervormingen binnen het IMF. De tekst hierover uit het Busan communiqué van de G20 ministers van Financiën werd één op één overgenomen. Het komende half jaar wordt dit een belangrijk onderwerp. Bij de volgende G20-top in Seoul zullen immers besluiten moeten worden genomen over een pakket aan governance hervormingen, inclusief aanpassingen in de stemverhouding binnen het IMF. Deze besluiten moeten de komende maanden in de geëigende gremia worden voorbereid.

In Toronto werden door minister-president Balkenende en verschillende andere leiders verwijzingen gemaakt naar de gevolgen van de crisis voor ontwikkelingslanden. In het communiqué worden ook de Nederlandse aandachtsgebieden inclusive finance en de SME finance challenge (minister De Jager was bij de lancering aanwezig) genoemd. Daarnaast is er sprake van een verwijzing naar de MDG-top van september 2010. Het betreft hier volgens de G20-leiders een goede gelegenheid om acties overeen te komen om de MDG’s in 2015 te behalen en de committeringen te herbevestigen. Tevens werd het belang van vrije handel voor ontwikkeling benadrukt. Tenslotte werd er ten behoeve van de voorbereidingen van de Seoul top een G20-werkgroep over ontwikkelingssamenwerking in het leven geroepen.

Handel en klimaat

Met redelijk succes hebben de G20-landen, ondanks de grootste krimp van de wereldhandel in de afgelopen zeventig jaar en de daaropvolgende daling van de economische groei, protectionisme bestreden. De G20-landen concludeerden in Toronto tevreden: «We have succesfully maintained our strong commitment to resist protectionism.» De belofte om zich te onthouden van protectionisme werd verlengd tot 2013. De Nederlandse regering had wel wat verder willen gaan wat betreft het vrijmaken van handel, in het bijzonder voor de armste landen, en heeft daar ook voor gepleit, maar daar bleek te weinig steun voor te zijn.

Ten aanzien van klimaat werden de committeringen aan het onderhande-lings-proces onder UNFCCC herbevestigd en de inspanningen van het Mexicaanse voorzitterschap verwelkomd. Tevens werd op Frans verzoek in deze context een verwijzing naar innovatieve financiering opgenomen.

Rol Europa

Zoals toegezegd in het plenaire debat van de Europese Raad van 17 juni op 24 juni jl. zal in ingaan op de rol van Europa in de G20-top. Voorafgaand aan de G20-top sprak de Europese Unie tijdens de Europese Raad van 17 juni een gezamenlijke inzet af. Deze inzet gaf de hoofdlijnen voor de interventies van de EU en de uit de EU aanwezige lidstaten. De afgesproken Europese inzet bood de individuele EU-landen wel de gelegenheid om daar waar nodig eigen accenten te zetten. Nederland maakte hier gebruik bijvoorbeeld op het ontwikkelingssamenwerking-dossier en financiële sectorregulering.

Tijdens de top was er tussen de heren Van Rompuy en Barroso sprake van een taakverdeling per sessie. Hierdoor werd bewerkstelligd dat in tegenstelling tot voorheen, waarbij zowel de voorzitter van de Europese

Commissie als het roulerend voorzitterschap, de EU met één mond sprak. In Toronto heeft ER-voorzitter Van Rompuy gepleit voor gecoördineerde G20 gericht op begrotingsconsolidatie, structurele hervormingen (EU 2020), een ambitieus programma van financiële sectorhervormingen en een versterking van de economic governance binnen de eurozone. Commissie voorzitter Barroso heeft tijdens zijn interventie gezegd dat er belangrijke voortgang is geboekt met de uitvoering van de hervormingsagenda, hij benadrukte dat het belangrijk is dit ook te communiceren. Daarnaast gaf hij aan dat binnen de EU de wenst bestaat om een bankbelasting te hebben als deel van het «resolution framework» en dat een belasting op transacties verder zal moeten worden gezocht. Ook Merkel gaf aan voorstander te zijn van een bankenbelasting.

We kunnen tevreden zijn over het Europese optreden. Veel van de Europese wensen, met name op financieel-economisch terrein zijn in het slotcummuniqué opgenomen.