Aangeslagen maar nog niet verslagen - Hoofdinhoud
"Willen we deze klap te boven komen, zullen we moeten beginnen met antwoord geven op de vraag wat ons ten diepste drijft in de politiek."
De klap dreunt nog na als ik op donderdag 10 juni voor het eerst onze fractiekamer binnentreed. Slechts de helft van het aantal stoelen aan de vertrouwde ronde tafel is nog bezet. (Zie ook de video opnamen.) Van de 41 collega’s zijn er nog maar 21 over. Trek ik daar ook nog de zes CDA bewindslieden vanaf, dan resteren er welgeteld nog maar veertien collega’s van de vorige fractie en één nieuw verkozene. Maar ook voor de medewerkers van de CDA Tweede Kamerfractie zijn de gevolgen ingrijpend. Diezelfde dag worden de ca. 100 medewerkers geïnformeerd dat van ongeveer 50 van hen gedwongen afscheid moet worden genomen.
De fractievergadering in nieuwe samenstelling wordt die dag voorgezeten door Joop Atsma. Het fractiereglement schrijft voor dat het langst zittende Kamerlid de eerste fractievergadering leidt, waarin een nieuwe fractievoorzitter wordt gekozen. Nadat op de avond van de verkiezingen Jan Peter Balkenende zijn aftreden bekend had gemaakt als politiek leider van het CDA, was Maxime Verhagen de enige kandidaat voor het fractievoorzitterschap. Hij wordt als tijdelijk voorzitter van de CDA Tweede Kamerfractie gekozen. Voor de opvolging van Jan Peter Balkenende als politiek leider van het CDA zal door de partij een zorgvuldige procedure worden gevolgd.
De gebeurtenissen volgen die dag elkaar snel op als ook bekend wordt gemaakt dat Peter van Heeswijk is afgetreden als partijvoorzitter. Henk Bleker neemt tijdelijk het voorzitterschap waar.
Er zal door de partij binnen 14 dagen een evaluatiecommissie worden geïnstalleerd die zowel de oorzaken van de verkiezingsnederlaag zal onderzoeken alsook aanbevelingen zal doen voor de toekomst.
Een paar dagen later loop ik nog steeds rond met een gevoel alsof er een knoop in mijn buik zit. Het zal waarschijnlijk horen bij het rouwproces dat we nu moeten doormaken. Want als je in korte tijd zoveel collega’s te moeten verliezen dan kun je nauwelijks nog blij zijn met je eigen verkiezing. De afstraffing die het CDA van de kiezer heeft gekregen voelt ook een beetje als een persoonlijke afwijzing.
Het is te vroeg om nu al duidelijk antwoord te geven op de vraag hoe het zo fout heeft kunnen gaan. Het stof moet eerst nog wat neerdalen. Het is goed dat anderen, met meer afstand tot de dagelijkse politiek, hier hun licht over laten schijnen. Zelf heb ik destijds deel uitgemaakt van de commissie Gardeniers die de verkiezingsnederlaag van het CDA in 1994 heeft geëvalueerd. Er zijn veel parallellen te trekken.
Maar er is nu ook meer aan de hand. We leven in sterk veranderende en turbulente tijden. De tegenstellingen in onze samenleving zijn toegenomen en onze op politieke partijen gebaseerde representatieve democratie functioneert niet meer naar behoren.
Ook kan de vraag gesteld worden of het CDA in het huidige politieke landschap nog voldoende onderscheidend is. In hoeverre zijn wij nog een brede volkspartij die alle geledingen in de samenleving; jong en oud, stad en platteland, werknemer en ondernemer, weet aan te spreken met een eigen christendemocratische maatschappijvisie?
Gezien de laatste verkiezingsuitslag is er ook op dat vlak nog veel werk te verrichten. We hebben echter eerder bewezen over enorm veel veerkracht te bezitten door als CDA terug te komen van 29 naar 43 zetels.
Willen we de huidige klap echter te boven komen, dan zullen we moeten beginnen met antwoord te geven op de vraag wat ons ten diepste drijft in de politiek. Als het CDA nog niet bestond, waarom zou het dan nog vandaag opgericht moeten worden?
Ad Koppejan