Als er geen nieuws is na verschrikkelijk nieuws - Hoofdinhoud
De vliegramp in Tripoli domineert terecht het nieuws de afgelopen dagen. Politici stoppen een paar dagen met elkaar voor rotte vis uitmaken op tv programma’s en dat is ook terecht. Niemand in Nederland wil nu weten wat de een van de ideeen van de ander vindt, maar of er geliefden zijn omgekomen, hoe de ramp heeft kunnen ontstaan en hoe het met Ruben is.
Op zich weinig vragen, maar wel de kern van onze behoefte aan kennis over de ramp. Voor journalisten zijn dit rare tijden. Ze moeten het doen met flinters nieuws, aan experts vragen of ze al meer weten. Waar normaal een uitzending van het Journaal of TRL Nieuws moet woekeren met de tijd om in zo kort mogelijke items zo veel mogelijk informatie te stoppen, nu kan een hele uitzending gaan over weinig nieuw feiten en moet de nieuwslezer maar veel naar de bekende weg vragen.
Een cynische bijkomstigheid is dat het ziekenhuispersoneel in Libie heel anders omgaat met filmen in het ziekenhuis dan in Nederland. Er mochten gewoon camera’s aan het bed van de enige overlevende staan. Een Telegraafjournalist kreeg gewoon de telefoon van een arts en kon met Ruben spreken. Zo weten we uit eerste hand hoe het met hem gaat. De vraag is of we dat nou allemaal wel moeten willen weten. Moet je niet gewoon het verdriet en de pijn van de jongen als bekend veronderstellen en hem vooral met zijn oom en tante laten zijn?
Rouwen over zoiets verschrikkelijks duurt meestal drie tot vier jaar voor de mensen die iemand verloren hebben. Dat weten we wel. Maar laten we hopen dat de journalistiek zich niet met het rouwproces van al die mensen gaat bemoeien. Rouwen doe je alleen en met je naasten. Dat is geen nieuws. Dat is gewoon verschrikkelijk.