Angst regeert - Hoofdinhoud
De verkiezingen voor de Tweede Kamer hebben een stevige ruk naar rechts opgeleverd. Tien zetels erbij voor de VVD, vijftien voor de PVV. De linkse partijen verliezen er zeven en de christelijke politiek verliest de meeste zetels: 21.
Wat zegt dat ons? Mensen denken dat keihard bezuinigen het beste is om de crisis te bestrijden, mensen zijn bang voor de islam, mensen voelen zich onveilig, mensen zijn teleurgesteld in hun oude partij en in de demissionaire regeringscoalitie. Hoe gegrond die sentimenten zijn kun je je wel afvragen, als je reportages ziet uit gemeenten en streken waar weinig moslims wonen en waar bewoners toch verklaren dat ze vanwege ‘die buitenlanders’ op de PVV hebben gestemd.
We weten de precieze verschuivingen van stemmen nog niet, maar zien wel dat het zuiden vroeger gedomineerd werd door het CDA (en voorheen de KVP) en dat daar de PVV sterk heeft gewonnen. Mijn inschatting is, dat onvrede over de persoon Balkenende daar een belangrijke rol heeft gespeeld. Had het CDA de katholieke Limburger Camiel Eurlings als lijsttrekker naar voren geschoven, dan was de schade waarschijnlijk beperkt gebleven.
De schade in het zuiden kan ook te maken hebben met de gegroeide afkeer van de rooms-katholieke kerk, na het bekend worden van oude seksschandalen binnen dat instituut. En met de daadkracht die Limburger Wilders wél uitstraalt.
De ChristenUnie had gehoopt haar zes zetels vast te houden, maar door de nek-aan-nekrace die op het laatst ontstond tussen Rutte en Cohen lijken er toch weer kiezers te zijn geweest die met een ‘strategische’ stem een rechtse of juist een linkse premier wilden steunen.
De uitslag is aanleiding voor zelfreflectie bij beide christelijke partijen. Het CDA kan zichzelf hernemen door een katholiek als Verhagen (of toch nog Camiel Eurlings?) de kar te laten trekken, en de banden met het zuiden aan te halen. Dat kan nieuw elan geven aan de partij. De ChristenUnie moet zich de vraag stellen hoe we, ook als het in de eindsprint spannend wordt, de kiezers weten vast te houden. Ook was het voor André Rouvoet lastig om de functies van vicepremier, minister van OC&W en minister van Jeugd en Gezin te combineren met het lijsttrekkerschap. Dit vroeg het uiterste van zijn krachten. Alleen al daarom doet de ChristenUnie er voortaan weer beter aan om haar politiek leider in de Tweede Kamer te laten zitten, een uitgangspunt dat Rouvoet zelf ook voor de verkiezingen reeds heeft herbevestigd. Vooral voor een wat kleinere partij geeft dit betere mogelijkheden om een sterk profiel vast te houden tijdens deelname aan een regering.
De ChristenUnie heeft een zetel verloren, maar we zijn zeker niet verslagen. We hebben nog steeds vijf zetels en zijn zeer gemotiveerd om op in de oppositie een uitgesproken christelijk-sociale stem te laten horen. Wel zullen de campagne evalueren en lessen trekken. Want het kan zo maar weer campagnetijd zijn.