Economische cijfers kabinet-Beel I (1946-1948)

Met dank overgenomen van Parlement.com.

Onder het kabinet-Beel I1 daalde de inflatie van 9,1% in 1946 naar rond de 3½% in 1947 en 1948. Het kabinet richtte zich op de wederopbouw en begon de naoorlogse opbouw van een verzorgingsstaat. Minister Drees2 (Sociale Zaken) bracht in 1947 de Noodwet Ouderdomsvoorziening tot stand, de voorloper van de AOW. De Wet inzake het Centraal-Economisch Plan van minister Huysmans3 (Economische Zaken) gaf in 1947 een wettelijke basis aan het Centraal Planbureau (CPB).4

Inhoudsopgave

  1. Begin naoorlogse opbouw verzorgingsstaat
  2. Cijfers

1.

Begin naoorlogse opbouw verzorgingsstaat

De Noodwet Ouderdomsvoorziening van minister Drees gaf alle ongehuwde Nederlanders vanaf hun 65ste recht op een ouderdomsuitkering. Drees diende in 1948 ook wetsvoorstellen voor de Werkloosheidswet en de Wet betreffende verplichte deelneming in een bedrijfspensioenfonds in. Beide wetten werden in de volgende kabinetsperiode door zijn opvolger als minister van Sociale Zaken, Joekes5, door de Kamer geloodst.

2.

Cijfers

Beel I

1946

1947

1948

Gemiddeld

Verschil

Algemeen

         

Volumegroei BBP

-

-

-

n.v.t.

n.v.t.

Inflatie (mutatie CPI, %)

9,1

3,6

3,5

5,4

-5,6

BBP (lopende prijzen)

4,8

6,0

6,7

5,8

1,9

Bevolkingsomvang

9,3

9,5

9,7

9,5

0,4

Bevolkingsgroei

0,9%

2,6%

1,8%

1,8%

0,9%

Arbeidsmarkt/sociale zekerheid

         

Geregistreerde werklozen

0

32

30

20,67

30

Ziektewet

49

55

58

54

9

Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen

88

95

93

92

5

WW

0

0

0

n.v.t.

n.v.t.

WWV

0

0

0

n.v.t.

n.v.t.

AOW/Noodwet Ouderdomsvoorziening

0

250

297

182,33

297

AWW/ANW

0

0

0

n.v.t.

n.v.t.

Bijstand e.d.

0

0

0

n.v.t.

n.v.t.

 

Meer over

  • Kabinet Beel I1
  • Verantwoording cijfers kabinetten6
  • Historisch overzicht cijfers kabinetten7

  • 1. 
    Het eerste kabinet-Beel I werd gevormd na de verkiezingen van 1946, de eerste verkiezingen na de oorlog. Het bestond uit ministers van KVP en PvdA, alsmede drie partijloze bewindslieden en was de opvolger van het kabinet-Schermerhorn/Drees. Minister-president Beel was afkomstig uit de KVP. Het kabinet-Beel was het eerste van de rooms-rode kabinetten. Tot 1958 zouden KVP en PvdA blijven samenwerken als regeringspartijen.
     
  • 2. 
    'Vadertje Drees'. Eén van de grootste twintigste-eeuwse politici, onder wiens leiding na de Bevrijding zowel de dekolonisatie als de wederopbouw plaatsvonden. Overtuigd sociaaldemocraat, maar wel zeer pragmatisch ingesteld ('niet alles kan, en zeker niet alles tegelijk'). Groeide op in Amsterdam en klom op van stenograaf, SDAP-wethouder van Den Haag en Kamerlid, tot minister en minister-president. Had als wethouder van Den Haag al voor 1940 een goede naam als bestuurder. In de oorlog enige tijd gijzelaar en centrale figuur in het politieke verzet. Bracht in 1947 als minister van Sociale Zaken de Noodwet Ouderdomsvoorziening tot stand, de voorloper van de AOW. Werd zowel daardoor, als door zijn leiderschap en soberheid een populair staatsman, ook buiten zijn eigen kring. Tien jaar premier van brede coalities waarvan PvdA en KVP de kern vormden. Had goede contacten met Beel. Brak in de jaren '70 met zijn partij, de PvdA, uit onvrede over de koers. Sober levende en altijd eenvoudig gebleven man, die een zeer hoge leeftijd bereikte.
     
  • 3. 
    Katholiek politicus die in het laatste oorlogskabinet minister van Financiën was en in het eerste kabinet-Beel minister van Economische Zaken. Stelde de Bankraad in en bracht de wet tot stand over de positie van het Centraal Planbureau. Koos voor een veel minder sturende overheid dan zijn socialistische voorganger had voorgestaan. Was voor hij minister werd directeur van de Boerenleenbank en voorman van de katholieke werkgevers. Opgewekte, ter zake kundige bewindsman, maar ook behoudend en wat autoritair. Overleed op betrekkelijk jonge leeftijd.
     
  • 4. 
    Het Centraal Planbureau (CPB) is een onderzoeksinstituut gericht op economische wetenschap en economische beleidsplannen. Organisatorisch is het een onderdeel van het ministerie van Economische Zaken.
     
  • 5. 
    Vooraanstaande VDB- en later PvdA-politicus. Geboren in Nederlands-Indië waar hij bij een spoorwegmaatschappij werkte. Kwam in 1925 in de Kamer en was vanaf 1933 fractievoorzitter tijdens het de kabinetten-Colijn waaraan ook de VDB met Oud op financiën deelnam. Na de oorlog kozen Joekes en Oud wel voor de stap naar de PvdA, maar bedankte Oud daarvoor al spoedig. In de PvdA-fractie steunde Joekes de Indië-politiek hoewel hij altijd gematigd voorstander van zelfstandigheid van Indië was geweest. Als minister van Sociale Zaken in de kabinetten-Drees I en Drees II bracht hij belangrijke wetten tot stand zoals de Wet op de ondernemingsraden en de Werkloosheidswet. Stond bekend als een innemende gentleman, maar kropte gevoelens van onvrede soms te veel op.
     
  • 6. 
    Deze pagina bevat een verantwoording voor de gebruikte cijfers en methodiek bij de economische beschrijvingen van de kabinetten vanaf het kabinet-Biesheuvel I en II.
     
  • 7. 
    De economie en de arbeidsmarkt verzwakken na de twee oliecrises in de jaren '70, met oplopende begrotingstekorten en uitkeringsafhankelijkheid als gevolg. In 1981/1982 is sprake van een crisis. Ondanks economisch herstel blijft daarna sprake van grote problemen op de arbeidsmarkt. Daaraan komt pas in de loop van de jaren '90 een eind. In 2002/2003 gaat het weer slecht met de economie, maar deze herstelt zich dit keer sneller.