Jaarverslag van het Diergezondheidsfonds (F) - Jaarverslag en slotwet Diergezondheidsfonds 2009; Jaarverslag

Dit jaarverslag i is onder nr. 1 toegevoegd aan wetsvoorstel 32360 F - Jaarverslag en slotwet Diergezondheidsfonds 2009.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Jaarverslag en slotwet Diergezondheidsfonds 2009; Jaarverslag van het Diergezondheidsfonds (F)
Document­datum 25-08-2011
Publicatie­datum 12-05-2010
Nummer KST139647
Kenmerk 32360 F, nr. 1
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2009

2010

32 360 F

Jaarverslag en slotwet Diergezondheidsfonds 2009

Nr. 1

JAARVERSLAG VAN HET DIERGEZONDHEIDSFONDS (F)

Aangeboden 19 mei 2010

KST139647 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers 's-Gravenhage 2010

INHOUDSOPGAVE

blz.

  • 1. 
    Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot decharge-

verlening van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.    4

  • A. 
    ALGEMEEN
  • 1. 
    Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverle-ning van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Aan de Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik het jaarverslag met betrekking tot de begroting van het Diergezondheidsfonds (F) over het jaar 2009 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit decharge te verlenen over het in het jaar 2009 gevoerde financiële beheer.

Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer, als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001, een rapport opgesteld van haar bevindingen en haar oordeel met betrekking tot:

  • a) 
    het gevoerde financieel en materieelbeheer;
  • b) 
    de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;
  • c) 
    de financiële informatie in het jaarverslag en jaarrekening;
  • d) 
    de departementale saldibalans;
  • e) 
    de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;
  • f) 
    de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering.

Bij het besluit tot dechargeverlening dienen verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:

  • a) 
    Het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2009;
  • b) 
    Het voorstel van de slotwet over het jaar 2009 die met het onderhavige jaarverslag samenhangt.
  • c) 
    Het rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaar 2009 met betrekking tot het onderzoek van de centrale administratie van 's Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;
  • d) 
    De verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2009 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2009 alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2009 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001);

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

  • G. 
    Verburg

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

  • 2. 
    Leeswijzer

Het jaarverslag van het DGF bestaat uit het Beleidsverslag over 2009, de jaarrekening en een bijlage (lijst van gebruikte afkortingen).

In het Beleidsverslag 2009 wordt verantwoording afgelegd over de voornaamste beleidsprioriteiten, de streefwaarden, de geleverde prestaties en de budgettaire gevolgen van beleid. De jaarrekening bestaat uit de verant-woordingsstaat en de saldibalans van het fonds.

  • B. 
    BELEIDSVERSLAG
  • 3. 
    Beleidsartikel

01 Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen

Algemene beleidsdoelstelling

De diergezondheidszorg is primair de verantwoordelijkheid van de (vee)houder. Het adequaat verzorgen van de dieren en het vragen van hulp van dierenartsen bij gezondheidsproblemen van de dieren vloeien daaruit voort. Zonder aan dit uitgangspunt afbreuk te doen, is ook duidelijk dat er andere belangen en verantwoordelijkheden zijn waarmee rekening moet worden gehouden. Mede daarom is in 2007 de Nationale Agenda Diergezondheid door de regering vastgesteld en aan de Tweede Kamer toegezonden. Hierin is het diergezondheidsbeleid in de volle breedte weergegeven. Een beleid dat op basis van een uitgebreide inventarisatie en oriëntatie tot stand is gekomen en in samenwerking met alle relevante partijen aan de hand van actiepunten verder wordt ontwikkeld en uitgewerkt.

In het geval de houder van het dier of de dierenarts verschijnselen zien die kunnen wijzen op een aangifteplichtige dierziekte, dient dit onmiddellijk te worden gemeld. De zorg voor de diergezondheid en melding van problemen is essentieel voor de bestrijding van (besmettelijke) dierziekten. Dat geldt des te sterker voor dierziekten waarbij de uitvoering van de bestrijding door de overheid noodzakelijk en geboden is. Elke vertraging in de melding van dergelijke (besmettelijke) dierziekten doet de gevolgen, en daarmee de overlast en de kosten, meer dan evenredig toenemen.

Het DGF is het financiële instrument van de overheid voor de bewaking en bestrijding van dierziekten die door, of in opdracht van, de overheid worden uitgevoerd op grond van de daartoe in nationale wet- en regelgeving opgenomen verplichtingen. Het beleid, dat aan de basis ligt van de inzet van dit instrument, is weergegeven in het beleidsartikel 25 «Voedselkwaliteit en diergezondheid» van de begroting van LNV. In de begroting voor 2009 van het DGF is dat beleid nader uitgewerkt en zijn de te realiseren streefwaarden aangegeven.

Nederland is door de EU officieel vrij verklaard van bepaalde dierziekten. Om deze status te handhaven worden monitorings- c.q. bewakingspro-gramma's uitgevoerd. Daarnaast ondersteunen deze bewakingsonder-zoeken de preventie voor de betreffende dierziekten. De uitgaven en ontvangsten van deze verplichte bewakingsprogramma's worden in het DGF verantwoord op operationele doelstelling 0111.

Indien zich desondanks uitbraken van besmettelijke dierziekten voordoen is het beleid erop gericht deze - binnen de kaders van de EU-regelgeving -zo effectief mogelijk te bestrijden. Het bestrijdingsbeleid is er in de eerste plaats op gericht om de risico's op de verspreiding van besmettelijke dierziekten zoveel mogelijk te beperken. Essentiële voorwaarde hiertoe is het tijdig signaleren van symptomen van besmettingen door onderzoek te doen naar verdachte gevallen. De uitgaven en ontvangsten die samenhangen met de bestrijding van besmettelijke dierziekten worden in het DGF verantwoord op operationele doelstelling 0112.

Nederland is in 2006 voor het eerst geconfronteerd met een uitbraak van Blauwtong (BT) type 8. In 2007 breidde de ziekte zich zowel in gebied als in ernst van de verschijnselen in Nederland en grote delen van Europa uit. Door de herkauwerssector in Nederland de mogelijkheid te geven hun dieren tegen BT te vaccineren is het aantal uitbraken in 2008 zeer beperkt gebleven. In 2009 werden helemaal geen uitbraken van BT gevonden.

Vanaf 2005 hebben we te maken met de zoönose Q-koorts. Tot 2007 werden in Nederland elk jaar maximaal 20 ziektegevallen bij de mens gediagnosticeerd. In 2007 waren dit er bijna 200, vooral in een gebied rond Herpen. Omdat er een mogelijk verband is met abortus bij geiten en schapen is Q-koorts bij melkgeiten en melkschapen aangifteplichtige geworden en is in 2008 een vrijwillige en in 2009 een verplichte vaccina-tiecampagne georganiseerd en zijn hygiënemaatregelen genomen. In het vierde kwartaal van 2009 is door de minister van LNV en de minister van VWS besloten over te gaan tot ruimen van alle drachtige dieren op de besmette melkgeiten- en melkschapenbedrijven. Naast de al bestaande strategie van vaccinatie is het de doelstelling om te voorkomen dat er in 2010 meer patiënten komen dan in 2009.

Naast deze nieuwe bedreigingen, blijven de activiteiten gericht op het tijdig opsporen van de bekende dierziekten zoals AI, KVP en MKZ.

Afgezien van de uitgaven voor bewaking en bestrijding worden in het DGF ook de uitgaven en ontvangsten verantwoord voor welzijnsmaatregelen als gevolg van een uitbraak (operationele doelstelling 0113). Tenslotte wordt op operationele doelstelling 0114 de financiering van overige uitgaven verantwoord.

Bijdrage Bedrijfsleven

Aanpassing maxima doorberekeningen aan productschappenIn februari 2005 is het (gewijzigde) «convenant bestrijding besmettelijke dierziekten LNV - PVV - PPE - PZ» door de convenantpartners ondertekend. Voor 2009 zijn conform de afspraken zoals weergegeven in het convenant, de maximale bedragen die aan de productschappen kunnen worden doorbelast aangepast. De indexering is gekoppeld aan de kosten van de bestrijding en de omvang van de veestapel. Als indicator voor de stijgende kosten van de bewaking en bestrijding is het «consumentenprijsindexcijfer alle huishoudens» bepalend en voor de mutaties in de veestapel zijn dat de cijfers van de landbouwtelling LEI-CBS.

Onderstaand zijn de door het bedrijfsleven gegarandeerde uitgangs-maxima weergegeven, op basis van de indexering van 2009.

bedragen x € 1 000

 

Sector

Uitgangsbedragen

Bedragen na

indexering

       

2009

Rundveehouderij

85 000

 

93 553

 

Varkenshouderij - AVP en SVD

125 000

46 000

143 280

52 727

  • Overige dierziekten
 

79 000

 

90 553

Schapen/geitenhouderij - Scrapie

5 600

2 269

6 165

2 498

  • Overige dierziekten
 

3 331

 

3 667

Pluimveehouderij - NCD

30 000

2 000

34 480

2 448

  • Overige dierziekten
 

28 000*

 

32 032*

Totaal

245 600

 

277 478

 
  • De eerste € 18 miljoen respectievelijk de eerste € 22,032 miljoen van deze bedragen komen voor rekening van het bedrijfsleven.

Nieuw convenant financiering bestrijding besmettelijke dierziekten 20102014.

Eind 2009 zijn LNV en de productschappen het eens geworden over een nieuw convenant. Hierin zijn afspraken gemaakt over de kostenverdeling tussen overheid en veehouderijsectoren van de jaarlijkse kosten voor monitoring en verdenkingen en eventuele bestrijdingskosten van besmettelijke dierziekten in Nederland.

De sectoren, rundvee, varkens, pluimvee en schapen & geiten, dragen bij aan de bestrijdingskosten van de aangewezen dierziekten tot een vooraf bepaald maximum (plafond). Boven deze plafonds draagt de overheid de resterende kosten in de komende vijfjaar.

De plafonds per sector zijn respectievelijk vastgesteld op € 19,5 mln. voor runderen, € 68 mln. voor varkens, waarvan € 42 mln. voor de bestrijding van AVP en blaasjesziekte (SVD), € 26 mln. voor pluimvee, waarvan € 2 mln. voor de bestrijding van NCD en € 4,35 mln. voor schapen en geiten, waarvan € 1,35 mln. voor de bestrijding van scrapie.

De plafonds zijn vastgesteld op basis van de door de WUR berekende bestrijdingskosten voor de grootste dierziekten MKZ, KVP en AI. Deze bestrijdingskosten zijn in de 2010/2014-scenario's lager dan eerder berekend voor de convenantsperiode 2005/2009. Verschillen met de eerder verrichte studie voor de periode 2005/2009 worden onder meer veroorzaakt door een nu lager ingeschatte kans op insleep voor KVP en MKZ. Voor AI is de ingeschatte kans op insleep ook iets lager als in de vorige convenantsperiode, waarbij de kans dat die insleep in een pluimveedicht gebied plaatsvindt wordt in de scenario's voor 2010-2014 ook lager wordt ingeschat. Overige factoren die een rol spelen zijn de veranderde structuur van de sectoren (aantal bedrijven, bedrijfsomvang en contacten) en voortschrijdend wetenschappelijk inzicht zoals verankert in de modellering van de verspreiding.

Verder op in het jaarverslag wordt bij de operationele doelstellingen ingegaan op de realisatie in beleid en geld.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1 000

 
       

Realisatie

Vastgestelde begroting

2009

Verschil

 

2006

2007

2008

2009

   

VERPLICHTINGEN

18 720

15 595

40 728

14 555

10 998

3 557

UITGAVEN

18 720

15 595

40 728

14 555

10 998

3 557

Beginsaldo

13 143

31 243

26 790

18 773

0

18 773

Programma-uitgaven

18 720

15 595

40 728

14 555

10 998

3 557

U0111 Bewaking van dierziekten

2 812

3 321

5 108

3 783

3 566

217

U0112 Bestrijding van dierziekten

15901

12 272

23 413

10 769

7 432

3 337

U0113 Voorkomen en verminderen van welzijns-

           

problemen

0

0

0

0

0

0

U0114 Overig

7

2

12 207

3

0

3

ONTVANGSTEN

36 820

11 142

32 711

3 954

10 998

-7 044

Eindsaldo

31 243

26 790

18 773

8 172

0

8 172

Toelichting op de uitgaven en verplichtingen

De hogere realisatie op U.0112 houdt voornamelijk verband met voorzieningen en/of uitgaven in het kader van het AI virus (€ 1,4mln.) en het BT virus (€ 1,9mln.). Het gaat hierbij vooral om uitgaven ten behoeve van laboratoriumonderzoek en vaccinaties. Deze uitgaven waren niet in de oorspronkelijke begroting geraamd.

Toelichting op de ontvangsten

De lagere realisatie dan begroot houdt verband met de lagere ontvangsten van zowel de productschappen als van LNV. De bijdragen (afrekening 2008 en voorschotten 2009) van de productschappen PPE en PVV zijn niet ontvangen in 2009 maar begin 2010. Daarnaast is dit jaar geen storting van LNV in DGF gedaan omdat uit een analyse van het eindsaldo 2008 bleek dat deze voldoende hoog is om de verplichtingen en uitgaven van het LNV deel te dekken.

Het voordelig eindsaldo 2009 ad. € 8,2mln. zal bij Voorjaarsnota 2010 worden toegevoegd aan de DGF-begroting.

 

Bedragen x € 1 000

Omschrijving

Realisatie

Begroting

Ontvangsten van het bedrijfsleven

   

Bijdrage van het PPE

0

321

Bijdrage van het PVV

0

1 066

Bijdrage van PZ

3 954

2 904

Ontvangsten van LNV

0

6 707

Overige ontvangsten in kader van de monitoring en

   

bestrijdingsactiviteiten

0

0

Totaal

3 954

10 998

01.11 Bewaking van dierziekten

De uitgaven die samenhangen met de uitvoering van een aantal bewa-kings- en monitoringsprogramma's worden ten laste van deze operationele doelstelling verantwoord. Deze programma's hebben ten doel de diergezondheidsstatus te bewaken en te monitoren en anderzijds te voldoen aan verplichtingen van de Europese Unie. Voor het behouden van door de EU erkende statussen «vrij van bepaalde dierziekten», moeten namelijk periodiek bewakingsprogramma's worden uitgevoerd.

De eerste van deze bewakingsonderzoeken betreft het jaarlijkse onderzoek naar de afwezigheid van brucella melitensis bij schapen en geiten. De onderzoeken worden in opdracht van LNV door de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) uitgevoerd.

Voor BT heeft de EU een monitoringsprogramma verplicht gesteld dat deels door de EU wordt gefinancierd. Het programma richt zich niet alleen op de runderen en schapen/geiten, maar ook op de vector die verantwoordelijk is voor het overbrengen van de ziekte.

Jaarlijks wordt ook bewakingsonderzoek uitgevoerd naar de afwezigheid van klassieke varkenspest. Naast de programma's voor het onderzoek bij dode dieren die bij de Gezondheidsdienst voor Dieren worden aangeboden om de doodsoorzaak vast te stellen en het onderzoek bij door jagers geschoten wilde varkens, worden ook de dode varkens onderzocht die zijn aangevoerd bij een aantal grote dierenartsenpraktijken.

Een dergelijk systeem om zieke en/of gestorven dieren te onderzoeken op besmettelijke dierziekten, vindt ook plaats bij pluimvee. Indien de doodsoorzaak van dieren niet duidelijk is of wanneer vogelpest niet uit te sluiten is op basis van het klinisch beeld, worden swabs (speeksel en mestmon-sters) van de dieren door de betreffende dierenartspraktijk voor nader onderzoek doorgezonden aan het Centraal Veterinair Instituut van de Wageningen Universiteit.

Naast de bewaking van dierziekten bij pluimvee functioneert een early warning systeem op basis van de regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE's. Dit early warning systeem is er op gericht dat pluimveehouders verhoogde sterfte van hun dieren melden aan de AID/VWA en klinische problemen en afwijkingen in het normale patroon van bijvoorbeeld voedsel- en wateropname rapporteren aan een dierenarts. Vervolgens stelt een dierenarts een onderzoek in en voor zover bij dit onderzoek het vermoeden van bijvoorbeeld vogelpest rijst, wordt aan de VWA een verdenking van AI gemeld en treedt de standaard procedure in werking voor verdenkingen. Dit systeem wordt begeleid en onderhouden door de Gezondheidsdienst voor Dieren. Tot slot worden alle pluimveebedrijven tenminste eenmaal per jaar gemo-nitord op vogelpest. De kosten van deze integrale monitoring worden direct in rekening gebracht bij de betrokken pluimveehouders en komen derhalve niet ten laste van het DGF.

Streefwaarden

  • • 
    Behoud van de huidige, officieel door de EU verleende, status vrij te zijn van een aantal dierziekten.
  • • 
    Inperken van het risico van het (nog) niet (kunnen) opmerken van een besmetting.

Het streven is erop gericht om voor een aantal dierziekten de EU-status «vrij van dierziekten» te behouden (zoals bijvoorbeeld voor klassieke varkenspest en brucellose). Deze streefwaarden zijn voor 2009 gerealiseerd. Bij de uitgevoerde bewakingsonderzoeken zijn geen besmettingen vastgesteld.

De bewakingsprogramma's dienen ook ter ondersteuning van de melding van dierziekten voor het geval deze niet worden opgemerkt. Aan de Europese Commissie is gerapporteerd over de resultaten van deze onderzoeken. Kosten van verplichte bewakingsmaatregelen worden in het kader van het convenant gefinancierd door het bedrijfsleven en de overheid.

Prestatiegegevens

 

Bedragen x € 1 000

   

Realisatie 2009

 

Begroting 2009

Bewakingsprogramma

Bedrijven

Dieren

Uitgaven

Bedrijven

Dieren

Uitgaven

Brucella (schaap/geit)

BT (rund, schaap, geit)

1 489

 

685

1 500

15 000

500

  • Serologie
   

266

   

500

  • Vector
       

Nvt

200

BSE rund, bij destructor en bij noodslachting*

 

46 036

2 311

 

71 000

1 887

TSE schaap/geit, bij destructor en slacht

 

20 864

277

 

21 500

113

KVP (varkens)

  • Veehouderij (tonsillen)
 

4 292

77

1 250

3 500

90

  • wilde zwijnen

AI:

 

432

137

 

450

90

  • hobbypluimvee, monitor vaccinatie
  • Bedrijfsmatig pluimvee; early warning
 

972

30

 

22 000***

100

  • Insturen monsters (swabs)

9 771

     

1 400

500

  • Melding (afw.) verschijnselen (bij GD)
  • Bedijfsmatig pluimvee: monitoringserologische
     

5 800

 

**

testen

2 260

   

3 000

164 000

**

  • Wilde vogels
  • Monitoring levende wilde vogels
 

11 066

   

14 000

**

  • Monitoring dode vogels
 

514

   

3 000

**

Totaal

   

3 783

   

3 566

Bron: DR (BSE en TSE), Erasmus Universiteit Rotterdam ( onderzoek wilde vogels) en GD (overig)

  • De BSE testen op runderen bij slacht worden niet via het DGF gefinancierd maar rechtstreeks door de houders en zijn daarom niet in deze tabel opgenomen.

** De financiering van deze uitgaven loopt niet via DGF maar rechtstreeks via de sector of LNV. Deze gegevens zijn in de tabel opgenomen om het volledige pakket aan bewakingsactiviteiten in hun onderlinge samenhang weer te geven.

*** Niet alle gevaccineerde dieren worden getest.

01.12 Bestrijding van dierziekten

Op deze operationele doelstelling worden de uitgaven verantwoord die gemaakt worden als een verdenking of een uitbraak van een wettelijk te bestrijden dierziekte zich voordoet. Het gaat dan om de uitgaven voor het onderzoek naar de verdenkingen en de bestrijdingsmaatregelen.

In het geval een rund in de periode van 100 dagen na inseminatie tot 21 dagen voor de normale afkalfdatum haar vrucht verliest (abortus) is er sprake van een verdenking van brucellose. Deze interpretatie en de daaraan verbonden gevolgen zijn van belang aangezien een brucellose besmetting niet of nauwelijks met uiterlijke verschijnselen gepaard gaat en een dergelijke abortus het enige vroegtijdige klinische signaal is dat een rund besmet kan zijn met brucellose. Bij een dergelijke abortus volgt nader onderzoek om definitief vast te stellen of er sprake is van een besmetting met brucellose of dat een andere oorzaak de abortus heeft veroorzaakt. De onderzoeken in 2009 hebben geen besmetting met brucel-lose aangetoond.

De bestrijding van een dierziekte begint bij de melding ervan. Het is van groot belang dat houders van dieren een eventuele verdenking zo spoedig mogelijk melden. Onderstaande tabel geeft de meldingen bij de VWA weer en de uitkomst van het onderzoek door de VWA.

Streefwaarden

Het streven is om zo snel en effectief mogelijk de dierziekte te bestrijding. Concreet houdt dit in dat bij een melding direct een onderzoek wordt ingesteld. Voor zover de verdachte verschijnselen duiden op een zeer besmettelijke dierziekte, moet binnen 3 uur een team ter plaatse een onderzoek instellen. Deze streefwaarde is voor 2009 gerealiseerd. Naar aanleiding van alle meldingen van een mogelijke dierziekte zijn onderzoeken uitgevoerd. In het onderstaande overzicht is het aantal meldingen/ onderzoekingen weergegeven alsmede de resultaten daarvan.

 

Dierziekte

Aantal meldingen

Resultaat onderzoek

     
   

positief

negatief

nog geen

Geen actie

       

uitslag

noodzakelijk

AI

90

 

90

_

 

Afrikaanse paardenpest

1

 

1

-

 

Aujeszky

2

   

_

2

Amerikaans Vuilbroed

3

 

3

-

 

BT

139

17 *

122

_

 

Brucella Ovis

3

 

3

_

 

Brucella Suis

57

 

57

_

 

Brucellose AB

96

 

96

_

 

Brucellose Melitensis

8

 

8

_

 

BSE

9

*****

5

_

4

Dourine

0

   

_

 

Echinococcus

4

 

4

_

 

EVA

0

   

_

 

Inf. Haematopoietïsche Necrose

2

 

1

_

1

Infectieuze ziekte

     

_

 

Klassieke VarkensPest

9

 

9

_

 

Koepokken

12

1

11

_

 

Koi Herpes

5

 

5

_

 

Leptospirose

5

 

5

_

 

Leucose

29

 

29

_

 

Malleus

1

 

1

_

 

Miltvuur

2

 

2

_

 

MKZ

3

 

3

_

 

Mycobacterium Avium

0

   

_

 

NCD

26

10**

16

_

 

Psittacose

102

56

46

_

 

Q Koorts

230

109 ***

121

_

 

Rabies

194

11****

183

_

 

Runderpest

0

   

_

 

Salmonellose

5

 

5

_

 

Scrapie

4

3*****

1

_

 

SVD

41

 

41

_

 

Tuberculose

145

1

144

_

 

Vesiculaire Stomatitus

0

   

_

 

Zwoegerziekte

0

   

_

 

Totaal

1 227

208

1 012

0

7

Bron: VWA

Toelichting

Daar waar geen actie is ondernomen was naar mening van het dierziekte-specialistenteam van de VWA geen nader onderzoek nodig omdat op basis van de aanwezige verschijnselen een besmetting met de aangifte-plichtige dierziekte niet aan de orde was.

*) De positieve gevallen van BT gaan in alle gevallen over besmettingen die al in 2008 waren opgelopen. In 2009 heben zich geen nieuwe gevallen van BT voorgedaan en blijkt ook uit een steekproef dat er geen viruscirculatie heeft plaatsgevonden. Alle verdenkingen waren verder dan ook negatief. Dit is een zeer positieve ontwikkeling, die ook in andere lidstaten van de EU te zien is. De massale vaccinatiecampagne heeft, samen met de strenge winter, een zeer positieve invloed gehad op de BTbesmetting in Europa.

** De positieve NCD gevallen gingen om ziektegevallen bij hobby-matig gehouden dieren, onder andere postduiven. Deze gevallen hebben geen invloed op onze NCD status voor de EU. Er blijkt echter wel uit dat vaccinatie van postduiven en hobbymatig gehouden pluimvee van groot belang is.

*** Het cijfer voor Q-koorts is opgebouwd uit cijfers die gegenereerd zijn uit de zogenoemde bronopsporing (opsporing van Q-koorts besmetting n.a.v. een humane cluster van zieken), meldingen van een verhoogd percentage abortus, een steekproef op basis van tankmelk en het verplichtte tankmelkonderzoek en staan dus niet in verband met de '76' besmette bedrijven die op de lijst op de website van de VWA staan.

**** De gevallen van rabiës (hondsdolheid) zijn allemaal te wijten aan rabiës bij vleermuizen. Het is bekend dat vleermuizen in Nederland drager kunnen zijn van dit virus, dat overigens een andere vorm is dan het virus dat bij zoogdieren voorkomt. Het is dan ook van belang om incidenten met vleermuizen altijd te melden.

***** Het aantal gevallen van scrapie en BSE vertoont een duidelijk dalende lijn, dat is zeer positief.

Prestatiegegevens

Bedragen x € 1 000

 
   

Realisatie 2009

 

Begroting 2009

Verdenkingen

Bedrijven

Dieren*)

Uitgaven

Bedrijven

Dieren*

Uitgaven

  • Brucellose (verwerpersonderzoek)

**

10 477

655

8 000

12000

900

  • KVP

9

 

19

15

 

100

  • MKZ (rund, schaap, geit)

3

 

8

5

 

15

  • TBC Runder M. Bovis

145

 

227

     
  • AI (HPAI &LPAI)

90

 

264

5

 

15

  • BSE (rund)

9

 

12

5

 

15

  • TSE (schaap, geit)

4

 

214

5

 

15

  • Q koorts

230

 

38

     
  • BT
 

139

890

     
  • Overige
   

173

     

Bestrijding

           
  • BSE
   

38

1

 

60

  • AI
   

574

     
  • TSE (schaap, geit)

3

 

40

2

 

2

  • BT (vaccinatie)
   

71

   

Pm

  • MKZ
   

40

     
  • TBC Runder M. Bovis

1

 

22

     
  • Psittacose

56

 

28

     
  • Overige
   

5

     

Voorzieningen

           
  • AUV
   

315

   

550

  • Crisisfaciliteit GD
   

2 127

   

1 900

  • Crisiscapaciteit Rendac
   

1 933

   

2000

  • Voorziening vaccins MKZ/KVP
   

1 018

   

1 100

  • AI
   

497

     
  • BT
   

1 042

     
  • Waakvlamcontracten
   

515

   

321

  • Overige
   

3

   

25

Totaal

550

10 616

10 769

8 038

12000

7 018

Bron: VWA, GD

  • Aantal dieren is sterk afhankelijk van de (bedrijfs)situatie.

** Aantal bedrijven is niet bekend, wel het aantal dieren.

De in het prestatieoverzicht opgenomen verdenkings- en bestrijdingsactiviteiten geeft een inzicht in de begrote reguliere activiteiten. Hieronder wordt de post Voorzieningen nader toegelicht.

Voorzieningen

Naast bewaken en bestrijden als dat aan de orde is, is het noodzakelijk om voorzieningen te treffen om onmiddellijk te kunnen bestrijden. Sommige van deze voorzieningen zijn leveringen of diensten van bedrijven. Voor de onmiddellijke beschikbaarheid daarvan worden met deze bedrijven (waak-vlam)contracten gesloten en moet een vergoeding worden betaald. Daarnaast worden er voorraden materialen aangeschaft die nodig zijn bij een bestrijding.

01.13 Voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen

Op de operationele doelstelling 01.13 zijn conform begroting in 2009 geen uitgaven gerealiseerd.

01.14 Overig

Op de operationele doelstelling 01.14 zijn conform begroting in 2009 geen uitgaven gerealiseerd.

Evaluatie

De evaluatie van het beleid dat aan de basis ligt van de inzet van het DGF, is weergegeven bij het beleidsartikel 25 «Voedselkwaliteit en diergezondheid» van de begroting van LNV.

  • 4. 
    Bedrijfsvoeringsparagraaf

Inleiding

In de bedrijfsvoeringsparagraaf wordt verantwoording afgelegd over de rechtmatigheid van uitgaven en de totstandkoming van beleidsinformatie. Voor specifieke opmerkingen in de bedrijfsvoering wordt verwezen naar het jaarverslag van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Rechtmatigheid

Op basis van de mij beschikbare informatie zijn er geen onrechtmatigheden geconstateerd die de tolerantiegrens overschrijden.

Totstandkoming van beleidsinformatie

Op basis van de mij beschikbare informatie zijn er geen relevante tekortkomingen geconstateerd in de totstandkoming van beleidsinformatie.

¦¦o

'o

c

CD

c

II

O -C

c o

o —

?> § s-s

° o

  • O) 
    "O

TO C « TO

5— s—

o o

> -C

w o

JD

o

-Q

CD

CD -Q

¦*= o

  • • 
    E T5

o o

^ E S w

£ C

CM

CD

o 03

fc. CD Q. -Q

O ^

O 05

CD o 0) 05

CO 05

CM

o r»> r-« r- oo *-

co r-« LD LD R-- CM 05 o? r-> r-co oo oo CM «- CM

LD LD LD LD LD LD

  • C. 
    JAARREKENING

CD Cü -Q

2    =5 8» 03

C TO

=5 13

s- C O CD O ^ g CD +D CD r- *-> “ CO TO CO

O 03

> .E

CD "O

^ o o

3    § ¦*—' ¦*—' TO C TO CD

¦*-> L_

cn o

ü >

CD

03 "O C

'c J2

TO _ v*1 03 CD C

TO “TT TO .2

CD

+->

"CD

LD LD LD LD LD LD

O)

o

o

CM

+¦*

<u

+¦»

(O

(O

üï

c

e

I

LX»

O

Q.

05

o-.E

00 00 O 05 O)

05 05

O O

00 00 O O O) 05 05 05

00 00 O O 03 05 05 05

05 05 £

05 £ 05 O

00

O)

05

o

05

o

(0 (0

"O

CD

S

c

CD

L—

D

D

D

O

-Q

"O

c

CD

_l

C

CD

>

"O

c

CD

CD

-Q

CD

Q

¦ü

o>

E

O

t

<

5 > -

3 c 32 3

CÜ 05 5 CO

"ö 4- "P CO

Financiële toelichting bij de verantwoordingsstaat DGF 2009

Bedragen x € 1 000

 
       

Realisatie

Vastgestelde begroting

2009

Verschil

 

2006

2007

2008

2009

   

VERPLICHTINGEN

18 720

15 595

40 728

14 555

10 998

3 557

UITGAVEN

18 720

15 595

40 728

14 555

10 998

3 557

Beginsaldo

13 143

31 243

26 790

18 773

0

18 773

Programma-uitgaven

18 720

15 595

40 728

14 555

10 998

3 557

U0111 Bewaking van dierziekten

2 812

3 321

5 108

3 783

3 566

217

U0112 Bestrijding van dierziekten

15901

12 272

23 413

10 769

7 432

3 337

U0113 Voorkomen en verminderen van welzijns-

           

problemen

0

0

0

0

0

0

U0114 Overig

7

2

12 207

3

0

3

ONTVANGSTEN

36 820

11 142

32 711

3 954

10 998

-7 044

Eindsaldo

31 243

26 790

18 773

8 172

0

8 172

Toelichting op de uitgaven en verplichtingen

De hogere realisatie op U.0112 houdt voornamelijk verband met voorzieningen en/of uitgaven in het kader van het AI virus (1,4 mln.) en het BT virus (1,9 mln.). Het gaat hierbij vooral om uitgaven ten behoeve van laboratoriumonderzoek en vaccinaties. Deze uitgaven waren niet in de oorspronkelijke begroting geraamd.

Toelichting op de ontvangsten

De lagere realisatie dan begroot houdt verband met de lagere ontvangsten van zowel de productschappen als van LNV. De bijdragen (afrekening 2008 en voorschotten 2009) van de productschappen PPE en PVV zijn niet ontvangen in 2009 maar begin 2010. Daarnaast is dit jaar geen storting van LNV in DGF gedaan omdat uit een analyse van het eindsaldo 2008 bleek dat deze voldoende hoog is om de verplichtingen en uitgaven van het LNV deel te dekken.

 

Bedragen x € 1 000

Omschrijving

Realisatie

Begroting

Ontvangsten van het bedrijfsleven

   

Bijdrage van het PPE

0

321

Bijdrage van het PVV

0

1 066

Bijdrage van PZ

3 954

2 904

Ontvangsten van LNV

0

6 707

Overige ontvangsten in kader van de monitoring en

   

bestrijdingsactiviteiten

0

0

Totaal

3 954

10 998

  • 6. 
    Saldibalans

Saldibalans per 31 december 2009

(Bedragen in euro's)

 

1.

Uitgaven ten laste van de begroting

14 554 358

2.

Ontvangsten ten gunste van de begroting

3 953 643

4.

5.

Rekening courant Rijkshoofdboekhouding Uitgaven buiten begrotingsverband

8 966 055

2a.

Saldo uitg/middelen voorg. Dienstjaren Ontvangsten buiten begrotingsverband

18 772 636

8.

(=intra-comptabele vorderingen)

0

6.

(=intra-comptabele schulden)

Tegenrekening extra-comptabele vorde-

794 134

 

Extra-comptabele vorderingen

3 281 398

8a.

ringen

3 281 398

10.

Voorschotten

7 722 284

10a

Tegenrekening voorschotten

7 722 284

11.

Garantieverplichtingen

Totaal

244 984 264 279 508 359

11a

Tegenrekening garantieverplichtingen

Totaal

244 984 264 279 508 359

De toelichting op de saldibalans (bedragen in euro's)

De balansposten zijn bepaald en gewaardeerd overeenkomstig de geldende voorschriften van de Comptabiliteitswet.

Balanspost 1. Uitgaven ten laste van de begroting 2009    14 554 358

De op deze post verantwoorde uitgaven komen overeen met de uitgaven opgenomen in de verantwoordingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, over het jaar 2009.

Balanspost 2. Ontvangsten ten gunste van de begroting 2009    3 953 643

De op deze post verantwoorde ontvangsten komen overeen met de ontvangsten opgenomen in de verantwoordingsstaat, onderdeel ontvangsten, over het jaar 2009.

Balanspost 4. Rekening-courant RIC    8 966 055

Deze post geeft het tegoed weer dat het DGF heeft bij het ministerie van Financiën.

Balanspost 6. Ontvangsten buiten begrotingsverband    794 134

Onder de ontvangsten buiten begrotingsverband zijn met derden in 2010 te verrekenen posten opgenomen.

Balanspost 8. Extra-comptabele vorderingen    3 281398

Onder de extra-comptabele vorderingen zijn vorderingen op derden opgenomen.

Balanspost 10. Voorschotten    7 722 284

In de verklarende tabel wordt per operationele doelstelling toegelicht hoe de openstaande voorschotten zijn samengesteld. Een groot deel van de openstaande voorschotten is in 2009 afgewikkeld.

Toelichting

 

Operationele doelstelling

0111 Bewaking van dierziekten

1 068 643

0112 Bestrijding van dierziekten

6 653 641

0113 Voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen

0

0114 Overig

0

Totaal Voorschotten

7 722 284

Afwikkeling voorschotten

Openstaande voorschotten op 1-1-2009

11 974 622

Opgeboekte voorschotten (ontstaan in 2009)

6 035 217

Afgewikkelde voorschotten (voorgaande jaren)

10 287 555

Openstaande voorschotten op 31-12-2009

7 722 284

Ouderdom voorschotten

Opgeboekt in 2001

300 054

Opgeboekt in 2003

1 336 716

Opgeboekt in 2004

33 555

Opgeboekt in 2008

16 742

Opgeboekt in 2009

6 035 217

Openstaande voorschotten op 31-12-2009

7 722 284

Balanspost 11. Garantieverplichtingen

Op deze post zijn de garantiestellingen van het bedrijfsleven opgenomen.

 

Garantiestelling per 1-1-2009

236 561 705

Ophoging 2009

12 050 182

Ontvangen bijdragen in kader convenant van Productschappen

3 627 623

Garantiestelling per 31-12-2009

244 984 264

Met ingang van 1-1-2010 is het nieuwe convenant van toepassing en de daaruit geldende garantieverplichtingen voor de Productschappen.

De garantiestelling uit hoofde van het huidige convenant vervalt nadat de hele convenantperiode financieel is afgewikkeld. Dit zal in 2010 plaatsvinden.

  • D. 
    BIJLAGE
  • 7. 
    Lijst met gebruikte afkortingen
 

AI

AID

AUV

Aviaire Influenza/Vogelpest

Algemene Inspectiedienst

AUV Coöperatieve Nederlandse Veterinairfarmaceuti-sche Groothandel UA

AVP

BSE

BT

CVI-WUR

DGF

DR

EVA

EU

GD

KVP

LEI

MKZ

NAD

NCD

PPE

PVV

PZ

SVD

TSE

VWA

Afrikaanse varkenspest

Bovine Spongiform Encephalopathy

Blauwtong (Blue Tongue)

Centraal Veterinair Instituut Wageningen Universiteit Diergezondheidsfonds

Dienst Regelingen

Equine Viral Arteritis

Europese Unie

Gezondheidsdienst voor Dieren

Klassieke Varkenspest

Landbouw Economisch Instituut

Mond- en Klauwzeer

Nationale Agenda Diergezondheid

New Castle Diseases

Productschap voor Pluimvee en Eieren

Productschap voor Vee en Vlees

Productschap voor Zuivel

Swine vesicular disease (blaasjesziekte) Transmissible Spongiform Encephalopathies

Voedsel en Waren Autoriteit

Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 360 F, nr. 1 23


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.