2010 - week 18 - Hoofdinhoud
Kort verslag Toetsingsconferentie NPV,
New York, 28 april -6 mei 2010
Algemeen
NPV: Non Proliferatie Verdrag.
Het non-proliferatieverdrag is een verdrag uit 1968, dat het bezit van kernwapens beperkt. Het verdrag is gebaseerd op drie pijlers: non-proliferatie, ontwapening en het recht om kernenergie voor vreedzame doelen te gebruiken.
Tijdens het opstellen van het verdrag waren er vijf landen die over kernwapens beschikken: de VS, de toenmalige Sovjet Unie, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en China. In het verdrag is bepaald dat het bezit van kernwapens tot deze vijf landen beperkt moet blijven en dat zij de benodigde technologie niet aan andere landen mogen overdragen. Tevens zullen zij geen kernwapens inzetten zolang ze niet met kernwapens worden aangevallen. In loop van de afgelopen jaren is het verdrag op details gewijzigd, met name in die zin dat het VK en de VS hebben aangegeven wel kernwapens in te zetten als zij worden aangevallen met biologische of chemische wapens.
Iedere vijf jaar wordt de stand van zaken ten aanzien van het verdrag besproken en geëvalueerd, tijdens een toetsingsconferentie georganiseerd door de VN. Deze maand vond de toetsingsconferentie plaats in New York. Drie Kamerleden werden in de gelegenheid gesteld voor een beperkte tijd, een week, een deel uit te maken van de Nederlandse delegatie bij deze conferentie. Ik behoorde tot de gelukkigen.
De conferentie
Gelukkigen, want het was een erg interessante ervaring. Vijf jaar geleden werd de conferentie een grote mislukking: men werd het niet eens over beperking van kernwapens en er werd harde taal gesproken over inzet van wapens, onder andere door de VS.
Nu is de sfeer anders: men heeft echt het idee dat er concrete afspraken mogelijk zijn over beperking van het aantal kernwapens in de wereld. Dat komt met name door de inzet van de regering van Obama. Minister Clinton liet er ook geen onduidelijkheid over bestaan dat haar regering streeft naar een kernwapenvrije wereld en van plan is meer openheid te geven over het aantal atoomwapens en hoe veel er zijn ontmanteld.
Toen ik in New York aankwam, deed het gerucht de ronde dat President Ahmadinejad van Iran een visum voor de VS had aangevraagd en gekregen en dat hij dus hoogst persoonlijk het woord zou voeren tijdens de conferentie. Zondagavond werd duidelijk dat hij inderdaad kwam en meteen vond er druk overleg plaats tussen de Europese landen. Wat doen we als hij, zoals eerder, ongepast uithaalt naar Israel of andere landen? Uiteindelijk werd een meerderheid het erover eens dat we dan demonstratief uit de zaal zouden weglopen. Maar wie moest dan bepalen wat uiteindelijk “ongepaste taal” is? Spanje, dat nu EU-voorzitter is? Het was een heel gedoe en uiteindelijk is Nederland tijdens de speech van Ahmadinejad weggelopen, samen met 14 andere EU lidstaten.
Daar werd natuurlijk het nodige over gezegd. Was het nou verstandig of niet? Neigt dit niet naar isolatie van Iran, moet je niet juist een signaal geven dat je in gesprek wilt blijven? Ik denk dat Ahmadinejad zeer duidelijke taal gesproken heeft, ongepast of niet: hij heeft lak aan het verdrag en zal doen wat hem als president van Iran persoonlijk goed dunkt. Je wordt er niet vrolijk van maar hoe dan ook: hij wond er geen doekjes om en sprak duidelijke taal. En dat kan bepaald niet gezegd worden van de meesten van de vele ministers en ambassaderus die de afgelopen drie dagen in de plenaire zaal van de VN het woord gevoerd hebben.
Schrijnend vond ik overigens het contrast tussen de Europese minister van Buitenlandse Zaken, Lady Ashton en de Noord-Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Hillary Clinton. Zelden zo’n inspiratieloos optreden gezien als dat van Ashton…
Nederlandse positie
Namens Nederland voerde minister Verhagen het woord. Twee weken geleden voerden we in de Kamer een debat met hem over de Nederlandse inzet bij deze toetsingsconferentie. Bij dat debat is er door een brede Kamermeerderheid een motie aangenomen die de Nederlandse regering oproept de regering van de VS duidelijk te maken dat we niet langer hechten aan de bescherming van het Europese vasteland door middel van de aanwezigheid van Amerikaanse kernwapens in Europa en de terugtrekking van deze wapens wenselijk te achten.
Velen waren teleurgesteld in de inbreng van Verhagen: hij had dit platform moeten gebruiken om de strekking van deze motie luid en duidelijk publiekelijk te maken.
Ik kijk er, na een week op de conferentie rondgelopen te hebben en veel mensen gesproken te hebben van NGO’s en collega’s uit verschillende landen, anders tegenaan. Mij is glashelder geworden dat ieder woord over dit onderwerp sterk gewogen moet worden, het is echt op eieren lopen, zéker wat de relatie met de Oost-Europese lidstaten betreft. Veel van hen willen helemaal niet dat die Noord Amerikaanse wapens Europese bodem verlaten, zij voelen de hete adem van Rusland nog steeds in hun rug. Deze landen bij dit hele proces van ontwapening betrekken en betrokken houden, lijkt mij van groot belang. Ik heb dus wel begrip voor de voorzichtige weg die Verhagen koos.
Contacten in de wandelgangen
Zo’n conferentie biedt natuurlijk een unieke gelegenheid om met collega’s uit verschillende landen bij te praten. In welke internationale omgeving ik ook ben: ik ga altijd meteen op zoek naar de Surinaamse vertegenwoordigers. Dit keer werd Suriname vertegenwoordigd door de ambassadeur bij de VN, Henry Mac-Donald. Het was heel erg goed en leuk om met hem bij te praten. Natuurlijk over de komende verkiezingen op 25 mei, maar ook over de Surinaamse positie bij de VN. Suriname zet in op vier onderwerpen: mensenrechten, klimaatverandering en behoud van biodiversiteit, de millennium ontwikkelingsdoelen en culturele en religieuze relaties. Met name dat laatste is een onderscheidend onderwerp, waarmee Suriname bij de VN een voortrekkersrol kan spelen. Juist nu verschillen in cultuur en religie vooral als bedreiging ervaren worden stelt Suriname hier een voorbeeld tegenover. Mac-Donald vertelde dat de monden openvallen als hij vertelt dat hij als christen, in Suriname op een islamitische school zat en dat een collega van hem die hindoe is, in Suriname altijd christelijk onderwijs gevolgd heeft..
Ik heb met hem afgesproken dat we wat deze vier onderwerpen betreft nauw contact houden: wellicht kunnen we elkaar versterken: hij bij de grote VN en ik in het kleine Nederland.
Tenslotte
Er is één uitspraak die ik de afgelopen week gehoord heb die mij niet meer heeft losgelaten. Die uitspraak kwam van Daniël Prins, een Nederlandse diplomaat die hoofd is van het VN-bureau voor ontwapening. Hij vertelde van een onderzoek dat uitgewezen heeft dat, om de millenniumdoelen in 2015 te halen, er in totaal zo’n 150 miljard US dollar nodig is. Het tienvoudige van dit bedrag wordt ieder jaar in de wereld besteed aan bewapening. Wat een trieste werkelijkheid. Door de vele gesprekken van de afgelopen week, onder andere met collega’s uit Japan, met de burgemeester van Hiroshima en vertegenwoordigers van NGO’s, onder andere IKV-Pax Christi ben ik mij zeer bewust geraakt van de waanzin van dit soort afschuwelijke wapens en tegelijkertijd van de angst en pijn die ervoor zorgen dat we er nog steeds niet van af durven.
Eén van de mooiste ornamenten in het VN gebouw vind ik het werk van Norman Rockwell: The Golden Rule. Die gouden regel, gedachtegoed in maar liefst 21 wereldreligies, is zo simpel en als we ons daaraan zouden houden, hadden we al dit soort wapens niet nodig: doe anderen niet aan wat je niet wilt dat zij jou aandoen (wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet) Het is zo verschrikkelijk eenvoudig en toch lukt het maar niet…
De ervaringen van de afgelopen week zullen mij bij mijn politieke werk in de komende Kamerperiode ongetwijfeld inspireren.