26 april 2010

Met dank overgenomen van M.L. (Marianne) Thieme i, gepubliceerd op maandag 26 april 2010.

Gister ons verkiezingscongres gehad. Esther komt op twee en ik heb aan het congres een geweldige bemoediging overgehouden over hoezeer we een partij zijn die anders denkt en doet dan andere partijen. Vandaag gaan we voluit van start met de campagne, we gaan voor zetelwinst.

Verontrustende geluiden van Stephen Hawking over de nieuwsgierigheid van mensen naar buitenaards leven. Eigenlijk komt zijn pleidooi erop neer dat hij bang is dat dat buitenaards leven net zo roofzuchtig zou kunnen blijken te zijn, als wij zijn in de wijze waarop we met dieren, natuur en milieu omgaan.

Ik heb daar zelf eerder dit over geschreven:

“De mens is voortdurend op zoek naar andere vormen van leven, op andere planeten. Zelfs een vermoeden van water op Mars brengt wetenschappers in extase, terwijl hoog ontwikkelde levensvormen op onze eigen planeet, genetisch gezien nauwelijks afwijkend van de mens, op niet meer kunnen rekenen dan totale onachtzaamheid of louter selectieve aandacht. De hond of de kat worden gekoesterd, maar het nota bene aanzienlijk intelligentere varken wordt ten diepste vernederd en misbruikt. Er schuilt zoveel tegenstrijdigs in de wijze waarop wij mensen met ander leven en met onze leefomgeving omspringen, dat het voor de hand ligt om een totale herijking te overwegen. Zou het denkbaar zijn dat, wanneer we leven op Mars zouden ontdekken van het niveau van het varken, we dat leven direct zouden onderwerpen aan onze eigen opvattingen en behoeften? Zouden we dergelijke Marsbewoners kunnen domesticeren en onderbrengen in grootschalige concentratiekampen, waar ze zouden worden vetgemest en gedood, louter voor onze eigen lustbeleving? Met welk recht zouden we zoiets doen, en wat zou het zeggen over ons eigen niveau van beschaving en ontwikkeling? Aan welke criteria zullen andere mogelijke bewoners van het heelal door ons getoetst worden, hoe zullen we bepalen of ze in leven mogen blijven en/of hun zelfstandigheid mogen behouden? En zullen wij aardbewoners mogelijk ook ooit op soortgelijke gronden getoetst worden door hen, wanneer zij een hogere vorm van intelligentie zouden vertegenwoordigen?

Wordt het geen tijd dat we alleen al vanuit de hypothese van ander leven op andere planeten en onze omgang daarmee tot nieuwe afspraken voor onze planeet komen, waarbij het aloude ‘wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook het varken niet…’ de leidraad zou kunnen vormen?”