Nederland zegt Verdrag West-Europese Unie op
Nederland zegt het West-Europese Unieverdrag2 op. De ministerraad heeft daartoe besloten op voorstel van de ministers Verhagen3 van Buitenlandse Zaken en Van Middelkoop4 van Defensie. De ruim 60 jaar oude samenwerkingsorganisatie speelt geen rol van betekenis meer. Haar taken zijn overgenomen door de NAVO5 en de Europese Unie6.
Naast Nederland maakten ook de andere WEU2-lidstaten onlangs bekend het verdrag op te willen zeggen. Tien West-Europese landen zijn lid van de WEU. Naast de landen van de Benelux7 zijn dat Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Spanje, Portugal en Engeland. De organisatie bestaat op dit moment alleen nog uit een secretariaat en een parlementaire assemblee. Nederland draagt per jaar ruim 800.000 euro bij aan de begroting van in totaal 13 miljoen euro.
De WEU werd in 1948 in Brussel opgericht. De oprichters hadden drie doelen voor ogen: samenwerken voor economisch herstel, elkaar helpen bij het weerstaan van agressie en stimuleren van eenheid en integratie van Europa.
RVD, 23.04.2010
- 1.Deze dienst is onderdeel van het ministerie van Algemene Zaken. De Rijksvoorlichtingsdienst verzorgt onder meer de voorlichting en woordvoering van de minister-president en de regering. Het algemene doel van de dienst is het coördineren van het algemeen communicatiebeleid.
- 2.Deze Europese samenwerkingsorganisatie voor defensie en veiligheid bestond van 1948 tot juni 2011. Het in 1948 gesloten Verdrag van Brussel verplichtte de lidstaten van de West-Europese Unie (WEU) ertoe elkaar bijstand te verlenen bij een aanval op hun grondgebied.
- 3.CDA-voorman, die het tot minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Balkenende IV en vicepremier in het kabinet-Rutte I bracht, maar die in 2012 afzag van het politiek leiderschap. Zoon van een Limburgse gedeputeerde. Als (jong) historicus werd hij fractiemedewerker en, in 1989, Europarlementariër, alvorens in 1994 de overstap te maken naar de CDA-Tweede Kamerfractie. Ontpopte zich als vaardig woordvoerder asielbeleid en buitenlandse en Europese zaken. Toen Balkenende in 2002 premier werd, nam hij het fractievoorzitterschap over. Als diens secondant schuwde hij harde uithalen naar tegenstanders niet ('Met Bos bent u de klos'). Genoot van het ministerschap van BZ, maar mede vanwege rugklachten werd hij in 2010 minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Stond bekend als emotioneel en slim en als strateeg. Vanaf 2013 was hij tien jaar voorzitter van Bouwend Nederland.
- 4.Gedegen en gerespecteerd lid van de Tweede Kamerfracties van GPV en ChristenUnie, die na vier jaar Eerste Kamerlidmaatschap minister van Defensie werd in het kabinet-Balkenende IV. Had het in die laatste functie veel moeilijker, onder andere vanwege de discussies rond de vredesmissie in Afghanistan. Zijn politieke loopbaan begon hij als medewerker van de Tweede Kamerfractie van het GPV, waarna hij in 1989 zelf Kamerlid werd. Hield zich met uiteenlopende onderwerpen bezig. Leidde in 1995-1996 het parlementaire onderzoek naar klimaatverandering. Daarnaast was hij nauw betrokken bij de parlementaire nasleep van het Srebrenicadrama en het vastleggen van betrokkenheid van de Tweede Kamer bij militaire missies. Na het uittreden van de PvdA-ministers was hij in 2010 acht maanden tevens minister voor Wonen, Wijken en Integratie.
- 5.De Noord-Atlantische Verdrags Organisatie (NAVO) werd in 1949 opgericht met als doel de veiligheid en vrijheid van de aangesloten landen te garanderen en wereldwijd stabiliteit te bevorderen. De organisatie realiseert deze doelstelling door de inzet van politieke en militaire middelen. De NAVO bestaat uit 1 landen uit Europa en Noord-Amerika. Ieder lid van de NAVO draagt bij met mankracht, materieel en andere middelen.
- 6.De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
- 7.De Benelux is een intergouvernementeel samenwerkingsverband tussen België, Nederland en Luxemburg. Deze samenwerking startte op 1 januari 1944 in de vorm van een douane-unie. Het initiatief hiertoe werd tijdens de Tweede Wereldoorlog genomen om de samenwerking en solidariteit tussen de landen te bevorderen. Zo namen de drie partners het voortouw in de allereerste stappen naar Europese integratie. In 1958 werd de samenwerking uitgebreid tot een economische unie. Dit betekende een verbreding en verdieping van de economische samenwerking.