Hoger onderwijs: de praktijk van alle dag - Hoofdinhoud
Met dank overgenomen van U. (Uri) Rosenthal i, gepubliceerd op maandag 19 april 2010.
Over het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek worden behartenswaardige dingen gezegd in het verkiezingsprogramma van de VVD. Ik vul een aantal punten, die u natuurlijk al tot u hebt genomen, aan met enkele praktijkzaken:
-
1.Selectie aan de poort. Veel jongeren beginnen aan een studie zonder een goed begrip van wat die studie inhoudt. Bijvoorbeeld: 'ik ga politicologie studeren.' Ze denken dat het dan daar alleen over gaat. De werkelijkheid is een andere. Ze krijgen ook veel andere vakken: economie, sociologie, rechten, etc. Waarom? Voor een deel om inhoudelijke redenen. Dat is op zichzelf prima. Maar voor een ander deel ook omdat de docenten van die andere vakken voor het geven van zulke verplichte bijvakken natuurlijk met extra budgetten beloond worden.
-
2.Perverse prikkels van het financieringssysteem wegnemen: dus geen budgetten meer op basis van het aantal studenten of van het aantal uitgereikte diploma's, maar op basis van echt geleverde kwaliteit. De praktijk: studenten die het niet aankunnen, krijgen overdreven veel aandacht, in plaats van hen te zeggen dat ze beter iets anders kunnen gaan studeren - of , niets ergs aan, beter kunnen gaan werken. Dan kunnen ze na enige jaren alsnog bekijken wat ze aan extra kennis nodig hebben. De praktijk: het geheim van de tentamens en de examenkamer. Laten we hem of haar toch maar een voldoende geven. Eindeloze reeksen herkansingsmogelijkheden. Half plagiaat vanaf het internet dat door de vingers wordt gezien. Het uitreiken van een bul, terwijl de examencommissie heel goed weet dat het allemaal onder de maat is geweest.
-
3.De besten college laten geven: ook de professor en de hoofddocenten geven eerstejaars college, ja zelfs werkcollege- dus niet de student-assistenten. Helaas wordt de pikorde aan de universiteit ook in de gamma-wetenschappen bepaald door onderzoekspublicaties. Nu zou dat niet zo erg zijn als die publikaties relevant zouden zijn voor het onderwijs. Maar dat is vaak niet het geval. Wetenschappers maken carrière door te publiceren in hoogst specialistische tijdschriften. Hoe specialistischer het artikel, hoe meer kans op plaatsing in zo'n tijdschrift. Veel wetenschappers/docenten weten ontzettend veel van een heel klein onderdeel van hun vakgebied maar hebben geen enkele belangstelling meer voor de bredere kwesties. Het kan dus gebeuren dat studenten veel te snel worden vastgepind op de detailonderwerpen waar de docent toevallig mee bezig is. Soms interessant, maar vaak irrelevant. Intussen is en blijft onderwijs voor wie in de universiteit echt omhoog wil, een ondergeschoven kindje. Er wordt overal wel gezegd dat dit nu echt anders is, maar bij benoemingen van hoogleraren begint het en eindigt het vaak met geneuzel over het aantal publikaties in specialistische tijdschriften. Er wordt nog steeds neergekeken op kandidaten voor hoge wetenschappelijke posten die trefzekere artikelen op de opiniepagina van veel gelezen kranten geplaatst weten te krijgen.