Hans van Mierlo overleden (Mijn herinneringen) - Hoofdinhoud
Gisterenavond kwam het bericht dat Hans van Mierlo is overleden. Hij was in 1966 de oprichter van D66, maar oversteeg de grenzen van de politieke afbakening. Sterker nog: zijn verzet tegen geforceerde politieke stammenstrijd was juist de reden om politiek actief te worden. Hij was een van de markantste politici van de 20ste eeuw.
De eerste keer dat ik met hem in aanraking kwam was toen ik in 1989 zijn poster met afbeelding voor mijn puberraam ophing. Er waren toen Tweede Kamerverkiezingen en ik bracht folders rond. Een paar jaar later zag ik hem voor het eerst echt. Bij een congres van de Jonge Democraten in 1994 sprak hij ons toe. Opvallend: hij was toen al 63, maar was op het toppunt van zijn kunnen, en uitermate populair onder jongeren. De oudere bohemien Van Mierlo belichaamde zowel persoonlijk, als politiek het jeugdige ideaalbeeld.
In dat jaar haalde hij ook zijn grootste verkiezingsoverwinning. Tijdens de verkiezingsbijeenkomst in Krasnapolksi in Amsterdam gaf hij, rommelend met zijn papieren op het spreekgestoelte, een prachtige speech. Samen met een aantal Jonge Democraten improviseerde we een loflied. Op de melodie "24 rozen" van Toon Hermans, werd het "24 zetels voor Hans". Uiteindelijk zong de hele zaal hem hiermee toe.
Na zijn ministerschap, nam hij in 1998 afscheid als politicus. Dat afscheid, in de Theatercompagnie in Amsterdam, was een mooie belevenis. Vrienden als Marcel van Dam hielden ontroerende en geestige verhalen. Acteurs Gijs Scholten van Asschat en Pierre Bokma nodigde Van Mierlo uit met hen een scene uit een Koningsdrama van Shakespeare te spelen, die handelde over macht, en het afleggen daarvan. Met die prachtige stem proefde hij de woorden van Shakespeare.
De jaren daarna heb ik als voorzitter van de Jonge Democraten een aantal maal met hem gediscussieerd. Toen ik net Kamerlid was ben ik hem een ochtend gaan opzoeken. Het was een miezerige dag, en toen hij de deur opendeed, zei hij: "Hou je van Appelflappen?" Samen liepen we naar de bakker en al boven de broodjes was het gesprek al op de stand van het land. Hij vroeg ook naar je persoonlijk welbevinden. Hij belde nog tot vorig jaar met enige regelmaat met tips, of vragen. Op sommige punten waren we ook het niet altijd eens -rond democratisering ben ik meer van de flank Jan Terlouw- maar hij woog je argumenten zorgvuldig, en gaf je altijd wat scherpe observaties mee, waar je weer over na kon denken. Zelfs toen ik hem in 2004 belde voor advies over een functie waar ik voor was gevraagd, gaf hij weer een intrigerende formulering: "Als politicus zou ik zeggen: doe het. Maar als ik je vader was, dan zou ik het je afraden." De meester van de paradox. Ik volgde overigens uiteindelijk zijn vaderlijk advies.
Een paar maanden geleden was er een bescheiden jubileumfeestje van een wat oudere medewerker van de Tweede Kamerfractie. Hij had beloofd te komen, en kwam. Hij was kwetsbaar, liep met een stok, maar ging gemoedelijk op een stoel zitten, achter een stapel kranten in onze werkruimte. Met een biertje in de hand vroeg hij naar de stand van zaken en ging in gesprek met onze jongere medewerkers. Je zag dat hij genoot dat al die (voor hem onbekende) jonge mensen, nog steeds bezig waren met de partij die hij ooit had opgericht.
De laatste keer dat ik hem zag was tijdens de Nieuwjaarsreceptie van de Burgemeester van Amsterdam. In een propvol Concertgebouw bekeek hij vanaf een stoel, samen met zijn vrouw Conny Palmen, de rondlopende mensen. Ik schudde hem de hand. Hij had hartelijke woorden, zei blij te zijn met al die nieuwe mensen bij de partij, en vertelde dat hij bezig was een boek te schrijven. Een paar weken geleden kregen we het nieuws dat het met zijn gezondheid steeds slechter ging. Een naaste van hem vertelde dat hij het einde voelde komen, en dat hij "nog intenser en liever was" dan ooit daarvoor.
De vriendelijke intellectueel, de bohemien die iedereen wel wilde zijn, de bedachtzame en scherpe politicus Hans van Mierlo is niet meer. Wat een eer hem te hebben gekend.