Woensdag 28 oktober - Hoofdinhoud

Drukke dag. Een aaneenschakeling van korte afspraken. In de ochtend twee procedurevergaderingen, aansluitend een gesprek met twee mensen uit de glastuinbouwsector over een tuinbouwpromo-onderwerp, volgende week in Nieuwspoort. De vaderlandse glasgroenten - zoals u weet van superbe kwaliteit en smaak - worden in een niet alledaagse setting gepresenteerd.

Om half twee moet ik een briefing voorzitten. De Algemene Rekenkamer presenteert een rapport over de verantwoording door de zogenaamde Rechtspersonen met een wettelijke taak, de RWT’s. U moet daarbij denken aan instanties als Wageningen UR, het UWV, het CBR en dergelijke. Er zijn er vele honderden die gezamenlijk een begroting hebben van meer dan ? 100 miljard en allemaal instanties die min of meer voor de overheid werken, daarbij een behoorlijke vrijheid hebben maar uiteindelijk allemaal onder de ministeriële verantwoordelijkheid vallen. En gelet op het bedrag dat erin omgaat wel de moeite waard om in het vizier te houden. De Rekenkamer constateert verbetering maar de informatievoorziening is nog niet voldoende.

Direct daarna een kort gesprek met iemand van ProRail over een spoorkwestie in Goes en dan in rap tempo naar een presentatie van de commissie De Jong. Die club is gevraagd een rapport te leveren over de kwestie ‘Staatsbosbeheer en de erfpacht’. U herinnert zich dat de Kamer over dat onderwerp, en misschien nog wel meer over het functioneren van Staatsbosbeheer in het algemeen, een klein jaar terug een stevig debat had met minister Verburg. De rol van SBB en de erfpachttarieven op de Waddeneiland maakten daar prominent deel van uit. De commissie De Jong heeft een advies uitgebracht, waar de minister - zo lijkt het althans - zich weinig aan gelegen laat liggen. Volgende week is er over dat onderwerp een Ronde Tafelgesprek en de week daarop andermaal een debat met de minister. Ik voorspel dat de Kamer niet met de minister op één lijn zit.

Na afloop van de presentatie door De Jong en haar commissieleden nog een korte ‘nazit’ met mensen van de eilanden om over het besprokene te praten, en dan op een drafje naar de overkant (Het Plein) waar ik met een goede kennis een eetafspraak heb.