Gemeenteraadsverkiezingen: tweederangs bij de PvdA
Ik las het boek van politicoloog Ruud Koole over zijn ervaringen als partijvoorzitter van de PvdA in 2001-2007. Het heet 'Mensenwerk'. Dat is, zo te lezen, raak getypeerd. Het is een dik boek. Het geeft een aardig beeld van hoe het in de PvdA eraan toegaat en hoe de machtsverhoudingen binnen de partij liggen. Een aardig beeld - dat is iets anders dan dat het er altijd even aardig aan toegaat.
Koole biedt ook een kijkje in de keuken van de verkiezingscampagnes. Daar wisten we al wat van dankzij de televisiedocumentaires over Wim Kok en de 'Wouter-tapes'. Nu voegt Koole er een reeks herinneringen plus diagnose aan toe. En dan tref ik vervolgens ineens op verschillende plaatsen de mededeling aan dat voor de PvdA de Tweede Kamerverkiezingen nummer één zijn en alle andere verkiezingen, letterlijk, 'second order'. Dat is Engels voor tweederangs. Dat geldt dus ook voor gemeenteraadsverkiezingen.
Voor het geval dat: onder andere blz. 260: "Ik was om die reden voor het rücksichtlos nationaliseren van de zogeheten second order elections (alle verkiezingen anders dan die voor de Tweede Kamer).
Interessant om te weten dat voor de PvdA de gemeenteraadsverkiezingen tweederangs zijn. Ze doen er niet zo toe. En als ze ertoe doen, kennelijk alleen in het licht van de 'echte verkiezingen' - die voor de Tweede Kamer. Niet erg aardig naar je eigen mensen die zich inspannen voor de gemeenteraadsverkiezingen. En het werpt ook een schril licht op het doen en laten van de PvdA op dit moment.
- 1.VVD-politicus en bestuurskundige, die een belangrijke rol speelde tijdens de formatie 2010 en daarna minister van Buitenlandse Zaken werd in het kabinet-Rutte I. Autoriteit op het gebied van veiligheids- en crisismanagement en oprichter van COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement BV. In Rotterdam en Leiden hoogleraar bestuurskunde en elf jaar Eerste Kamerlid voor de VVD, waarvan vijf jaar fractievoorzitter. Ondernam in 2010 met Wallage tevergeefs pogingen om een Paars kabinet te vormen, met GroenLinks als vierde partij. Zijn ministerschap verliep moeizaam. Had geen al te goede relatie met zijn ambtenaren. Hij kreeg verder onder meer te maken met de terechtstelling van Iraans-Nederlandse in Iran. Verdedigde met succes deelname aan missies in Afghanistan, Libië en Zuid-Soedan en zette zich in voor een vrij internet.