Afsplitsing groep-Aarden (1968) - Hoofdinhoud
Vanwege onenigheid over de politieke grondslag van de Katholieke Volkspartij i (KVP) ontstond er op 27 februari 1968 een splitsing in de KVP-Tweede Kamerfractie. Annie Kessel i, Paul Janssen i, Jacques Aarden i en vormden een nieuwe fractie (groep-Aarden). Harry van Doorn i nam ontslag als Kamerlid, waardoor zijn zetel behouden bleef voor de KVP.
Bij de val van het kabinet-Cals in de Nacht van Schmelzer i tekende zich al een scheiding der geesten af in de KVP-fractie. Vier leden (Van Doorn, Kessel, Laan en Verdijk) stemden tegen de motie van hun eigen fractievoorzitter. In 1967 ontstond er in de KVP onenigheid over de christendemocratische samenwerking en over de koers van de partij. De meerderheid van de KVP-leden was voorstander van een partij op basis van christelijke beginselen. Zij streefden naar een (federatieve) samenwerking met de Antirevolutionaire Partij i (ARP) en de Christelijk-Historische Unie i (CHU).
Een minderheid wilde de KVP echter omvormen tot een 'radicaal-vooruitstrevende' partij, waarin toenadering zou worden gezocht met (andere) vooruitstrevende partijen. Deze minderheid stond bekend als 'radicalen'. Vooral samenwerking met de, als behoudend bekend staande, CHU ging de radicalen te ver. In december 1967 werd in de KVP afgesproken dat beide toekomstmogelijkheden zouden worden onderzocht.
Bij de verkiezingen voor een nieuw partijbestuur van de KVP in januari 1968 leden de radicalen een nederlaag. Hierop ontstond er in de KVP een crisissfeer waarin een partijscheuring dreigde. Om de crisis te bezweren werd besloten om een commissie van vier wijze mannen in te stellen. Deze commissie deed een verzoeningspoging, die echter al snel werd doorkruist door KVP-fractievoorzitter Norbert Schmelzer. i
Het optreden van Schmelzer in een televisieuitzending van politieke partijen met de fractievoorzitters van ARP en CHU over de verdere christendemocratische samenwerking, was directe aanleiding voor een breuk. Voor een deel van de radicalen ging dit te ver en nadat de KVP-fractie zich in grote meerderheid achter Schmelzer had geschaard, besloten vier leden de fractie te verlaten. Na hun uittreden richtten zij samen met christenradicalen uit de ARP een nieuwe partij op, Politieke Partij Radicalen i (PPR).
Bij de verkiezingen van 1971 behaalde de PPR twee zetels waardoor Aarden terugkeerde in de Kamer. Van Doorn werd na de verkiezingen van 1972 namens de PPR minister in het kabinet-Den Uyl i.
Meer over