Lissabon in de praktijk - Hoofdinhoud
Het Verdrag van Lissabon is nu van kracht en je merkt dat de Raad Algemene Zaken en de Raad Extern Beleid nog zoeken naar de juiste manier om met de nieuwe regels om te gaan.
Afgelopen maandag was er eerst een Raad Algemene Zaken (RAZ) en vervolgens een Raad Extern Beleid (REB). Vorig jaar zouden die raden nog naadloos in elkaar zijn overgegaan, nu verandert er duidelijk iets in de werkwijze. De RAZ wordt nog steeds voorgezeten door het roulerende voorzitterschap, nu is dat Spanje. De agenda was deze keer bijzonder mager, een algemene discussie over de prioriteiten van het Spaanse voorzitterschap. Daarom grepen de lidstaten de mogelijkheid aan om hun visie te geven op de wijze waarop zij deze Raad graag zien functioneren.
Samen met mijn Franse collega heb ik een lans gebroken voor een opzet die recht doet aan de bedoeling van het Verdrag van Lissabon. De RAZ heeft daarin uitdrukkelijk de opdracht gekregen de Europese Raad (van staatshoofden en regeringsleiders) voor te bereiden. Dat betekent dat onderwerpen die door alle raden worden behandeld eerst worden besproken in de RAZ om zo een optimale voorbereiding van de Europese Raad mogelijk te maken. Dan kunnen zaken die bijvoorbeeld door de ministers van Justitie, Financiën of Buitenlandse Zaken zijn besproken en niet definitief afgehandeld (dus waar de Europese Raad zich over moet buigen) in onderlinge samenhang worden bekeken, hoofd- van bijzaken worden onderscheiden en de hoofdpunten aan de chefs worden voorgelegd. Nu gebeurt dit alles nog te vaak door hoge ambtenaren. Wij zijn van oordeel dat dit een politiek proces moet zijn, zodat wij daar ook deugdelijk verantwoording over af kunnen leggen tegenover het Europese Parlement en de nationale parlementen.
De meeste landen steunden onze opvatting, al merk je ook dat er hier en daar wel aarzelingen zijn. Dat heeft alles te maken met het zoeken naar de juiste verhouding tussen de instellingen en met het invullen van de rollen van zowel het zesmaandelijkse voorzitterschap, de vaste voorzitter van de Europese Raad en de voorzitter van de Commissie. Bovendien speelt hier ook de situatie in de lidstaten zelf een rol. De voorbereiding van Europese Raden en de coördinatie van Europees beleid is sterk verschillend geregeld per lidstaat en zal in vele gevallen moeten worden aangepast aan de nieuwe verdragsregels, als men ten minste serieus werk wil maken van die nieuwe regels. Ook in Nederland zal hierover goed moeten worden nagedacht, zodat wij zo effectief mogelijk ons standpunt voor het voetlicht krijgen en dat wij zoveel mogelijk voor Nederland binnenhalen op het hoogste niveau.
Ook die andere raad, de REB, zal echt anders moeten gaan werken. De voorzitter is Hoge Vertegenwoordiger Ashton, zo staat het duidelijk in het verdrag, maar Spanje moet hier nog aan wennen, want gaat er als een soort co-voorzitter naast zitten. Ook hier is het zaak het Verdrag van Lissabon het volle pond te geven, willen we de Hoge Vertegenwoordiger ook de voorziene rol laten vervullen in relatie tot andere hoofdrolspelers op het Europese toneel. Ashton zit de vergadering en de werklunch trouwens zeer goed voor. Zakelijk, to the point, oplossingsgericht en met respect voor alle standpunten. Dat smaakt in ieder geval naar meer.