Waarom is de krimp in Nederland groter dan in Spanje of België - Hoofdinhoud
Het voelt niet eerlijk dat een land als de Verenigde Staten waar de ellende is begonnen is, minder krimp kent dan een land als Duitsland. Maar het is boeiend om te zien welke landen het meeste door de economische krimp getroffen worden. Maar het is boeiend om te zien welke landen het meeste door de economische krimp getroffen worden.
Het is daarbij vaak niet duidelijk hoe dat verschil te verklaren. De Verenigde Staten kent een belangrijke financiële sector die zwaar door de crisis geraakt wordt. Daar staat tegenover dat Duitsland veel investeringsgoederen, auto’s en machines, produceert waarbij vraag zeer gevoelig is voor vertrouwen van producenten en consumenten.
Dan is de Duitse krimp misschien nog te begrijpen maar waarom is de krimp in België en Spanje minder dan in Nederland. Is het niet zo dat België nog steeds een relatief grote, conjunctuurgevoelige industrie kent? Is het niet zo dat in Spanje de bouw hard onderuit is gegaan? Tijdens dergelijke overpeinzingen schoot mij te binnen dat een deel van de verklaring lag in handelsbalans, het verschil tussen export en import: landen met een tekort (Spanje, Verenigde Staten) worden minder hard getroffen door de vraaguitval dat landen met een overschot (Duitsland, Nederland).
De figuur bevestigt dit. Het laat het verband tussen netto handel en de krimp zien, waarbij de krimp is bekeken voor het tweede kwartaal van 2008 tot en met het eerste kwartaal van 2009. Hierbij zijn gegevens voor 26 OECD-landen gebruikt. Nederland is het rode punt. Het overschot betekent Nederland anderhalf procent extra krimp. Tuurlijk is dit een vlugge grove benadering. En het verklaart niet het hele verschil. Maar het bevestigt wel de eerste gedachte dat netto exporteurs harder door de crisis getroffen worden.
Landen als Duitsland en Nederland zullen relatief veel moeten doen om de vraag op peil te houden; zij moeten de wegvallende vraag door de netto export zien op te vangen. Het Stabiliteitspact brengt daarom nog geen stabiliteit. In een tijd van neergang moet er een onderscheid worden gemaakt tussen landen met een overschot en landen met een tekort op de handelsbalans. Een les uit deze crisis. Maar eerlijk …