Antwoorden op vragen over het bericht dat de Haagse Hogeschool geen kerstboom meer plaatst

publicatie datum 7 januari 2010
Kamer Tweede Kamer
bevraagde ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1
beantwoordende ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1
kamerleden M.C.F. (Rita) Verdonk2

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2009–2010

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

995

Vragen van het lid Verdonk (Verdonk) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat de Haagse Hogeschool geen kerstboom meer plaatst. (Ingezonden 10 december 2009)

1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat de Haagse Hoge school dit jaar geen kerstboom plaatst om zo

«het internationale karakter en de diversiteit binnen de school te benadrukken»?

2

Deelt u de mening dat de etnische achtergrond van een aantal studenten van de Haagse Hogeschool geen reden kan zijn om geen kerstboom te plaatsen?

3

Deelt u de mening dat de kerstboom deel uitmaakt van de Nederlandse cultuur en daarom op iedere school geplaatst moet kunnen worden?

4

Kunt u toezeggen dat er op alle scholen in Nederland een kerstboom komt te staan? Zo nee, waarom niet?

Toelichting

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van de leden Wilders, Bosma en Fritsma (allen PVV), ingezonden 10 december 2009 (vraagnummer 2009Z24084).

Antwoord

Antwoord van minister Plasterk (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 15 december 2009)

1 Ja.

2

Ja. Overigens was dat hier ook niet het geval. De voorzitter van het College van Bestuur van de Haagse Hogeschool heeft mij verzekerd dat er geen relatie is tussen de achtergrond van studenten en de plaatsing van deze ene kerstboom. Er staan 82 kerstbomen in de Haagse Hogeschool.

3 Ja.

4

Nee, dit is aan de scholen, ons land heeft geen van overheidswege verplichte feestversiering. Wij zijn hier niet in Noord-Korea.

KVR38733 2009Z24094 0910tkkvr995 ISSN 0921 - 7398 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2010


  • 1. 
    Dit ministerie draagt de zorg voor het scheppen van een wettelijk kader voor het onderwijs, voor het uitvoeren van onderwijswetten en het verstrekken van financiële middelen daarvoor. Daarnaast heeft het ministerie de zorg voor de bevordering van wetenschappelijk onderwijs en wetenschapsbeleid en voor het cultuur- en mediabeleid. 'OCW' is sinds 2012 ook verantwoordelijk voor het emancipatiebeleid en sinds 2017 voor het 'groen onderwijs'.
     
  • 2. 
    Spraakmakende politica in het post-Fortuyn-tijdperk. Kreeg na haar studie in Nijmegen leidinggevende functies bij onder meer het gevangeniswezen en werd in 2003 als 'buitenstaander' minister voor Vreemdelingenbeleid en Integratie in het tweede kabinet-Balkenende. Was daarna het boegbeeld van het strengere asielbeleid en greep haar toenemende populariteit aan om zich te mengen in de leiderschapsstrijd bij de VVD. Zij werd echter verslagen door Rutte, maar kreeg bij de Kamerverkiezingen in 2006 als nummer twee wel meer stemmen. Claimde toen een leidende rol in de VVD en werd later uit de fractie gezet. De door haar in 2008 opgerichte beweging 'Trots op Nederland' bleek uiteindelijk geen succes. Sinds 2022 is zij raadslid voor Hart voor Den Haag.