Europese leiders blikken al naar 2020. Nieuw Verdrag van Lissabon heeft sterke effecten

maandag 21 december 2009, 7:56, analyse van Dr. Jan Werts1

De Europese staatshoofden en regeringsleiders richten de blik al op 2020. In februari houden bovendien een extra vergadering om een economisch saneringsplan te bespreken. Onder het nieuwe Verdrag van Lissabon2 blijft consensus, hoe moeilijk dat vaak ook is, vereist voor besluitvorming. De laatste vergadering van 2009 bracht overeenstemming over financiering tot 2012 van maatregelen tegen de klimaatomslag.

Inhoudsopgave

  1. Europese leiders blikken al naar 2020. Nieuw Verdrag van Lissabon heeft sterke effecten
  2. Exitstrategie economische crisis
  3. Nieuw vergadersysteem
  4. Consensus vereist voor besluit
  5. Frans-Duitse rel beslecht
  6. Evenwichtskunstenaar Barroso

1.

Europese leiders blikken al naar 2020. Nieuw Verdrag van Lissabon heeft sterke effecten

De Europese staatshoofden en regeringsleiders richten de blik al op 2020. Zij hielden op 10 en 11 december in Brussel een Europese Raad3 die zowel onder het regime van het voorbije Verdrag van Nice4 viel als onder dat van Lissabon dat 1 december in werking is getreden. De doorwerking van het nieuwe verdrag op ‘Brussel’ is sterker dan aanvankelijk is gedacht. Premier Jan Peter Balkenende5 is daarmee overigens wel tevreden.

De slotconclusies van de Europese Raad onderstrepen de noodzaak van een ‘fundamenteel nieuwe structuur voor het financieel toezicht in Europa’. In februari bespreekt de Europese Raad een nieuwe Lissabonstrategie voor modernisering van de economie tot 2020. Vergrijzing en klimaatverandering worden belangrijke elementen. Verder nam de Raad een JBZ-meerjarenprogramma tot 2014 aan voor justitiële projecten inzake bijvoorbeeld migratie, persoonsgegevens, misdaad en terrorismebestrijding.

Veel aandacht kreeg de financiële bijdrage aan de VN Conferentie over Klimaatverandering (UNFCCC) waarover inmiddels op 19 december in Kopenhagen besluiten zijn genomen. De Europese Raad was daarbij aanwezig. De Europese leiders moesten in Kopenhagen ondergaan hoe de Amerikaanse president Barack Obama6 met de leiders van Brazilië, China, India en Zuid-Afrika een weinig ambitieus akkoord sloot over maatregelen tegen de klimaatomslag. De EU, die hogere ambities heeft, moest zich daarbij mokkend aansluiten.

Europa beloofde een ‘snelstartfinanciering’ van 2,4 miljard per jaar voor de periode 2010 tot 2012. Dat is overigens meer dan waarop was gehoopt. Nederland zal komende jaren in totaal 300 miljoen storten. Alle andere EU-landen doen mee. Soms slechts symbolisch, zoals Bulgarije met naar verluidt 20.000 euro. De lastenverdeling per land bleek tijdens de Europese Raad van december onmogelijk omdat Polen en andere oostelijk gelegen armere EU-landen de hand op de knip houden. Wat Europa vraagt is echter minder is dan één procent van wat de Unie jaarlijks aan deze landen aan financiële steun overmaakt.

Genoemde 2,4 miljard vormen de Europese bijdrage aan een volgens de VN wereldwijd vereist bedrag van zeven miljard jaarlijks voor de jaren 2010 tot en met 2012. Dat geld is nodig voor urgente maatregelen tegen de klimaatomslag. De conclusies van de Europese Raad spreken van beperking van de emissies ‘met bijzondere nadruk op de kwetsbare en minst ontwikkelde landen’.

2.

Exitstrategie economische crisis

Een jaar geleden lanceerde de Europese Raad zijn Economisch Herstelplan als reactie op de crisis in het bankwezen. Nu volgt nu de zogenaamde exitstrategie naar normalisering. De enorme tekorten op de overheidsbegrotingen ter stimulering van het economisch bestel worden vanaf ‘uiterlijk 2011’ langs het Stabiliteits en Groeipact7 afgebouwd. De overheidsgaranties aan banken moeten het eerst verdwijnen. De Europese Centrale Bank maakte op 18 december bekend dat hier afschrijvingen (dus potentiële verliezen ten laste van de belastingbetaler) op het spel staan ten belope van het fabelachtige bedrag van 553 miljard euro!

De Europese Raad mikt er verder op dat Ministerraad en Europees Parlement8 binnenkort een ‘compleet maatregelenpakket’ overeenkomen voor meer toezicht op de banken, verzekeringen en effectenmarkten dat al in 2010 ingaat.

De Top bracht een nieuwe term voort: innovatieve financiering. De Unie zoekt fiscale bronnen voor de financiering van de klimaatinspanningen en de sanering van het vastgelopen bankwezen. Daartoe duikt een begrip op dat voorheen altijd als niet serieus en onuitvoerbaar is weggelachen: de Tobintaks. De conclusies hierover zijn overigens nog vaag. Ze mikken op het IMF9 en de G2010.

‘De Europese Raad benadrukt hoe belangrijk het is om het economische en sociale contract tussen de financiële instellingen en de samenleving die zij dienen, te vernieuwen en ervoor te zorgen dat de burgers in goede tijden profijt trekken en beschermd zijn tegen risico’s. De Europese Raad moedigt het IMF aan om zich tijdens zijn toetsing te beraden op het volledige scala van opties. Daaronder (….) een mondiale heffing voor financiële transacties’, aldus de conclusies. Ministerraad en Commissie is meteen al verzocht ‘de belangrijkste beginselen te omschrijven waaraan nieuwe wereldwijde regelingen moeten voldoen’.

3.

Nieuw vergadersysteem

Dit was de laatste Europese Raad onder het regime waarmee de nationale politieke leiders in 1974 dergelijke bijeenkomsten zijn begonnen. Volgende keer geldt artikel 9B van het Verdrag van Lissabon waarbij de vaste voltijdse voorzitter, in casu de Belg Herman Van Rompuy11, de vergadering leidt. De Zweedse premier Fredrik Reinfeldt12 was de laatste parttime voorzitter die bij toerbeurt om de zes maanden de vergadering (voortreffelijk) leidde. Toekomstig voorzitter Van Rompuy hield een tafelrede waarin hij een tipje van de sluier oplichtte die nog over zijn nieuwe functie hangt.

Inmiddels blijkt dat ‘Lissabon’ ingrijpende gevolgen heeft. Voor het eerst waren de ministers van Buitenlandse Zaken (BZ) van de 27 lidstaten niet genodigd, wat door sommigen met gemor is aanvaard. De ministers van Buitenlandse Zaken worden voortaan vertegenwoordigd door de nieuwe Hoge Vertegenwoordiger voor het GBVB13 de Britse barones Catherine Ashton14.

Tot nu toe waren ook de ministers van Financiën welkom ingeval het om economische of monetaire kwesties ging. Krachtens het nieuwe verdrag komen álle nationale ministers voor deelname aan de Europese Raad in aanmerking ‘indien de agenda zulks vereist’. Voortaan nodigt Raadsvoorzitter Van Rompuy naar rato van zijn belangrijkste agendapunt ministers uit. Minstens eenmaal per jaar komen die van BZ of Financiën aan de beurt, daarnaast bijvoorbeeld die van Justitie als JBZ hoofdmoot van de agenda is, of die van landbouw wanneer het GLB weer eens wordt hervormd.

Premier Jan Peter Balkenende was best te spreken over de nieuwe aanpak. Hij verwacht dat er meestal helemaal geen ministers meer genodigd worden. Dat laat het toe dat de deelnemers in een ring overzichtelijk bijeen zitten. ‘Eindelijk hebben wij aan tafel weer oogcontact en zit je niet tegen een schermpje te praten. Bovendien is er nog maar één vergadering. Dus niet daarnaast nog een afzonderlijke bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken’, aldus Balkenende. De (weinige) ambtenaren van Buitenlandse Zaken die hem vergezelden waren echter ‘not amused’ over het thuislaten van hun chef Maxime Verhagen15.

4.

Consensus vereist voor besluit

Consensus ofwel unanimiteit16 blijft onder het Verdrag van Lissabon de vuistregel voor de besluitneming in de Europese Raad3. Dat blijkt uit het huishoudelijk reglement dat op 1 december tegelijk met genoemd verdrag in werking is getreden. Besluitneming buiten de vergadering om via een schriftelijke procedure is ook mogelijk en ook die besluiten worden gepubliceerd. Meestal komt dit in het Publikatieblad van de EU, dat een hogere standing heeft dan het Bulletin van de EU dat zulke besluiten voorheen integraal opnam.

Min of meer nieuw is dat niettemin iedere regeringsleider of staatshoofd dan wel de Commissievoorzitter om een stemming over een voorstel kan vragen. De meerderheid beslist dan of dat doorgaat. Vervolgens zijn 14 op in totaal 27 stemmen vereist voor een besluit. Noch de voorzitter van de Raad noch die van de Commissie hebben voortaan stemrecht. Stemmen in de Europese Raad is overigens iets dat maar eens in de ongeveer twintig jaar gebeurt, afgezien van de zeldzame gevallen waarin het Verdrag een stemming voorschrijft.

Het is voor het eerst sedert de Europese Raad in 1974 werd gecreëerd dat vergaderingen verlopen op basis van een huishoudelijk reglement (Rules of Procedure). Tegelijk blijft het klassieke halfjaarlijks roulerend voorzitterschap van de ‘gewone’ Raad van Ministers in zijn diverse samenstellingen (economie, milieu, landbouw e.a.) volledig functioneren. De diverse vakministers blijven dus om de beurt zesmaandelijks voorzitter. Het staatshoofd dan wel de regeringsleider van het voorzittende land dreigt zodra zijn land aan de beurt is voortaan echter ‘werkloos’ te worden. Zijn rol is overgenomen door vaste voorzitter Van Rompuy.

De Spaanse premier José Luis Zapatero17 is de eerste die hieraan (onder protest) moet wennen omdat zijn land per komend Nieuwjaar EU-voorzitter is. Om aan de bezwaren van regeringschefs tegemoet te komen blijft het staatshoofd dan wel de aan de beurt zijnde regeringsleider zesmaandelijks voor het Europees Parlement zijn programma presenteren en na afloop van de periode nogmaals de resultaten toelichten. Het is echter Van Rompuy die als voorzitter voortaan het parlement persoonlijk verslag doet van alle Europese Raden.

Altijd is beweerd dat onder ‘Lissabon’ alles eenvoudiger zou worden. De werkelijkheid blijkt nu anders. Om te vermijden dat de drie voorzitters (van de Europese Raad, de halfjaarlijkse voorzitter/staatshoofd of premier, de raadsvoorzitter Algemene Zaken) elkaar voor de voeten gaan lopen voeren zij op initiatief van Van Rompuy ‘regelmatige besprekingen’, zo luidt het nieuwe reglement.

Zoals voorheen blijft de Europese Raad onder het nieuwe verdrag twee keer per halfjaar vergaderen. Daarnaast kan de voorzitter extra vergaderingen uitschrijven. Van Rompuy begint daarmee al meteen, per medio februari als opwarmer voor de traditionele lentemeeting van maart. Hij wil dan de aanpak van de economische crisis en de genoemde Lissabonstrategie bespreken.

Als de Europese Raad het nieuwe huishoudelijk reglement volgt wordt het minder gebruikelijk om ‘toppen’ op te fleuren met het bezoek van een belangrijk buitenlands president of regeringsleider, bijvoorbeeld de Russische president Vladimir Putin. Dat leverde altijd veel publiciteit op maar bracht verder weinig resultaat (het bezoek van Putin in 2006 aan de Europese Raad maakte de verhoudingen er zelfs niet beter op).

Belangrijk is de splitsing van de (meestal maandelijkse) vergadering van de ministers van Buitenlandse Zaken van de Unie in een Raad Algemene Zaken, onder leiding van de minister van het land dat het roulerende voorzitterschap bekleedt en anderzijds een Raad Buitenlandse Zaken voortaan onder leiding van HV Ashton. Voorzitter Van Rompuy en Commissievoorzitter Barroso prepareren de vergaderingen van de Europese Raad samen met de halfjaarlijks roulerende minister van buitenlandse zaken die de Raad Algemene Zaken voorzit.

De vergaderingen van de Europese Raad blijven onder dit reglement strikt besloten en geheim (‘professional secrecy’). Dit belet niet dat de staatshoofden en regeringsleiders ieder voor zich, plus afzonderlijk tezamen de voorzitters van Rompuy en Barroso na afloop 28 persconferenties (blijven) geven. Omdat hun belangen vaak nogal uiteenlopen en elke deelnemer zijn eigen rol in de zon wil zetten, blijft van het besprokene weinig geheim. Er komen naast de traditionele ‘Conclusies’ voortaan enkele weken nadien ook nog notulen. Die geven echter geen inzicht in het verloop van de vergadering en sommen alleen de genomen besluiten nog eens op.

5.

Frans-Duitse rel beslecht

In de aanloop naar de vergadering leidde de portefeuilleverdeling in de Commissie Barroso II18 tot een diplomatieke rel tussen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Inzet waren de belangrijke posten Interne Markt en Landbouw. De Britse regering wilde dat voorzitter Barroso (die krachtens het Verdrag van Lissabon de portefeuilles mag verdelen) de ‘Financiële Diensten’ zou afsplitsen van de portefeuille Interne Markt. Londen is bang voor Franse regeldrift ten nadele van de Londense City.

Die angst verhevigt, nu de portefeuille Interne Markt het werkterrein wordt van de nieuwe Franse commissaris Michael Barnier. Barroso weigerde echter zo’n afsplitsing. Hij betoogde dat de wetgeving inzake de financiële diensten altijd onderdeel is geweest van de beoogde voltooiing van de interne markt. Als onmiddellijke concessie aan Londen benoemde Barroso wel meteen een Brit tot directeur-generaal Interne Markt. Om ‘op Barnier te letten’, zogezegd.

Vervolgens kraaide in Parijs president Sarkozy19 provocatief victorie. Hij beweerde dat zijn land voortaan twee commissarissen had. Naast Barnier is de nieuwbenoemde Roemeense landbouwcommissaris Dacian Ciolos20 qua opleiding en landbouwpolitieke opvattingen ook ’n Fransman, aldus Sarkozy.

Het is echter ongehoord om na afloop van zo’n portefeuilleverdeling andere landen als ‘losers’ aan te wijzen, zoals Sarkozy deed. Het protest hierover vooral uit Londen duurde dagenlang totdat de Franse president met de Britse premier Gordon Brown21 tijdens de Europese Raad voor de pers verscheen. Samen streken zij de plooien glad. Dat verliep via Franse steun aan voorstellen van Brown tot instelling van een speciale belasting op hoge bankbonussen en de genoemde Tobintaks.

6.

Evenwichtskunstenaar Barroso

Bovenstaande portefeuilleverdeling laat zien hoe de Commissievoorzitter22 via zijn benoemingsbeleid vooral de grote lidstaten probeert tegemoet te komen. Barroso toonde daarbij balanceerkunst. Frankrijk kreeg de begeerde post interne markt, nadat Barroso vijf jaar geleden Parijs had afgescheept met de middelsoort post transport.

Tegelijk gaan in de Commissie Barroso II diverse sleutelposten naar commissarissen afkomstig uit kleinere landen zoals Finland (Economische en Monetaire Zaken), België (Handelsbeleid), Luxemburg (Justitie), Estland (Transport) en Oostenrijk (Regionaal beleid).

Nederland valt met Neelie Kroes23 en haar ‘Digitale Agenda’ in een lichtere categorie. Het kabinet droeg haar herbenoeming pas voor toen de leukste posten al verdeeld waren. Meegespeeld heeft verder wellicht dat Nederland als enige van de kleinere lidstaten al vijftig jaar lang een sleutelpost had in de Commissie. De nieuwe Commissie moet nog door het Europees Parlement worden aanvaard. Gemikt wordt daarvoor op 26 januari.

Meer over ...

  • Columns & Analyses

  • 1. 
    Jan Werts is sinds 1976 journalist en publicist in Brussel, waar hij eerder onder meer werkte als correspondent van de Haagsche Courant. Verder was hij zes jaar als journalist werkzaam in Washington. Hij promoveerde in 1991 aan de Vrije Universiteit Brussel in het Europees en internationaal recht op een dissertatie over de Europese Raad. In 2008 verscheen hiervan een herziene versie. Schrijft analyses over Europese Toppen, gebundeld in het document Hoe Europa al tien jaar lang crises bevecht - 100 plus analyses van Jan Werts (link opent in nieuw venster).
     
  • 2. 
    Dit Europese verdrag voerde een aantal hervormingen door om de Europese Unie democratischer en beter bestuurbaar te maken nadat in 2004 en 2007 twaalf nieuwe landen lid zijn geworden van de Europese Unie. Het Verdrag van Lissabon is op 1 december 2009 in werking getreden.
     
  • 3. 
    De Europese Raad bestaat uit de regeringsleiders of staatshoofden van de 27 lidstaten van de Europese Unie, de vaste voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie. Alleen de regeringsleiders of staatshoofden hebben stemrecht tijdens de vergaderingen. De Europese Raad heeft geen wetgevingstaak, maar stelt wel de politieke richting van de EU vast.
     
  • 4. 
    Dit Europese verdrag heeft institutionele hervormingen mogelijk gemaakt die met het oog op de uitbreiding van de Europese Unie met de tien landen in het oosten en zuiden van Europa noodzakelijk waren. Het Verdrag van Nice is op 1 februari 2003 in werking getreden.
     
  • 5. 
    Zeeuwse CDA-politicus die negen jaar partijleider en acht jaar premier was. Afkomstig uit de wetenschap en partijideoloog, die eigen verantwoordelijkheid van burgers voorstond. Als Tweede Kamerlid financieel woordvoerder. Werd in 2001 onverwacht lijsttrekker van het CDA na de machtstrijd tussen De Hoop Scheffer en Van Rij. Leidde vanaf 2002 als premier kabinetten van wisselende samenstelling in een na de moord op Fortuyn politiek instabiele periode. Probeerde terugkeer van 'normen en waarden' op de politieke agenda te zetten. Nadat zijn tweede kabinet diverse hervormingen had doorgevoerd, was zijn vierde kabinet op dat punt minder daadkrachtig. Een bankencrisis werd wel bezworen. In zijn publieke optredens soms wat onhandig, maar niettemin - of juist daardoor - lange tijd populair en succesvol. De verkiezingen van 2010 verliepen voor zijn partij echter desastreus, waarna hij de politiek verliet. Sinds 2022 minister van staat.
     
  • 6. 
    Barack Obama (1961) was van 20 januari 2009 tot 20 januari 2017 de 44e president van de Verenigde Staten. Hij werd op 4 november 2008 gekozen. Obama, zoon van een Keniaanse immigrant en deels opgegroeid op Hawaï, was onder meer werkzaam bij een kerkelijke organisatie voor sociaal werk en op advocatenkantoren. Hij was lector (hoogleraar) aan de rechtenfaculteit van de Universiteit van Chicago. In 2005 werd Obama senator voor Illinois. Bij de voorverkiezingen van de Democratische Partij in 2007-2008 versloeg hij Hillary Clinton.
     
  • 7. 
    In het Stabiliteits- en Groeipact spreken de landen die lid zijn van de Europese Unie af dat hun begrotingen in evenwicht zijn of een overschot hebben. Dat betekent dat de regeringen niet meer geld uitgeven dan ze ontvangen. Dat doel hoeft nog niet meteen bereikt te worden, maar de EU-landen moeten er wel naartoe werken. De afspraken zijn gemaakt in 1997.
     
  • 8. 
    Het Europees Parlement (EP) vertegenwoordigt ruim 450 miljoen Europeanen en bestaat momenteel uit 720 afgevaardigden (inclusief voorzitter). Nederland heeft 31 zetels in het Europees Parlement. Het Europees Parlement wordt geacht een stem te geven aan de volkeren van de 27 landen die aan de Unie deelnemen, en vooral te letten op het belang van de Unie in zijn geheel.
     
  • 9. 
    Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) is de VN-organisatie, dat de stabiliteit van het internationale monetaire systeem in de gaten houdt. Om deze stabiliteit te behouden en financiële crises te voorkomen, analyseert het IMF nationale, regionale en mondiale economische en financiële ontwikkelingen. Ook biedt het IMF hulp bij het beteugelen van economische crises.
     
  • 10. 
    Dit internationale forum bestaat uit de 19 grootste nationale economieën plus de Europese Unie. De officiële naam van de G20 is de 'Groep van Twintig Ministers van Financiën en Voorzitters van Centrale Banken'. De G20 heeft tot doel bij te dragen aan wereldwijde economische groei en ontwikkeling.
     
  • 11. 
    Herman Van Rompuy (1947) was van 1 december 2009 tot 1 december 2014 vaste voorzitter van de Europese Raad. Hij begon zijn werkzaamheden op 1 januari 2010. Hij werd op 19 november 2009 in die functie voor tweeënhalf jaar gekozen door de Europese Raad en op 1 maart 2012 herbenoemd. Van 30 december 2008 tot 25 november 2009 was Van Rompuy minister-president van België. Hij begon zijn loopbaan bij de Nationale Bank en vervulde daarna diverse politieke functies. Zo was hij staatssecretaris, senator, voorzitter van de CVP, viceminister-president en minister van Begroting, en Kamervoorzitter. Van Rompuy is lid van de Vlaamse christendemocratische partij CD&V. Hij leidde in 2008-2009 een kabinet van christendemocraten, liberalen en Waalse socialisten. Sinds 1 september 2015 is hij voorzitter van het European Policy Centre.
     
  • 12. 
    Fredrik Reinfeldt (1965) was in 2006-2014 minister-president van Zweden. Hij was leider van de conservatief-liberale Moderaterna-partij, die in 2004 een coalitie (Allians för Sverige) vormde met de christendemocraten, de Volkspartij (sociaal-liberalen) en de Centrumpartij (boeren). Reinfeldt, die economie heeft gestudeerd, zit sinds 1991 in de Zweedse Rijksdag en werd in 2003 leider van zijn partij.
     
  • 13. 
    De Hoge Vertegenwoordiger (HV) geeft de Europese Unie internationaal gezien één gezicht en één stem op het terrein van het buitenlands en veiligheidsbeleid. Zo moet er meer samenhang in het externe optreden en het buitenlandse beleid van de Europese Unie komen. De HV deelt het podium met de Vaste voorzitter van de Europese Raad. Deze onderhoudt namens de EU de contacten op het niveau van staatshoofden en regeringsleiders.
     
  • 14. 
    Barones Catherine (Cathy) Ashton of Upholland (1956) was van 1 december 2009 tot 1 november 2014 Hoge Vertegenwoordiger van Buitenlands en Veiligheidsbeleid. Zij was in de Commissie-Barroso II tevens eerste vicevoorzitter. In 2008 volgde zij Peter Mandelson op als eurocommissaris voor handel. Barones Ashton leidde in de jaren tachtig projecten voor arbeidsparticipatie van gehandicapten. Daarna was zij voorzitter van de Gezondheidsautoriteit in Hertfordshire. In 1999 werd zij voor Labour lid van het Hogerhuis. Barones Ashton was onderstaatssecretaris van onderwijs, constitutionele zaken en justitie. In mei 2008 werd zij leider van Labour in het Hogerhuis.
     
  • 15. 
    CDA-voorman, die het tot minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Balkenende IV en vicepremier in het kabinet-Rutte I bracht, maar die in 2012 afzag van het politiek leiderschap. Zoon van een Limburgse gedeputeerde. Als (jong) historicus werd hij fractiemedewerker en, in 1989, Europarlementariër, alvorens in 1994 de overstap te maken naar de CDA-Tweede Kamerfractie. Ontpopte zich als vaardig woordvoerder asielbeleid en buitenlandse en Europese zaken. Toen Balkenende in 2002 premier werd, nam hij het fractievoorzitterschap over. Als diens secondant schuwde hij harde uithalen naar tegenstanders niet ('Met Bos bent u de klos'). Genoot van het ministerschap van BZ, maar mede vanwege rugklachten werd hij in 2010 minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Stond bekend als emotioneel en slim en als strateeg. Vanaf 2013 was hij tien jaar voorzitter van Bouwend Nederland.
     
  • 16. 
    Eenparigheid van stemmen wil zeggen dat een voorstel alleen aangenomen kan worden wanneer geen enkele lidstaat tegen het voorstel stemt, én alle lidstaten een stem uitbrengen. Dit wordt ook wel unanimiteit genoemd. Bij afwezigheid van een lidstaat kan een voorstel niet worden aangenomen.
     
  • 17. 
    José Luis Rodriguez Zapatero (1960) was van 17 april 2004 tot 20 december 2011 minister-president van Spanje. Hij werkte als wetenschapper en is sinds 1986 lid van de Spaanse Volksvertegenwoordiging. In 2000 werd Zapatero partijleider van de sociaaldemocratische PSOE.
     
  • 18. 
    Deze Europese Commissie was in functie van 10 februari 2010 tot 1 november 2014. Voorzitter was de Portugees José Manuel Barroso, die op 16 september 2009 door het Europees Parlement werd gekozen. VVD-politica Neelie Kroes was een van de vicevoorzitters van de Commissie en was beslast met de portefeuille digitale agenda, nadat zij in Commissie-Barrosso I verantwoordelijk was geweest voor mededingingsbeleid.
     
  • 19. 
    Nicolas Sarkozy (1955) was in 2007-2012 president van Frankrijk. Hij was advocaat, burgemeester en Kamerlid en onder president Chirac enkele keren minister (van Binnenlandse Zaken en van financiën en Economische Zaken). Hij was politiek leider van de conservatief-liberale partij UMP.
     
  • 20. 
    De Roemeen Dacian Ciolos (1969) is sinds 1 juli 2019 lid van het Europees Parlement. Hij was in 2010-2014 lid van Europese Commissie, belast met landbouw en plattelandsontwikkeling. Van november 2015 tot januari 2017 was hij premier als leider van een zakenkabinet. In 2019-2021 was hij fractieleider van Renew Europe in het Europees Parlement. Ciolos is landbouweconoom en landbouwkundig ingenieur en was werkzaam bij diverse projecten in oostelijk Frankrijk. Tevens was hij ambtenaar bij het DG Landbouw en Landelijke Ontwikkeling van de Europese Commissie, projectleider en adviseur van de Roemeense minister van Landbouw. In het kabinet-Popescu-Tariceanu (oktober 2007-december 2009) was hij partijloos minister van Landbouw. In 2009 werd Ciolos lid van een regeringscommissie voor landbouw- en plattelandsbeleid.
     
  • 21. 
    Gordon Brown (1951) was van juni 2007 tot mei 2010 minister-president van het Verenigd Koninkrijk. Hij was leider van de Labour Party. Sinds 1983 is hij lid van het Britse Lagerhuis. Brown begon zijn loopbaan als docent en journalist. In 1997-2007 was hij minister van Financiën in de kabinetten-Blair. Daarmee was hij de langstzittende minister van Financiën uit de moderne Britse geschiedenis.
     
  • 22. 
    Deze functie wordt sinds 1 december 2019 vervuld door de Duitse Ursula von der Leyen. Zij is de opvolger van de Luxemburger Jean-Claude Juncker.
     
  • 23. 
    Neelie Kroes, dochter van een Rotterdamse vervoersondernemer, was tussen 1971 en 2014 als VVD-politica in vele functies actief. Zij werd in 1971 Tweede Kamerlid en was toen woordvoerster vervoer en onderwijs. In het eerste kabinet-Van Agt (1977-1981) was zij staatssecretaris van vervoerszaken en PTT-zaken. Daarna was mevrouw Kroes minister van Verkeer en Waterstaat in het kabinet-Lubbers I (1982-1986) en kabinet-Lubbers II (1986-1989). In die functie was zij onder meer verantwoordelijk voor de spreiding van de PTT (hoofddirectie naar Groningen) en voor de verzelfstandiging van de PTT. Na haar ministerschap werd zij onder meer president van Universiteit Nijenrode en had zij vele functies in het bedrijfsleven. In 2004-2010 was mevrouw Kroes als Europees commissaris belast met mededinging. In de Commissie-Barroso II (2010-2014) had zij de portefeuille digitale agenda en was zij tevens vicevoorzitter van de Europese Commissie.