“Intercedenten inschakelen - niet inhuren” - Formaat - Hoofdinhoud
(Dit artikel is geplaatst in het tijdschrift Formaat (nummer 1, 2009); een uitgave van de NBBU)
De recessie heeft de tweedeling op de arbeidsmarkt nóg nadrukkelijker blootgelegd. Enerzijds zijn er de flexwerkers, zzp-ers, jongeren en ouderen, anderzijds degenen met een vaste baan.
De eerste groep vliegt er nu het eerst uit, terwijl dure en misschien minder productieve werknemers met een vast dienstverband voor jaren beschermd blijven; terwijl werkgevers meer op hebben met kwaliteit dan met dienstjaren, waar wij allemaal meer bij gebaat zouden zijn.
Ook door vakbonden en politici wordt nu weer - enigszins hypocriet - geroepen dat de flexwerkers zo belangrijk zijn, maar intussen is de arbeidsmarkt nog steeds niet structureel gemoderniseerd.
Toen ik in de Kamer kwam, heb ik gepleit voor één activeringsloket. Weg met al die instanties: eerst CWI, dan UWV, dan re-integratiebureaus, en dan - als de uitkering op is - de gemeente. Van dat circus van instanties moeten we een keer áf.
De publieke diensten kunnen veel leren van de uitzendsector. Afgezien van dingen die nog niet goed gaan, ben ik over hun effectiviteit erg te spreken. Van de mensen die daar binnen komen heeft 80% kans op een baan.
Nu is er het nieuwe WERKbedrijf. Een stap in de goede richting, al was het alleen maar omdat er een paar loketten verdwijnen. Maar het is nog geen ideale situatie. Veel belangrijker is de rol van de betrokken werkcoaches. Die moeten goed zijn opgeleid, weten hoe de arbeidsmarkt werkt, hoe de arbeidsregels en de sociale verzekeringsregels zich tot elkaar verhouden en wat dat allemaal betekent voor werknemers. Alleen dán wordt de kwaliteit en de snelheid van herplaatsen en omscholen effectiever. Daar valt echt een wereld
te winnen.
Publieke voorzieningen zouden daarom veel meer met uitzendbureaus moeten samenwerken. Ook om te leren hoe je in het bedrijfsleven de contacten goed warm houdt, hoe je op de vraag inspeelt, hoe actief je daarin moet zijn, wat daarbij komt kijken.
Momenteel ontstaat er een probleem voor een snel groeiende groep werkzoekenden bij het WERKbedrijf, die nota bene heel snel weer aan de slag zouden kunnen. Maar die pas na een tijdje echt actief worden begeleid (binnen twee weken lukt al niet). Dan zou je denken, bel een uitzendbureau. Kijk eens of wij ze via de uitzenders snel kunnen plaatsen. Maar wat gebeurt er in de praktijk? Het WERKbedrijf trekt een extra blik werkcoaches open. Waarom meer mensen? Het was toch de bedoeling om het beter te doen met minder mensen. Onlangs werd me vanuit het CWI aangeraden om eens een werkbezoek af te leggen. Nou kom ik heel veel in het land, en als arbeidsrecht-advocaat en jurist ben ik alle partijen in talloze situaties tegengekomen. Ik weet hoe het gaat en ik zie de samenwerking maar niet op gang komen. De oude sfeer van onderlinge concurrentie moet nu echt plaats maken voor het besef van urgentie! Het gaat niet om hoe je de publieke voorziening wilt organiseren maar om mensen die een baan zoeken. Zeker in de turbulente tijd waarin we nu zitten met alle problemen van dien. Alleen in een bedrijfscultuur die de noodzakelijke omslag nog niet heeft gemaakt, kan worden bedacht dat er intercedenten moeten worden ingehuurd. Waarom werk je niet samen met de uitzendbureaus? Dat lijkt mij een veel effectiever gebruik van middelen. Nu gaan er mensen weg bij de uitzendbureaus die daar hadden kunnen blijven werken als je openheid van zaken geeft. En die komen dan bovendien voor rekening van een publieksbedrijf, dus van de belastingbetaler. Juist in een tijd dat we voorzichtiger dan ooit met publieksgeld moeten omgaan.
Het ‘lijstje-Gerritse’ met een aantal even logische als sterke aanbevelingen om de enorme staatsschuld te verminderen stuit bij voorbaat op partijpolitieke veto’s. Laten we hopen dat de crisis het momentum creëert dat desondanks, eindelijk, de structurele beslissingen afdwingt om de komende generatie niet op te zadelen met problemen die we wel degelijk nu kunnen aanpakken.