Laat Amerika de klimaatonderhandelingen mislukken? (dag 1 Bali)

Met dank overgenomen van B. (Boris) van der Ham i, gepubliceerd op woensdag 12 december 2007.

Het is kleverig op Bali. Alsof je in een badkamer komt waar net de douche heeft staan stomen. Een natte warmte. Maar in het conferentieoord blaast de airconditioning daar iets van weg, zodat het uit te houden is. De Kamerdelegatie is nu 24 uur op het eiland. Toen we aankwamen stonden de onderhandelingen er redelijk voor. Op twee a4-tjes waren de concept onderhandelingsresultaten gevat. Maar gisterenavond werden de teksten weer op hun kop gezet. Zowel de ontwikkelingslanden (de G77) als de Amerikaanse onderhandelaars maakten gehakt van de voorliggende teksten. Terug bij af?

Het schaakspel en het eindspel: zwarte pieten

Dat de onderhandelingen nu lijken te mislukken hoort een beetje bij de folklore van dit soort conferenties. De ambtenaren en diplomaten worden immers deze laatste paar dagen vervangen door hun bovengeschikten, de ministers. Door nu wat crisis te maken, hebben de ministers straks nog wat te doen. Bovendien is het tactisch handig om nu te suggereren dat er niets uit deze conferentie komt, zodat het uiteindelijke resultaat juist weer meevalt. Het zijn de trucjes van het eindspel.

Maar er lijkt nu meer aan de hand. De Amerikanen willen per se geen bindende afspraken rond percentages CO2-vermindering. En de ontwikkelingslanden willen vooral veel geld zien voor crisisbeheersing van klimaatrampen. Ook willen ze afspraken die hen op goedkope wijze van milieuvriendelijke technologie voorziet.

Europa heeft weer een heel aparte positie. De Europese landen willen heel graag met iets moois naar huis, omdat ze anders op hun kop krijgen van hun parlementen en bevolking. Daarnaast is klimaat- en milieubeleid het nieuwe 'kroonjuweel' van de Europese samenwerking. The Economist schreef daarover: "Europe will rescue the environment, and the environment will rescue Europe from irrelevance". Er is Europa hier dus iets aan gelegen om met concrete resultaten naar huis te gaan. Van deze wetenschap maken de ontwikkelingslanden dankbaar gebruik. Ze eisen geld voor van alles en nog wat, omdat ze weten dat Europa daar ontvankelijk voor is. Het nadeel daarvan is dat sommige ontwikkelingslanden niet meer bereid zijn zelf iets te ondernemen (bijvoorbeeld tegen ontbossing) maar achterover gaan leunen, wachtend op de blanco cheque van het westen. Amerika pikt dit niet, en wil helemaal niets op papier zetten over geld. Het is nu maar de vraag of de ministers in staat zijn de impasse te doorbreken.

De Amerikanen als boe-man

Bij dit soort grote conferenties is Amerika het doelwit van hoon. 'The country you love to hate'. Overal op het terrein staan demonstranten met hatelijke teksten over Amerika. Voor een groot deel is de kritiek terecht. De Amerikaanse onderhandelaars zijn alles behalve constructief, willen niets vastleggen, en lijken zelfs de problematiek van klimaatveranderingen niet helemaal serieus te nemen. De Bush-regering wil niets te maken hebben met internationaal bindende afspraken. In de gangen van het conferentiegebouw verzucht iedereen: "We moeten maar gewoon wachten op een nieuwe president." Het is echter maar de vraag of dat iets gaat opleveren. Toegegeven, Bush is wel een zeer negatieve president wat betreft het milieu. Misschien verandert dat bij een volgende president. Het is veel minder waarschijnlijk dat een volgende president zich dan wél wil binden aan internationale afspraken. Hillary Clinton of Barack Obama hebben het ook niet zo op koeioneren door de Verenigde Naties. Bij een presidentschap van Rudolph Giuliani of een andere Republikein is dat al helemaal onzeker. Wij Europeanen vinden dat raar en onredelijk. De Amerikanen stellen dat het hun soevereiniteit aantast. Bovendien stellen ze dat de doelstellingen die steeds worden afgesproken zo hoog zijn dat ze niet kunnen worden nagekomen. Ze wijzen dan plagerig op de Kyoto-afspraken die de meeste deelnemende landen niet halen. "Wij gaan geen doelstellingen vastleggen waarvan we nu al weten dat we ze nooit zullen halen.", stellen de onderhandelaars. De Europese landen komen daardoor nog meer onder druk te staan. Als zij niet bewijzen dat het wél kan, dan lijkt de redenering van de Amerikanen immers op te gaan.

Wat een mooi eiland!

Bij aankomst, gisteren, in Bali hebben we ons even opgefrist, maar zijn daarna aan de slag gegaan. We hebben met milieu- en ontwikkelingsorganisaties gesproken over hun rol bij de onderhandelingen. Daarna gesproken met de ambassadeur van Nederland in Indonesië. Iets later schoven minister Cramer (milieu) en Koenders (ontwikkelingssamenwerking) aan. Vanochtend hebben we ook met hen een werkontbijt gehad, waarin ze hun inzet voor de onderhandelingen van vandaag vertelden.

Tussen alle vergaderingen door, werp ik soms een blik naar buiten, door het raam. Daar zie je een fantastisch mooi eiland. Veel groen, blauwe zee en zeer vriendelijke mensen. Nu snel weer naar de grote vergaderzaal. Daar wordt de 'high level meeting' geopend. Een van de sprekers is de premier van Australië, die deze week het Kyoto-protocol heeft getekend. Morgen méér!