Stop de islamisering van het integratiedebat - Hoofdinhoud
Op initiatief van Jan Marijnissen onderzocht de Kamercommissie Blok de falende integratiepolitiek van de laatste decennia. Nadat de uitkomsten bijna Kamerbreed werden aanvaard, was er hoop dat de aandacht voortaan zou uitgaan naar de segregatie die zich op veel terreinen manifesteert. Helaas, het integratiedebat is inmiddels ontspoord en verworden tot een schijndebat tussen enerzijds vooral PvdA-ers die de islam omarmen en anderzijds islamofoben, aangevoerd door Geert Wilders. Stop de islamisering van het integratiedebat, betoogt SP-Kamerlid Sadet Karabulut, kom tot de kern: segregatie bestrijden.
Door Sadet Karabulut, woordvoerdster integratie van de SP-Tweede Kamerfractie
Het integratiedebat wordt gegijzeld door ogenschijnlijke tegenpolen die elkaar eerder versterken dan bestrijden. Islambashers als Wilders staan tegenover ouderwetse multiculturelen als Cohen, Marcouch en Vogelaar die de islam als medicijn zien tegen integratie- en samenlevingsproblemen. Beide groepen veronderstellen dat de islam in opkomst is. De ene groep wil daar alle ruimte voor bieden in het publieke domein, burgemeester Cohen zegt zelfs een orthodoxe moskee te steunen als daar argumenten voor zijn. De andere groep ziet vooral een groeiende, bedreigende islamisering in Nederland en brengt indirect alle mensen met een islamitische achtergrond in diskrediet. Beide groepen veronderstellen dat het merendeel van de islamieten belijdend is en dat ook in een moskee doet. Beiden gaan volstrekt voorbij aan het feit dat voor de overgrote meerderheid van mensen met een islamitische achtergrond hun geloof vooral een persoonlijke zaak is. Prominente PvdA’ers willen een verdergaande rol van de islam in publiek en politiek, terwijl Wilders en consorten alles wat naar islam riekt uit het zicht en gehoor willen verbannen. Maar beide stromingen lijken doof voor de wensen, behoeften en noden van gewone mensen: migranten en niet-migranten in de buurten en op scholen. De kern van het probleem is niet meer of minder islam, maar meer of minder segregatie. Migranten in grote steden en achterstandswijken vragen niet om islamisering van alles wat los en vast zit, maar vooral om gemengde wijken en scholen om hun kinderen de best mogelijk start in het leven te geven. Ze willen geen segregatie maar integratie. De reacties van Turkse winkeliers op het tekentafelidee van het instituut voor stedelijke ontwikkeling NICIS om etnische enclaves te creëren, door migranten ondernemers als Klein Istanboel te concentreren, was tekenend. Zij schoten dit absurde idee voor meer apartheid resoluut af. Ze willen voluit deelnemen in de Nederlandse samenleving en daar dus middenin staan.
De ‘oorspronkelijke’ bewoners die hun oude volksbuurten zagen veranderen, hebben doorgaans niet zozeer een probleem met de geloofsopvattingen van hun Turkse of Marokkaanse buurvrouw, maar met de onveiligheid en verloedering van hun buurt. Kinderen van Turkse en Marokkaanse migranten voelen zich bij het zoeken van stages niet achtergesteld wegens hun religieuze denkbeelden, maar omdat zij (net als bijvoorbeeld hun Antilliaanse klasgenoten) de discriminatie ervaren die in elke samenleving bestaat waar mensen van verschillende komaf wonen. Politici lossen deze problemen niet op door de islam als probleem of medicijn aan te wijzen. In tegendeel, het verwijdert mensen eerder van elkaar dan dat ze bij elkaar worden gebracht. Autochtonen voelen zich door de nadruk op de islam meer en meer vervreemd van de nieuwkomers en hun kinderen, terwijl de emancipatie van migranten wordt geremd als bestuurders hen via de koran of de moskee aanspreken, of als ook op openbare scholen sociale druk gaat ontstaan om islamlessen te volgen. De oplossing voor het integratieprobleem is niet bestendiging van een islamitische zuil zoals Marcouch en Vogelaar willen door bijvoorbeeld die islamlessen te organiseren. We zijn in Nederland de verzuiling voorbij, laten we dat vooral zo houden.
Misstanden uit naam van een religie, zoals het verspreiden van haat, het onderdrukken van vrouwen, het discrimineren van homo’s of lijfstraffen voor kinderen, moeten fel bestreden worden. Daar hebben wij wetten voor die van toepassing zijn op alle inwoners, geloof of afkomst mag geen excuus zijn. Wij leven in een seculiere staat, die hoort neutraal te zijn en op even grote afstand te staan van alle levensbeschouwingen. De overheid moet zich niet bezig houden met de interpretatie van ‘heilige’ boeken en de belijdenis van een godsdienst zolang alles gebeurt binnen de wettelijke kaders. Geloof is een persoonlijke aangelegenheid, geen zaak voor een gedachtepolitie en niet iets om vanuit de overheid te promoten. Kerken, synagogen en moskeeën zijn gebedsruimten waar mensen die daar behoefte aan hebben terecht kunnen, geen doorgangshuizen tussen burger en overheid en vice versa.
De overheid moet kinderen dan ook geen religielessen op school aanbieden, maar meer mogelijkheden om elkaar te ontmoeten op een gemengde school. Waar kinderen niet apart maar samen leren over de verschillende godsdiensten en levensbeschouwingen, zodat zij goed voorbereid worden op hun gedeelde toekomst. Want niet religie maar segregatie vormt de belangrijkste bedreiging. Na de commissie Blok was het bij de klassieke bestuurderspartijen mea culpa voor en na, en ze zouden het echt anders gaan doen. Daar is in de praktijk amper iets van terechtgekomen. Sinds 2001 is de segregatie in het onderwijs alleen maar toegenomen. Op bijna een op de tien basisscholen is meer dan de helft van de leerlingen migrant, en dat geldt ook voor het voortgezet onderwijs. In de grote steden geldt het voor ongeveer de helft van de scholen. Ook in buurten met een gemengde samenstelling groeit de onderwijssegregatie. Dit kabinet blijft echter passief en komt niet verder dan wat pilots om te komen tot gemengde scholen. Het beleid is niet wezenlijk anders dan dat van 10 jaar geleden.
Minister Vogelaar en haar partijgenoten doen momenteel precies wat ook Wilders en zijn PPV doen: stigmatiseren van grote groepen migranten door hen als aparte, homogene geloofsgemeenschap en cultuur aan te spreken. Ze vervreemden migranten van de rest van de samenleving. Met hun verzuilingspolitiek creëren ze parallelle samenlevingen. Politici zijn geen theologen en moeten dat ook niet willen zijn. Ze moeten de islam dan ook zoveel als mogelijk buiten de integratiediscussie houden en hun verantwoordelijkheid nemen om de groeiende segregatie bestrijden. Kom met concrete maatregelen om deze in het onderwijs en de buurten te bestrijden, de rest is slechts ruis.
Dit artikel verscheen in ingekorte versie in het NRC Handelsblad van 8 juli 2008