Klimaat en milieu: de EU zet in op duurzaamheid - Hoofdinhoud
Vandaag start in Kopenhagen de wereldklimaatconferentie die moet leiden tot afspraken over een nieuw mondiaal klimaatverdrag als opvolger van het Kyoto-protocol. De laatste tijd staan de kranten bol van berichten over het temperen van de verwachtingen en het bijstellen van onze ambities. Maar onze ambities kunnen wat mij betreft niet hoog genoeg zijn, want het gaat tenslotte om de vraag wat voor wereld wij willen achterlaten voor onze kinderen en kleinkinderen.
Wat er ook in Kopenhagen gebeurt, het is duidelijk dat de oplossing voor dit probleem niet uitsluitend gevonden kan worden in internationale verdragen. Het gaat vooral om een economische, politieke, sociale én persoonlijke omschakeling in onze manier van leven. En daarbij speelt de EU een belangrijke rol.
Een constante factor in alle debatten over het probleem van de klimaatverandering is dat de CO2 uitstoot fors verminderd moet worden om zo de stijging van de temperatuur te beperken tot 2° Celsius. Dat kunnen wij niet alleen. Daarvoor zijn mondiale afspraken nodig, waarbij de EU het voortouw moet nemen. Het is echter ook noodzakelijk dat wij als individuele burgers bereid zijn ons gedrag te veranderen en te kiezen voor een duurzame manier van leven: klimaatverandering vraagt om een duurzame verhouding tussen mens en natuur.
De EU helpt om deze omschakeling mogelijk te maken. Sterker nog, de EU neemt al sinds 1991 klimaatgerelateerde initiatieven. Niet alleen door meer wetgeving op milieugebied, maar ook door meer financiering van milieu-innovatie.
Interessante projecten die met EU fondsen in Nederland worden gerealiseerd zijn o.a. SunCities, een demonstratieproject in een wijk in Heerhugowaard waarbij zonnepanelen zijn geplaatst op daken van 1600 woningen; het Convenant van Burgemeesters, dat inmiddels is ondertekend door 964 burgemeesters, waarbij zij beloven om de uitstoot van het broeikasgas CO2 in hun stad met minstens 20 procent te verminderen in 2020; en de CCS (Carbon Capture and Storage) in Rotterdam, waarbij door industriële installaties uitgestoten kooldioxide (CO2) wordt opgevangen, getransporteerd en ondergronds wordt opgeslagen voor onbeperkte duur.
Daarnaast biedt de omschakeling naar een eco-efficiënte economie kansen voor werkgelegenheid, investeringen, verbetering van de volksgezondheid en technologische ontwikkeling. Een gezamenlijk EU-optreden betekent dat we de kosten kunnen spreiden en de lasten verdelen. Een ander voordeel is de uitwisseling en samenwerking op gebied van innovatie, kennis en technologie. De huidige crisis moet daarbij niet als een remmende factor worden gezien, maar juist als een extra stimulans om versneld om te schakelen naar een duurzame economie. Daarbij gaat het niet om minder, maar om anders. Want ook als de uitstoot wordt verlaagd, blijft economische groei mogelijk, zo tonen cijfers aan. De werkgelegenheid in de sector van de hernieuwbare energie was in 2007 goed voor bijna 250.000 banen, bijna het dubbele van 2004. De zonne-energiesector creëert in een hoog tempo nieuwe banen en ook de geothermische, biomassa- en windenergiesector kennen een sterke groei.
Hoewel de EU verantwoordelijk is voor slechts 12% van de mondiale uitstoot, willen en moeten wij op klimaatgebied een voorbeeld zijn voor de rest van de wereld. Dat betekent dat de EU bindende afspraken moet willen maken en ook nieuw geld op tafel moet leggen om de armste landen, die het meest te lijden hebben van de klimaatverandering, te helpen zich aan te passen aan die verandering en maatregelen te nemen om de wereld weer gezonder te maken. Daarbij is Kopenhagen nog maar het begin. Het gaat om onze toekomst. En die begint nu.