It's the scale, stupid! - Hoofdinhoud
Frans Timmermans schrijft over de noodzaak van een duurzame samenleving: "Mensen voelen donders goed aan dat de hele wereld verandert."
Soms hoef ik een aantal weken achter elkaar niet in de Tweede Kamer te verschijnen, soms is het vier keer in een week prijs. Zoals ook afgelopen week. Een overleg over de nieuwe Lissabonstrategie, een overleg over de EU uitbreidingsstrategie, toen over de EU begroting van volgend jaar en tot slot nog over de Raad Algemene Zaken van maandag en dinsdag. Drie van de vier overleggen hadden het karakter van een debat over de langere termijn en eerlijk gezegd zijn dat vaak de meest inspirerende overleggen in de Kamer.
Zelden zal een voor ons land en onze burgers belangrijke kwestie als de toekomstige inrichting van onze economie en onze samenleving met zo’n ongelukkige ‘branding’ te maken hebben als bij die vermaledijde ‘Lissabonstrategie’. Het begon al met een valse start, negen jaar geleden. Toen formuleerde de EU als doel het economisch inhalen van de VS in tien jaar tijd, dus volgend jaar zou het moeten gebeuren. Terecht hadden velen hier aarzelingen bij en kreeg een enkeling er zelfs de slappe lach van. Wat is dat nou voor een doel, de Amerikanen inhalen? Het moet ons toch redelijk koud laten wie voorop loopt, als we er maar voor zorgen dat onze economie in staat is de waarden die Europeanen met elkaar delen te schragen?
Daarom is het goed dat de strategie nu andere doelen formuleert: duurzaamheid, innovatie, een sociale samenleving, meer werkgelegenheid. Dat zijn waarden die in Europa breed worden gedragen. We zien ook de lidstaten in onze zeer diverse EU op dit punt steeds dichter naar elkaar toegroeien. Logisch, Europeanen delen meer waarden dan wij op het eerste oog zien.
Wat kan helpen is steeds ook de moeite te nemen de buitenwereld in ons oordeel te betrekken. Vergelijk de Europese samenleving met de Amerikaanse, de Chinese, de Braziliaanse en de Russische en je komt iedere keer verrassende overeenkomsten en verschillen tegen. En je ziet dat er, van een afstand bekeken, wel degelijk zoiets is als een typisch Europees waardenpatroon, hoe divers onze culturen ook zijn.
Maar toch blijft die vreselijke benaming ‘Lissabonstrategie’ een behoorlijke handicap voor de (Europese) politiek. Het is toch voor de meeste mensen niet te volgen dat het gaat om de toekomstige maatschappelijke ordening op ons continent, een ordening die alleen maar succesvol kan zijn als wij onze economie baseren op de realiteiten van morgen en overmorgen. Met andere woorden: een economie die op continentale schaal is georganiseerd, waar kennis beter gepoold wordt, waar kennis veel sneller wordt omgezet in diensten en producten die de overgang naar een duurzame samenleving versneld mogelijk maken. Europa moet een continent worden waar we niet alleen veel uitvinden, maar die uitvindingen ook ten dienste stellen van een industriële basis die werk kan bieden aan honderden miljoenen mensen. Europa kan ook de leiding nemen in de omschakeling naar een duurzame economie. Technologisch is dat geen probleem, het is een kwestie van durven, van het verwerven van het noodzakelijke draagvlak onder de Europese bevolking. Het gaat om een fundamentele herschikking op wereldschaal en Europa staat er helemaal niet zo beroerd voor als wel eens wordt verondersteld. In een van de overleggen lanceerde Kamerlid Ormel (CDA) de gedachte om in Eindhoven een conferentie te beleggen over de hightech kant van de 'Lissabonagenda'. Een uitstekend idee, waar ik mij graag voor in wil zetten.
Bij zo’n herschikking zijn er altijd winnaars en verliezers. Op alle denkbare schalen, want er zijn werelddelen die kunnen winnen en verliezen, binnen die werelddelen landen en regio’s en binnen samenlevingen groepen en zelfs individuen. Dat hoort bij tijden van verandering en dat hoort zeker bij deze tijd waar meer veranderen kan dan ooit tevoren in de menselijke geschiedenis. Omdat de verandering nu de hele wereld omvat en omdat de verandering een historisch ongekende snelheid heeft. Mensen voelen dat donders goed aan en het zou goed zijn als de politiek duidelijk zou maken dat niets vanzelfsprekend is. Noch dat wij hier perfect uit zullen komen, noch dat wij hierbij kopje onder zullen gaan. Wat voor mij wel vast staat is dat nietsdoen geen optie is. Want nietsdoen betekent dat de wereld toch wel verandert, tot in je eigen huiskamer, maar dat anderen, die wel in beweging komen en de veranderingen naar hun hand willen zetten, zullen bepalen hoe de wereld van morgen er uit zal zien.
Al te makkelijk wordt verondersteld dat het Europese maatschappelijke model de concurrentie met de VS en Azië niet kan doorstaan. Dat we om net zo succesvol te zijn een aderlating op sociaal vlak zouden moeten ondergaan of onze maatschappelijke waarden flink zouden moeten relativeren. Zeker, het kan ons overkomen als we ons niet sneller op de toekomst voorbereiden of niet willen of durven inzien dat hiervoor een continentale aanpak vereist is en een nationale aanpak altijd tekort zal schieten.