‘Een steeds smeriger verhaal’

Met dank overgenomen van M. (Fleur) Agema i, gepubliceerd op zaterdag 18 november 2006.

Statenlid Noord-Holland jaagt op foute subsidies

Jan van Klinken

HAARLEM - Toen ze in 2003 voor de LPF lid werd van de Noord-Hollandse Staten, verkeerde Fleur Agema in de veronderstelling 'dat er bij zo'n provinciebestuur in ieder geval fatsoenlijk met geld zou worden omgegaan.' Nu ze weet hoe er met subsidies wordt omgesprongen, heeft ze haar mening drastisch bijgesteld.

Agema: 'Bij de voorbereiding van de algemene beschouwingen viel me op dat er ontzettend veel geld aan subsidies wegging. Zo'n 136 miljoen euro per jaar. Naar wie dat ging, was niet erg duidelijk. Ik kreeg het idee dat het niet helemaal pluis was. Vervolgens kwam ik in contact met onderzoeker Peter Siebelt. Hij raadde me aan een lijst met gesubsidieerde instellingen op te vragen. Maar die lijst was er helemaal niet. De provincie had dus geen enkel overzicht van wat er aan subsidies werd verstrekt.'

Na lang trekken en duwen werd eindelijk de gevraagde lijst opgesteld. Daaruit bleek dat er 4200 verschillende subsidies werden verstrekt. Agema moest bijna naar lucht happen. 'Ik vond het raar dat geen enkel Statenlid geïnteresseerd was in de vraag of dat geld wel goed terechtkwam. Toen we ernaar bleven vragen, werd het een steeds smeriger verhaal.'

Subsidies kwamen terecht bij stichtingen die alleen maar een eigen organisatie in stand hielden, zonder dat er noemenswaardige activiteiten werden ontplooid. Maar al te vaak was het financieel beleid een chaos. Ook werden wantoestanden afgedekt door bestuurders die deel uitmaakten van een politiek netwerk.

Een typerend voorbeeld vindt Agema de subsidieverstrekking in het kader van de stedenband tussen Haarlem en het Zimbabwaanse plaatsje Mutare. De provincie droeg bij aan een fonds dat bewoners geld leende voor een eigen huisje. Door de inflatie van 600 procent was het fonds binnen de kortste keren verdampt. 'Toen we alles gingen uitzoeken, bleek de gedeputeerde voorzitter te zijn van de betreffende stichting. Zo kan ik tig voorbeelden noemen', zegt Agema.

'Wat ik echt van de zotte vond, was dat een organisatie werd gesteund die een project aanvocht dat met steun van de provincie was opgezet. Een familie had op haar landgoed een paddenpoel aangelegd, waarna de provinciale Milieufederatie, die voor 97 procent op subsidie dreef, een rechtszaak begon om dat tegen te houden. Terwijl die paddenpoel met geld van de provincie was gerealiseerd!'

Het Statenlid wil de bevoegdheid om over subsidieaanvragen te beslissen, weer terug van de ambtenaren naar de politiek. Maar veel Statenleden vinden dat helemaal niet nodig.

Agema: 'Die hebben het veel te druk met hogerop komen of ze voegen zich zonder morren naar de fractiediscipline. De een na de ander zie je vertrekken naar een betere baan.'

Ze kreeg maar moeilijk een voet tussen de deur, zo blijkt uit het deze week verschenen boek 'Sinistra' van onderzoeker Peter Siebelt. 'Voortdurend zijn fracties bezig om de gelederen gesloten te houden. Dat is eigenlijk mijn grootste aanklacht. Het dualisme had dat moeten doorbreken, maar dat is in de praktijk een wassen neus. De grote fracties sluiten een coalitie met elkaar en stoppen voor vier jaar proppen in de oren. Zeker van de VVD had ik op dit punt van zuinig omspringen met geld van de belastingbetaler een andere houding verwacht.'

De kans is groot dat Agema woensdag tot Kamerlid wordt gekozen. Ze staat nummer twee op de lijst van Wilders. 'Ik zal me dan zeker op de subsidieverstrekking van de rijksoverheid richten. Ik heb al een eerste verkennende mail verstuurd en prompt kreeg ik als antwoord dat het door mij gevraagde overzicht voorheen wel bestond, maar dat die zogeheten subsidiebijbel al sinds 2003 niet meer verschijnt. Precies hetzelfde liedje!'

—————————————-

© Reformatorisch Dagblad/ 17 november 2006