Dankdag in Assen - Hoofdinhoud
Het Kamerwerk gaat op Dankdag -voor gewas en arbeid- altijd gewoon door. Gelukkig bood een spreekbeurt ’s avonds in Assen wel alle ruimte om stil te staan bij Dankdag. De PKN-gemeente in Assen houdt zich bezig met het thema ‘Geloven in duurzaamheid’. De organisatie was mijn naam tegengekomen onder het Appél van Antwerpen dat eerder dit jaar is opgesteld; een reden om mij uit te nodigen om een lezing te geven.
Op dinsdag beginnen we de Kamerweek altijd met een 'moment van bezinning' tijdens de fractievergadering. Iedere week verzorgt iemand anders deze opening. Geïnspireerd door de opening van afgelopen dinsdag ben ik mijn lezing in Assen begonnen met Psalm 8. In die Psalm gaat het over de nietige mens te midden van de grootse schepping, maar tegelijk ook over de bijna goddelijk gemaakte mens die verantwoordelijkheid draagt voor de schepping. En vanuit dit bijbelse uitgangspunt sta je zomaar midden in de vraagstukken rondom milieu, klimaat en eerlijk delen
Duurzaam leven en Dankdag. Het heeft alles met elkaar te maken. Tegenover de ‘inconvenient truth’ van Gore heb ik woensdagavond de ‘comfortabele waarheid’ van het Appél van Antwerpen gezet. In het Appél van Antwerpen worden burgers van Nederland en Vlaanderen, en van Europa, opgeroepen tot een ingrijpende heroriëntering van onze economieën. ‘Wij worden gemotiveerd door de snel gegroeide urgentie van wereldwijde vraagstukken als de klimaatverandering en de uitputting van de aarde, de blijvend wijdverbreide armoede en de toenemende mondiale ongelijkheid. Die urgentie dwingt ons om de noodzakelijke transitie aan de orde te stellen van alle rijkere economieën, dus ook die van België, Nederland en Europa. Hoe ingrijpend de omslag of trendbreuk die we voor ogen hebben ook zal zijn, deze zal geen afbreuk doen aan het welzijn. Zij behoedt ons daarentegen juist voor nog grotere problemen in de toekomst op het vlak van gezondheid en milieudegradatie, van een verder toenemende mondiale armoedekloof, en van gewapende conflicten en vluchtelingenstromen. Wij verkeren in de comfortabele positie dat de koerswijziging nu nog mogelijk is.’
Brede steun was er destijds op de conferentie voor de stelling dat we voor deze omslag andere stuurinstrumenten nodig hebben dan het BBP. Deze traditionele indicator is een snelheidsmeter van de economie en geeft slechts aan hoe hard we geld verdienen, ongeacht of dat nu nuttige producten en diensten oplevert of schade toebrengt aan mens en milieu. We hebben echter vooral hoogtemeters nodig, die aangeven hoe ver we af zijn van een duurzame en solidaire economie. Zouden wij bijvoorbeeld de Ecologische Voetafdruk als maatstaf hanteren, dan wordt zichtbaar dat het verbruik van onze landen van materialen, ruimte en fossiele brandstoffen met ongeveer tweederde zou moeten verminderen om duurzaam te zijn. Die vermindering zou bovendien binnen een afzienbare termijn van bijvoorbeeld tien jaar behaald moeten zijn, willen wij voorkomen dat over dertig à veertig jaar twee aardbollen nodig zijn om onze materiële welvaart op peil te houden.
Een gedurfde beleidsinzet op elk niveau is nodig waarbij terughoudendheid ten aanzien van de materiële consumptiegroei gepaard gaat met gedurfde plannen voor een hernieuwde technologische inzet ten bate van zowel de solidariteit als de duurzaamheid. Dit mede ter voorbereiding van de noodzakelijke herziening van de Lissabon-akkoorden en de naderende klimaattop in Kopenhagen.
Blijft het bij alleen mooie woorden? Wat mij betreft niet! En dat leeft breed in de fractie. Op 27 november geven we er een vervolg aan met onze expertmeeting Manifesto.
Esmé Wiegman