De schaal der dingen - Hoofdinhoud
"Heel veel zal anders moeten dan in de afgelopen decennia." schrijft Frans Timmermans: "Dat geldt vooral voor het vertalen van onze fundamentele waarden in politiek handelen."
Ook omdat er zoveel boeiende reacties zijn gekomen op het vorige blogje, wil ik graag nog eens stilstaan bij de uitdaging waar wij de komende jaren voor staan. Heel veel zal anders moeten dan in de afgelopen decennia. Dat geldt voor de financiële wereld, voor de economische ordening, voor de politieke verhoudingen, voor onze omgang met onze leefomgeving en, heel belangrijk, voor het vertalen van onze fundamentele waarden in politiek handelen. Het is allemaal nodig om ons te bevrijden van de angst die in de laatste ruim twintig jaar steeds groter en existentiëler is geworden. Wij staan op de drempel van een nieuwe wereld en aan Europa de keuze de kansen te grijpen of speelbal te worden van andere machten.
Onze ouders hebben tussen het einde van de oorlog en ongeveer 1975 dertig ‘glorieuze jaren’ gehad, zoals Philippe Thureau-Dangin schreef in Courrier International. Het was een tijd van opbouw, groei, emancipatie, bevrijding en een veel eerlijkere spreiding van macht, kennis en inkomen. Toen was de aandeelhouder nog de dienaar van de onderneming, haar werknemers en haar klanten. Nu lijkt alles in dienst te moeten staan van die aandeelhouder en dat is het begin van heel veel ellende. Toen was de financiële sector de intendance van de economie en niet de stoottroeper die een hele eigen oorlog wil voeren. Toen was de kapitaalmarkt veel kleiner dan de markt in goederen en diensten, nu wordt er op de kapitaalmarkt dagelijks honderd keer meer verhandeld dan op die andere markten.
Het heeft geen enkele zin nu te gaan zwelgen in nostalgie over die tijd. We zullen de excessen hard moeten corrigeren en de G20 heeft daarvoor ook de eerste aanzet gegeven. Maar wij kunnen niet terug naar de economische verhoudingen van toen, simpelweg omdat vooral de rest van de wereld enorm is veranderd. Ongeveer 5/6 van de wereldbevolking, die in onze ‘glorieuze jaren’ nauwelijks tot geen aandeel had in de wereldwelvaart, maakt steeds meer kans ook zelf glorieuze jaren mee te maken en dat is toch precies waarnaar wij altijd hebben gestreefd.
Als er meer evenwicht komt in de wereldeconomie (als de Amerikanen niet meer uitgeven dan zij verdienen en de Aziaten niet meer sparen dan nodig is), is de opkomst van de nieuwe economieën in ons aller voordeel. De kapitaalmarkten en de financiële sector blijven voor de Westerse wereld en Japan daarbij van het allergrootste belang, ook om demografische redenen. In Japan is inmiddels een kwart van de bevolking ouder dan 65. In Europa is, enige uitzonderingen daargelaten, een kwart ouder dan 60 en die groep wordt alleen maar groter. Om alle kosten die daarmee samenhangen te dragen zullen we veel moeten sparen en met dat spaargeld ook geld moeten maken, dus moeten de financiële markten en de banksector gezond zijn.
Even voor de gedachtebepaling: in India is slechts 6% van de bevolking ouder dan 65 en in China niet meer dan 10%. Dat betekent dat die landen niet alleen genieten van het grote optimisme dat de jeugd automatisch met zich meebrengt, maar ook een enorm groeipotentieel houden, op basis van andere economische en ecologische prioriteiten dan de onze. Hier zijn voor ons bedreigingen en kansen. Daar komen we alleen goed uit als Europa in staat is met een stem te spreken op het wereldtoneel. Als de economische onevenwichtigheden afnemen, zullen de demografische verhoudingen steeds belangrijker worden. Dan zijn wij met 16,5 miljoen Nederlanders een kleine speler. Dan zijn wij zelfs met 500 miljoen Europeanen relatief klein vergeleken met meer dan een miljard Chinezen en meer dan een miljard Indiërs. We moeten dus niet alleen met een stem spreken, we moeten ook kwaliteit kunnen leveren. Wij zijn er zeker toe in staat, maar dan moeten wij onszelf niet vastdraaien in misplaatst nationalisme.
Meer informatie
Meer over ...