Nee is nee, blijft nee

Met dank overgenomen van F.C.G.M. (Frans) Timmermans i, gepubliceerd op dinsdag 12 juni 2007.

12 juni 2006

Het kan niet genoeg herhaald worden: het Nederlandse ‘nee’ tegen het grondwettelijk verdrag was glashelder. Meer dan 60% van de Nederlanders vond dit Verdrag gewoon niet goed genoeg. Dat betekent dat het kabinet uit Brussel moet terugkomen met een Verdrag dat beter is en dat tegemoet komt aan dat duidelijke ‘nee’.

Daarbij verschil ik van mening met een aantal mensen die in reactie op mijn eerdere blog schrijven dat Nederlandse belangen het best gediend zouden zijn als wij uit de EU zouden stappen. Daarmee zouden wij naar mijn stellige overtuiging Nederlandse belangen juist grote schade toebrengen en ik ben dan ook absoluut niet van plan Nederland buiten de EU te plaatsen. Voor wie van concrete cijfers houdt: het Centraal Planbureau becijferde onlangs dat Nederland alleen al aan de handel binnen Europa ongeveer 70 miljard euro per jaar extra verdient. Dat is ongeveer 10% van ons bruto nationaal product. Daar ga je niet roekeloos mee om. Andere voordelen, die te maken hebben met Nederland als draaischijf van de Europese economie, laat ik dan nog buiten beschouwing, evenals de evidente voordelen van een gezamenlijke Europese benadering van zaken die op nationale schaal niet meer op te lossen zijn.

Nederland moet niet alleen in de Unie blijven, Nederland moet een leidende rol in de Unie op zich nemen. Op die manier kunnen wij verhoudingsgewijs groot profijt blijven trekken van de Europese samenwerking. Maar dat kan alleen als wij een duidelijk antwoord formuleren op de zorgen die de meeste Nederlanders hebben bij het Europese project. Want alleen een regering die zich gesteund weet door een meerderheid van de bevolking kan ook slagvaardig optreden en Europees leiderschap tonen. Daarbij ben ik helemaal niet zo onzeker over de redenen waarom mensen ‘nee’ hebben gestemd. Uit onderzoek is inmiddels wel een duidelijk beeld hierover ontstaan.

Ik zeg al heel lang dat voor veel Nederlanders de Europese Unie een op hol geslagen trein is, al ziet columnist Jan Blokker in NRC next van gisteren dat anders. Omdat Blokker niet heeft zitten opletten, zal ik nog maar eens opnoemen welke voorstellen wij doen om ervoor te zorgen dat die trein weliswaar in beweging blijft, maar wel goed bestuurd wordt. Zo nodig met een goed werkende noodrem.

In de eerste plaats moet helder zijn wat wij nu precies willen veranderen ten opzichte van de huidige verdragen. Geen dik verdrag waarin alles nog eens wordt opgesomd uit voorgaande verdragen. Geen grondwettelijk verdrag, maar een gewoon wijzigingsverdrag, zoals de Verdragen van Maastricht, van Amsterdam en van Nice ook waren. Niet meer en niet minder, dan is het goed te volgen voor de burger. In de tweede plaats moet duidelijker worden gemaakt waar de Unie en waar de lidstaten voor verantwoordelijk zijn, zodat wij zeker weten dat de Unie zich niet zonder onze goedkeuring met zaken kan bemoeien die we liever zelf willen doen. In de derde plaats moet de rol van nationale parlementen worden verstevigd, zodat zij aan de rem kunnen trekken als Brussel zich buiten de eigen bevoegheden begeeft. In de vierde plaats moeten wij de verzekering krijgen dat eigen arrangementen met een publieke doelstelling, zoals de woningcorporaties, ongemoeid worden gelaten als zij zich toeleggen op die publieke doelstelling. In de vijfde plaats moeten de regels die gelden bij de toelating van nieuwe lidstaten worden verstevigd. Zo geven wij gehoor aan het Nederlandse ‘nee’.