Schaken op minstens zevenentwintig borden - Hoofdinhoud
22 juni 2007
Een Europese Raad doet nog het meeste denken aan een wedstrijd simultaanschaken op minstens zevenentwintig borden. Er zijn de formele bijeenkomsten, lunches en diners, waar de regeringsleiders hun standpunten uitvoerig uiteenzetten en vervolgens reageren op de standpunten van hun collega ’s. Topambtenaren schrijven ieder woord op en zoeken naar de nuances, openingen, veranderingen ten opzichte van de vorige keer, om zo te bezien waar de onderhandelingsruimte zit. Na de formele bijeenkomsten komen wij dan als Nederlandse delegatie bijeen, in de krappe delegatiekamer zoekt iedereen een plaatsje, luistert naar het verslag van de minister-president, om er vervolgens commentaar op te geven. Gesprekken die tegelijkertijd elders zijn gevoerd met collega’s leveren informatie op die het plaatje dan verder kunnen inkleuren. Samen wegen we dan het geheel, om vervolgens onze onderhandelingstactiek aan de bewegingen die door anderen - en onszelf - worden gemaakt aan te passen. Ambtenaren en bewindslieden worden dan op pad gestuurd om met hun collega’s nieuwe mogelijkheden te verkennen, de knapste koppen die de verschillende Nederlandse ministeries kunnen leveren denken na over formuleringen die het Nederlandse standpunt zó kunnen verwoorden dat het niet tot teveel allergische reacties leidt bij andere landen. Ook de juristen van het Raadssecretariaat en de Commissie moeten worden bediend. Het is soms mierenn… op de vierkante micromillimeter, maar helaas bitter noodzakelijk omdat de EU als op recht gebaseerde organisatie zich geen rommelige formuleringen kan veroorloven. Anders leveren interpretatieverschillen weer eindeloze rechtzaken op en kan het Hof van Justitie er bovendien z’n hele eigen uitleg aan gaan geven. Het is trouwens minder rommelig en chaotisch dan de lezer misschien aan dit stukje zou kunnen ontlenen. Alle hoofdrolspelers en hun teams kennen de regels van het onderhandelingsspel goed genoeg om de complexiteit aan te kunnen.
Iedereen onderhandelt op zijn eigen manier. Sommigen geven er de voorkeur aan luidkeels in de media te verkondigen wat zij willen, om vervolgens het risico te lopen plat op het gezicht te vallen. Anderen zoeken ruimte in vele, vele gesprekken en op verschillende onderwerpen. Weer anderen laten zaken lekken in de pers, zodat er in de buitenwereld een vervormd beeld ontstaat van de werkelijke posities, waarop men dat vervormde beeld hard gaat bestrijden. Als vervolgens de werkelijke positie publiekelijk bekend wordt, kan men doen alsof men een overwinning heeft geboekt. Ook zijn er landen en partijen - vlak de Commissie en het Europese Parlement niet uit - die hun tegenstanders via de krant in een hoek proberen te drijven. Dit allemaal natuurlijk met sterk wisselend succes, maar in het heetst van de strijd wordt de hele trukendoos opengetrokken.
Het belang van informele contacten tijdens zo’n Europese Raad kan moeilijk worden overschat. De delegatiekamers van alle lidstaten bevinden zich op de zevende verdieping van het Raadsgebouw - één van de lelijkste en meest gebruikersonvriendelijke kantoorkolossen op het westelijk halfrond. Vanuit die kamers heb je toegang tot een dakterras, in het midden waarvan een glazen dak het atrium afsluit waarin, zeven verdiepingen lager, de verzamelde Europese journalisten aan het werk zijn. Rond dat glazen dak loopt een balustrade waaraan her en der plukjes regeringsleiders en ministers even een luchtje staan te happen of een sigaretje opsteken. Een uitgelezen moment om dan even naar je collega’s toe te lopen om de stemming te peilen, informatie uit te wisselen of mogelijke compromissen in de week te leggen. Vanaf de plek waar ik nu zit te typen, zie ik links van mij Tony Blair met Zapatero praten. Rechts van mij zit President Sarkozy (net als Blair in hemdsmouwen) op de rand van de balustrade en praat ontspannen met Bernard Kouchner en een aantal ambtenaren. De Deense premier Rasmussen heeft een bureaustoel naar buiten gesleept en praat met de Zweedse eurocommissaris Wallström.
Het is zonder enige twijfel de spannendste Europese Raad in jaren. Er staat dan ook veel op het spel. Zoals de voortreffelijke voorzitter Angela Merkel gister zei: het is hoog tijd dat wij weer aan de slag gaan om de problemen in Europa en de rest van de wereld in dienst van onze burgers aan te pakken. Wij zijn nu alweer veel te lang met de spelregels en veel te weinig met het spel bezig. Als een voetbalscheidsrechter die meer belangstelling heeft voor de spelregels dan voor de wedstrijd. Maar voor de spelregels komt niemand naar het stadion, al weet ook iedereen dat je zonder goede spelregels die goed worden nageleefd ook geen goed voetbal krijgt. Met andere woorden: een goed Europees verdrag is ongelofelijk belangrijk als voorwaarde voor goed Europees beleid. Maar alleen goed Europees beleid kan mensen winnen voor Europa.
Overigens: deze tekst heb ik -net als al mijn vorige blogs- geheel zelf geschreven!