Na de Top - Hoofdinhoud
25 juni 2007
Net met luisteraars van Radio 1 in debat geweest over de resultaten van de Europese Top. Het is duidelijk dat wij deze week nog veel zullen moeten uitleggen over de precieze inhoud van het akkoord, want er blijven veel misverstanden over bestaan. Dat lees je ook in sommige kranten, al wordt het resultaat toch overwegend als positief beoordeeld voor Nederland. Wij zullen ons ervoor inspannen om woensdag in het kamerdebat duidelijk uit de doeken te doen hoe de bescherming van woningcorporaties en andere diensten van algemeen economisch belang is verankerd, waar de uitbreidingscriteria zijn opgenomen, hoe de nieuwe rode kaart voor de nationale parlementen precies werkt, op welke punten de bevoegheidsverdeling is verhelderd (ook daar een fors toegenomen rol van nationale parlementen), over welke onderwerpen Europa straks slagvaardiger kan besluiten en welke onderwerpen onder de regel van unanimiteit blijven vallen.
Het is heel belangrijk dit debat te voeren met een grote mate van zorgvuldigheid, om te voorkomen dat er al te makkelijk conclusies worden getrokken. Zeker, het is een ingewikkelde zaak en zoals altijd bij Europese kwesties zijn de details van de afspraken van groot belang, maar in een scherp debat kan volgens mij de onduidelijkheid worden weggenomen. Ik heb dan ook begrip voor een oppositiepartij als de VVD, die het kabinet niet op z’n blauwe ogen wil vertrouwen en haar oordeel over het resultaat van de Top laat afhangen van het debat. Dat is een waarlijk parlementaire houding en biedt het kabinet de kans voor het in onze ogen voor Nederland zeer gunstige resultaat te werven. Of wij de VVD kunnen overtuigen, moet dan blijken. Dat Geert Wilders het resultaat meteen van de hand wijst, begrijp ik volkomen. Zijn partij heeft voor de Europese Raad gezegd alleen tevreden te kunnen zijn als het Europese Parlement zou worden opgeheven. Dan weet je voor vertrek naar Brussel al dat je de PVV nooit tegemoet kan komen.
Minder begrip heb ik voor het uit de heup schieten van de SP. Jan Marijnissen ziet weer een Europese superstaat opdoemen. Harry van Bommel prees eind maart de inzet van het kabinet nog uitvoerig als ‘muziek in de oren’. Nu die inzet is binnengehaald, wijst hij het resultaat van de hand, zelfs nog voordat hij er inhoudelijk van kennis heeft genomen of ons de gelegenheid heeft gegeven daarover met hem het debat te voeren. Dit is geen fair play. Een grote partij draagt ook een grote verantwoordelijkheid voor de toekomst van ons land. Ik had gehoopt dat de SP de rol van ‘tegenpartij’ zou zijn ontstegen.
Hoewel de pers heel evenwichtig heeft gereageerd, kan ik niet ontkennen dat de commentaren in sommige kranten mijn wenkbrauwen flink in beweging krijgen. Een christelijk ochtendblad verwijt ons dat wij teveel naar de kiezers hebben geluisterd en eigenlijk hadden moeten vechten voor behoud van de Grondwet. Een dagblad met algemene signatuur vindt dat de grondwet intact is gebleven en citeert daarbij de Belgische premier die zegt dat er alleen cosmetische veranderingen zijn aangebracht. Dezelfde Belgische premier die in de Europese Raad tegen Nederland tekeer ging omdat wij veel te veel van onze wensen gehonoreerd zagen en omdat zijn visie van een federaal Europa duidelijk niet langer gedeeld werd. Het is voor iedereen verleidelijk ergens iets in te zien wat men er in wíl zien. Niets menselijks is ook journalisten vreemd. Maar ook hier hoop ik dat nadere bestudering van het akkoord verhelderend kan werken.