Invalbeurten - Hoofdinhoud
Deze week staat tot nu toe in het teken van een aantal invalbeurten. Het ligt in de aard van mijn functie dat ik mijn collega's ondersteun in hun Europese activiteiten. Wat dat betreft ben ik de vliegende keep van ons Europabeleid. Zo moest ik tijdens de Raad Algemene Zaken en Buitenlands Beleid, de maandelijkse vergadering van EU ministers afgelopen maandag in Luxemburg, niet alleen mijn eigen deel, maar ook dat van Minister Verhagen voor mijn rekening nemen. Normaal gesproken is het zo, dat voor de lunch de onderwerpen aan bod komen die onder het kopje Algemene Zaken vallen en waar ik zelf directe verantwoordelijkheid voor draag en tijdens en na de lunch de punten van buitenlands beleid. Hetgeen betekent dat ik na de ochtend doorgaans afspraken met collega's kan maken om buiten de vergadering te onderhandelen, specifieke kwesties tussen Nederland en een ander land te bespreken of gemeenschappelijke initiatieven op te zetten. Omdat Maxime Verhagen niet aanwezig kon zijn heb ik deze week ook tijdens de lunch en het middaggedeelte namens Nederland gesproken. Mijn eerste indruk van de lunch was gemengd: in een vergadering met alleen ministers, dus zonder ambtenaren, kom je makkelijker tot zaken en ben je tegenover elkaar ook openhartiger. Maar tegelijkertijd is het voor sommigen een moment om eens even stevig uit te pakken met ellenlange betogen, hetgeen, zoals goed bleek uit de body language, niet door iedereen evenzeer wordt gewaardeerd. Nogmaals: er wordt dan wel ook goed zaken gedaan, zoals een uitvoerige discussie over Iran (conform Nederlandse wens worden mogelijke Europese sancties in kaart gebracht), Zimbabwe (de stevige lijn wordt vastgehouden, de Zuid-Afrikaanse president Mbeki krijgt steun voor zijn bemiddelingspoging, maar de EU zal zelf in november de situatie nog eens goed onder de loep nemen) en Servië (Carla del Ponte maakte duidelijk dat van volledige medewerking met het Joegoslaviëtribunaal alleen kan worden gesproken als Mladic in Den Haag achter tralies zit).
In de formele Raadsvergadering was 's ochtends al uitvoerig gesproken over de Europese Raad van regeringsleiders van vandaag en morgen. Ondanks wensen van deze en gene, is de overheersende mening toch dat wij ons strikt moeten houden aan het door de Europese Raad gegeven mandaat voor het nieuwe verdrag en daaraan moeten wij niets toe- of afdoen. Namens Nederland heb ik daar ook sterk de nadruk op gelegd. Wij willen het Nederlandse succes tijdens de Europese Raad nu ook gewoon bevestigd zien. 's Middags is ook nog gesproken over een groot aantal buitenlandspolitieke onderwerpen, waarbij ik er twee wil vermelden: de sancties tegen het regime in Birma zijn versterkt en het voorstel om de sancties tegen Oezbekistan te versoepelen is op Nederlands en Zweeds initiatief afgezwakt. Als de versoepeling van het visaregime geen effect sorteert, gaan de sancties over zes maanden gewoon weer in.
's Avonds zijn wij via Milaan doorgereisd naar Valencia. Daar vond een vergadering plaats van ministers verantwoordelijk voor lokaal en regionaal bestuur van alle lidstaten van de Raad van Europa. Ik nam daaraan deel als invaller voor minister Ter Horst. Daar hebben wij de steun gekregen van alle (46) landen voor het houden van de volgende conferentie in Nederland, in 2009. Onze prioriteiten zijn dan de versterking van het lokale en regionale bestuur; grotere betrokkenheid van vrouwen, minderheden en mensen met een ander staatsburgerschap bij het lokale bestuur en versterking van de mogelijkheden voor grensoverschrijdende samenwerking voor gemeenten en provincies. Daarnaast willen we dat de EU en de Raad van Europa beter gaan samenwerken op dit gebied. Op ons verzoek is de Finse minister bereid gevonden hierover een rapport op te stellen dat de basis zal vormen voor de werkzaamheden van de conferentie.
In Valencia had ik nog even gelegenheid een bezoek te brengen aan een mooi voorbeeld van publiek-private samenwerking met een Nederlands tintje. Heineken heeft in samenwerking met het stadsbestuur van Valencia op een oud industrieterrein een aantal graanopslagplaatsen gekocht en deze omgetoverd in een fantastische locatie voor evenementen, (pop)concerten en tentoonstellingen. Ook is het een broedplaats voor jong talent in de beeldende kunst en muziek.
Na terugkomst in Nederland gisteravond mocht ik in Utrecht in debat gaan met Luuk van Middelaar en professor Lock van de Radboud Universiteit over de vraag of er zoiets bestaat als Europees burgerschap. Hier voelde ik mij een beetje inval-filosoof. In de Lutherse kerk zaten zo'n vijftig mensen die zich actief met de discussie bemoeiden. Identiteit houdt mensen zeer bezig en het was een genot om te horen dat de overspannen reacties op de toespraak van prinses Maxima niet werden gedeeld en dat mensen oprecht met elkaar in gesprek gaan over wat ons maakt tot Nederlanders, tot Europeanen. Heel sterk was de inleidende column van Luuk van Middelaar, waarin hij onderbouwde dat het geen enkele zin heeft van boven af een Europese identiteit op te leggen, dan wel kunstmatig 'Europeanen' te willen maken als een van de natiestaat overgenomen blauwdruk. Tegelijkertijd zei hij dat het alleen maar praten over Europa in termen van de 'voordeeltjes' voor de burger van Europese samenwerking, zoals lager tarief voor bellen met je mobieltje over de grens, ons evenmin veel verder zal helpen. Pas als burgers zich 'gekrenkt' voelen in rechten die zij ontlenen aan Europa, zal er, zo denkt Van Middelaar, een beweging ontstaan die opkomt voor een Europees burgerschap.
Genoeg stof voor nog vele avonden discussies, waarop ik mij nu al verheug.
Meer informatie
Reageer op dit weblog via www.nederlandineuropa.nl