Europese Raad in Lissabon - Hoofdinhoud
Voor aanvang van iedere Europese Raad (ER) is er een bijeenkomst van de verschillende politieke families. Zoals gebruikelijk ging premier Balkenende overleggen met zijn partijgenoten van de EVP. Ik mocht afgelopen donderdag aan het begin van de middag aanschuiven bij het overleg van de PES, de Europese sociaaldemocraten. De onderwerpen van de Europese Raad worden dan aan het middageten doorgesproken met alleen de regerings- en partijleiders (voor Nederland maakt men een uitzondering, omdat ik vanwege mijn functie toch al aanwezig ben), zodat je met een relatief beperkt gezelschap een aantal zaken goed door kunt nemen. Het was de eerste keer dat de nieuwe Britse premier Brown aanwezig was. Dat is iedereen buitengewoon goed bevallen. Brown heeft toch de naam een euroscepticus te zijn, maar daar bleek niets van. Hij is veeleer een resultaatgericht politicus die vindt dat Europa haar verantwoordelijkheid moet nemen bij wereldomvattende problemen zoals klimaatverandering en de onrust op de kapitaalmarkten. Volgens mij hebben zullen wij nog veel gaan horen over zijn ideeën voor 'Global Europe'.
Een Europese Raad kent verder een vast patroon. Men begint ergens in de middag, meestal tegen de tijd dat in Nederland de aardappels op tafel komen, vergadert dan een paar uur en gaat dan verder aan het diner. Vervolgens komen in de loop van de nacht de concept-conclusies, zodat de medewerkers er nog eens goed naar kunnen kijken voordat men daarover in de ochtend van de tweede dag de vergadering weer voortzet. Als het dan echt lastig wordt, kan zo'n Europese Raad nog wel eens doorlopen tot de vroege uren van de derde dag, meestal een zaterdag. Dat overkwam ons in juni toen het mandaat voor het nieuwe verdrag moest worden vastgesteld.
Voordeel was nu dat het zware werk dus al in juni was gedaan. De grote compromissen waren daar gesloten en de discussie over het hervormingsverdrag in politieke zin al beslecht. Waar het nu om ging was te bezien of iedereen het toen bereikte compromis ook voor zijn of haar rekening wilde nemen. De inzet van Nederland was er op gericht vast te laten leggen wat in juni was binnengehaald. Dat is gelukt, waarmee recht is gedaan aan het Nederlandse 'nee' uit 2005 en waarmee eindelijk een einde kan worden gemaakt aan deze slepende discussie. Een discussie die alles bij elkaar ruim zes jaar heeft geduurd. Alle regeringsleiders voelden in Lissabon de sterke behoefte nu eindelijk een streep te zetten onder de discussie over de Europese spelregels, waardoor het uiteindelijk nog vrij vlot verliep.
Maar zoals zo vaak in Europa, moesten er nog wel wat grote en minder grote problemen worden opgelost. In Polen stonden verkiezingen voor de deur en de Kascinski's werden steeds nerveuzer naarmate de peilingen hun rivaal Tusk winst voorspelden. Daarom werd het in juni bereikte compromis over verankering van bestaande afspraken voor de (politieke) verzwaring van de stemprocedure bij meerderheidsbesluitvorming (bent u er nog?) weer wat anders uitgelegd door Polen. Met een verklaring en een procedureel protocol is hiervoor een oplossing gevonden.
Een nieuw probleem deed zich voor over een onderwerp dat niet direct met het verdrag te maken heeft, maar wel gelijktijdig moet worden opgelost: de verdeling van de 750 zetels in het Europese Parlement. Italië was in de op zich objectieve en faire systematiek die het Europees Parlement (EP) zelf had bedacht enigszins onderbedeeld. Dat bleek in de week voor de ER tot grote politieke problemen in Rome te leiden. Zoals premier Prodi zei tijdens de ER: “Ik heb hier in vijftien jaar nog nooit iets geëist voor mijn land, want wij zochten altijd het compromis, maar nu moet ik echt een streep trekken.” Zijn collega's bleken, mijns inziens terecht, gevoelig voor zijn argumenten. Een oplossing werd bedacht door het EP met een zetel uit te breiden naar 751 en die extra zetel aan Italië toe te delen. Opvallend is dat de argumentatie die daarvoor is gebruikt ook in de Nederlandse discussie over de Tweede Kamer wel is aangevoerd: je moet de voorzitter eigenlijk ‘boven de sterkte‘ plaatsen. Op dit enorme zetelaantal maakt die ene extra zetel ook niets uit en het grote voordeel is dat nu iedereen tevreden is.
Het is de Tsjechen gelukt hun voorstel voor ‘minder Europa’ ook aangenomen te krijgen. Toen zij hier tijdens de Razeb (Raad voor Algemene Zaken en Externe Betrekkingen) afgelopen maandag over begonnen, ontvingen zij alleen van mij steun. Dit tot woede van de Commissie, die net deed alsof er een aanslag op haar werd gepleegd. Niet verstandig als zij zich zo vaak als prinses op de erwt gedraagt. Goed, aan het einde van de week bleek dat Tsjechië en Nederland niet de enige landen zijn die vinden dat we af en toe ook moeten kunnen aangeven waar Europees optreden geen toegevoegde waarde meer heeft en dus moet ophouden.
Over ruim een jaar zal het verdrag wel van kracht zijn. Dan zullen slagvaardigheid, transparantie en democratie in Europa zijn toegenomen door de aanpassing van de regels aan het Europa van de 27. Maar als wij mensen echt willen overtuigen moeten wij deze papieren werkelijkheid ook snel weten om te zetten in politieke daden op vlakken waar Europa de mensen wat te bieden heeft: klimaatbeleid, energiezekerheid, innovatie, criminaliteitsbestrijding.
Reageer op dit weblog via www.nederlandineuropa.nl.