Miliband en Global Europe - Hoofdinhoud
Het wordt weer leuker in Europa. Er gebeurt de laatste maanden iets bijzonders in verschillende Europese hoofdsteden. Ik zie een nieuwe dynamiek, een ontluikend zelfvertrouwen en een toenemende convergentie van ideeën over wat Europa te doen staat in het licht van de globalisering en de opkomst van de nieuwe grootmachten Rusland, China en India. Angela Merkel schroomt niet om pal voor de Europese waarden te staan in haar dialoog met een geprikkeld Rusland en China. Europese waarden leggen het bij haar niet af tegen economische belangen. En dankzij haar leiderschap in de Europese Raad was de EU in staat de G8 op sleeptouw te nemen in de strijd tegen klimaatverandering. De Amerikanen beginnen te luisteren. De film van Al Gore is daarbij voor de bewustwording van de Amerikaanse burgers natuurlijk van groot belang geweest. Misschien nog belangrijker was de Orkaan Katrina en de machteloosheid van het machtigste land ter wereld die toen aan het licht kwam. Ondertussen heelt president Sarkozy de diepe wonden tussen Parijs en Washington en krijgt daarvoor een staande ovatie van het Amerikaanse Congres. Dit is goed nieuws voor Nederland, dat altijd heeft gezegd dat een sterk Europa alleen kan bestaan in een hechte trans-Atlantische relatie.
En nu sluiten de Britten zich hierbij aan. Vorige week gaf de Britse minister van Buitenlandse Zaken David Miliband in een toespraak voor het Europa College in Brugge zijn visie op de toekomst van de EU. Zoals we dat van de Britten gewend zijn, was het een bondig en pragmatisch verhaal. En tegelijkertijd toch ook visionair. Miliband wil een Europa dat over zijn eigen schaduw durft heen te springen, dat niet angstig de luiken dicht gooit voor de globalisering, maar de rol van ‘model power’ op zich neemt en verder en sneller dan andere landen durft te gaan. Miliband laat er geen misverstand over bestaan: het zijn de wereldwijde uitdagingen die onze toekomst zullen bepalen, niet zozeer nationale problemen. De EU moet goed inspelen op de gevaren van globalisering, en tegelijkertijd de vele voordelen daarvan benutten.
Miliband heeft gelijk: meer en meer is de EU een rolmodel, een voorbeeld voor internationale samenwerking aan het worden. Voor verzoening en vreedzame beslechting van geschillen. Maar ook door ontwikkeling van strenge regelgeving op gebieden als productveiligheid, financiële dienstverlening, mededingingsregels, klimaat- en milieunormen, transport en telecommunicatie. En in toenemende mate worden die normen wereldwijd maatgevend. De politieke cultuur, waaruit die gemeenschappelijke standaarden voortkomen, is het wezenskenmerk van de EU. Een manier van omgaan met elkaar die doet denken aan hoe wij dat in Nederland gewend waren, maar stilaan aan het verleren zijn. Maar juist die basis geeft de Unie sterke geloofsbrieven om een spilfunctie te vervullen in de nieuwe internationale ordening die zich aandient. Te beginnen, zoals ook Miliband opmerkt, met onze nieuwe buren, de landen in Oost-Europa, Noord-Afrika en het Nabije Oosten. Landen die aan de Unie grenzen, maar die niet allemaal voor het lidmaatschap in aanmerking (willen) komen. De stabiliteit die Europa op zo’n unieke wijze voor zichzelf heeft weten te creëren, is een effectief en naar het blijkt aantrekkelijk exportproduct.
Daar komt wel meer bij kijken dan het sluiten van handelsakkoorden en het voeren van periodiek overleg. Miliband houdt een krachtig pleidooi voor een assertief Europa. Een Europa dat handelt vanuit eigen kracht en overtuiging; en zich niet verschuilt achter anderen. Een Europa dat zich niet laat wegzetten of zich tegen elkaar laat uitspelen. Op het eerste gezicht lijkt dit ver weg, zeker als je ziet hoe Europese landen ieder hun eigen weg lijken te kiezen in de omgang met nieuwe grootmachten als Rusland en China. En toch groeien Londen, Parijs en Berlijn op dit punt langzaam naar elkaar toe. Eindelijk dringt het besef door dat anderen bewust inzetten op het verdelen van Europa en op het drijven van een wig tussen ons en de VS. Grote landen die tegenover elkaar stonden in de Irak-oorlog beseffen dat zij geen van allen echt invloed op de gebeurtenissen hebben gehad met die stellingname. Dit kan maar tot één conclusie leiden: de VS is uiteindelijk veel meer geholpen met een sterk en eendrachtig Europa, terwijl dit Europa er niet zal komen als een aantal landen hun Europese roeping ontlenen aan het zich afzetten tegen die zelfde VS.
Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hebben de laatste jaren ieder op geheel eigen wijze hun vingers pijnlijk gebrand aan miskenning van deze realiteit - en lijken nu die bladzijde om te willen slaan. Dat is volgens mij de kernboodschap in de Europa-speech van David Miliband, waarmee hij tevens de hand reikt aan Parijs.
Meer informatie
Geef uw reactie op dit weblog via www.nederlandineuropa.nl