Wie assimilatie bepleit, maakt integratie onmogelijk - Hoofdinhoud
Sommige landen hebben een sterk ‘moederlandcomplex’. Dan voelen politici zich verantwoordelijk voor (voormalige) landgenoten die elders zijn gaan wonen of voor ‘stamgenoten’, die altijd al elders woonden. Zo spelen etnische Hongaren in Roemenie, Slowakije en Servië steevast een grote rol in de Hongaarse binnenlandse politiek. Met name op rechts wil men dan nog wel eens het recht claimen toezicht te houden op de behandeling van de Hongaren buiten de landsgrenzen, ook als deze Hongaren nooit in Hongarije hebben gewoond en ook het Hongaarse staatsburgerschap niet bezitten. Op puur etnische basis worden er dan rechten toegekend aan mensen met een andere nationaliteit. Het hoeft geen betoog dat dit weer tot onrust leidt in de landen waar deze mensen wonen. Ook in Itali ë is er onder Berlusconi veel werk van gemaakt wereldwijd de mensen met Italiaanse roots te betrekken bij de nationale politiek. In Rusland maakt men zich steevast heel druk over de behandeling van Russen net over de grens in de Baltische landen, Oekraïne en Centraal Azië. Soms terecht, soms ten onrechte maakt men heel veel ophef over het gebrek aan respect voor de culturele identiteit van de volksgenoten en voor de rechten die zij krachtens internationale afspraken hebben. Meestal is het een dankbaar onderwerp in de nationale politiek, waarbij heerlijk kan worden ingespeeld op nationalistische (res)sentimenten. Van beide kanten overigens, want niets voedt het nationalistische vuur meer dan het vuur van de andere kant. Wie iets weet van de geschiedenis van Zuid-, Centraal- en Oost-Europa, toch nog steeds erfelijk belast door de drie grote multi-etnische koloniale rijken uit het begin van de twintigste eeuw, kan het meestal wel plaatsen. En dan hebben we natuurlijk Turkije. Ook daar speelt de positie van de land- of volksgenoten elders een rol in de politiek. Evenzeer bepaald door de geschiedenis, door de (nationale) wording van Turkije, door de massale emigratie vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw.
Kennis van de geschiedenis of niet, het ‘moederlandcomplex’ komt in Nederlandse ogen vreemd over. Omdat wij er bepaald geen last van hebben, gelet op de betreurenswaardig geringe aandacht die er maatschappelijk steeds is geweest voor geëmigreerde Nederlanders en op de neiging van mensen die het land verlaten om zo snel mogelijk als het ware ‘op te lossen’ in het nieuwe vaderland. Nederlanders zijn wat dat betreft heel anders dan Italianen of Ieren, zoals ook de ervaringen in de VS leren.
In Nederland zal je nooit iemand horen over de Russen in de Baltische landen of de Hongaren in Roemenië. Althans, als mensen zich er druk over maken, zoals in het verleden Geert Wilders over de positie van Hongaren in Roemenië, dan is het om moord en brand te schreeuwen over de vermeende assimilatiepolitiek van de (Roemeense) meerderheid. ‘Aanpassen of oprotten’ hoor je dan nooit. Om deze tegengestelde benadering te rechtvaardigen, wordt er een kunstmatig onderscheid aangebracht tussen nationale minderheden (die altijd al ergens woonden) en migranten (die recent zijn gekomen). Voor problemen rond integratie maakt het natuurlijk geen bal uit of mensen ergens al eeuwen wonen of slechts decennia.
De speech van de Turkse premier Erdogan in Keulen heeft vooral in Nederland voor ophef gezorgd. Ondanks de verstandige woorden van Radio 1 correspondent Bernard Bouwman in Turkije, die opriep niet het verschil tussen integratie en assimilatie uit het oog te verliezen, werden deze begrippen in het Nederlandse politieke debat weer heerlijk door elkaar gebruikt. Met als triest dieptepunt de grote woorden van Henk Kamp, die toch beter zou moeten weten. En waarschijnlijk ook weet, maar deze kans niet kan laten lopen om op sentimenten in te spelen. Wat dat betreft is Nederland net zo’n ‘normaal’ land als Hongarije, Italië en Rusland.
In grote delen van Europa zijn in het verleden zeer diepe wonden geslagen door gedwongen assimilatie van hele volkeren. De eigenheid is er vaak letterlijk uitgeslagen, mensen werden gedwongen hun identiteit af te leggen, tot en met het aannemen van andere namen en het uit elkaar rukken van dorpen, gezinnen, het verdrijven of verplaatsen van hele volkeren. Miljoenen mensen kunnen dat niet meer navertellen. Wij mogen ons gelukkig prijzen dat deze ellende aan Nederland voorbij is gegaan. Maar wij mogen onze ogen niet sluiten voor het feit dat alleen al het woord ‘assimilatie’ rillingen over miljoenen ruggen laat lopen. Het aanbrengen van een duidelijke waterscheiding tussen assimilatie en integratie is minstens even belangrijk voor het laten slagen van integratie als het leren van de taal, het respecteren van de nationale gebruiken en het tonen van loyaliteit aan het nieuwe vaderland. Hoe men ook over het ‘moederlandgevoel ’ van premier Erdogan mag denken, men moet met hem erkennen dat assimilatie de integratie niet dient.
Assimilatie betekent dat men z’n identiteit geheel moet afleggen om in een (nieuwe) samenleving te kunnen aarden. Men mag niet meer zijn wie men is. Logisch dat men zich dan fel gaat verzetten en juist de loopgraven induikt. Integratie wordt dan onmogelijk. Met andere woorden: assimilatie staat integratie in de weg. Als taal- en ervarings(des)kundige zou ik er nog het volgende aan toe willen voegen. Wie vanaf de geboorte heel goed de taal van z’n ouders leert spreken, leert op jonge leeftijd veel makkelijker een tweede en een derde taal dan iemand die vanaf het begin verstoken blijft van een goede taalopvoeding. Doe dus niet alsof het een probleem is als Turkse moeders die zelf slecht of geen Nederlands spreken, Turks tegen hun kinderen spreken! Als zij daardoor een goede taalbeheersing krijgen, zullen zij veel makkelijker Nederlands leren. Uiteraard moeten zij daarop ook worden aangesproken, want zonder goede kennis van het Nederlands ben je sociaal gehandicapt, dus taaleisen moeten worden gesteld. Daar hebben we in het verleden echt gefaald, want een te grote vrijblijvendheid bij taaleisen en integratie voorwaarden heeft veel ellende veroorzaakt. Eisen dat mensen Nederlands leren en sancties toepassen als men weigert dat te doen, is wat mij betreft een terechte voorwaarde in een land dat streeft naar de succesvolle integratie van nieuwkomers. Maar dat gaat hand in hand met respect voor de verscheidenheid en aandacht voor de interculturele dialoog. Wij praten nog veel te veel OVER elkaar en veel te weinig MET elkaar. En als het toch over praten hebt: meertaligheid is een goede zaak, meertaligheid helpt integratie en sociale mobiliteit. Neem dat nou maar aan van een Limburger.
Meer informatie
Reageer op dit weblog via www.NederlandinEuropa.nl