Verordening 1993/1836 - Vrijwillige deelneming van bedrijven uit de industriële sector aan een gemeenschappelijk milieubeheer- en milieuauditsysteem - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Verordening (EEG) nr. 1836/93 van de Raad van 29 juni 1993 inzake de vrijwillige deelneming van bedrijven uit de industriële sector aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteemofficiële Engelstalige titel
Council Regulation (EEC) No 1836/93 of 29 June 1993 allowing voluntary participation by companies in the industrial sector in a Community eco-management and audit schemeRechtsinstrument | Verordening |
---|---|
Wetgevingsnummer | Verordening 1993/1836 |
Origineel voorstel | COM(1991)459 |
Celex-nummer i | 31993R1836 |
Document | 29-06-1993 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 10-07-1993; Special edition in Finnish: Chapter 15 Volume 012,Special edition in Swedish: Chapter 15 Volume 012,OJ L 168, 10.7.1993 |
Inwerkingtreding | 13-07-1993; in werking datum publicatie + 3 zie art 21 10-04-1995; Toepassing zie art 21 |
Einde geldigheid | 26-04-2001; opgeheven door 301R0761 |
|
Verordening (EEG) nr. 1836/93 van de Raad van 29 juni 1993 inzake de vrijwillige deelneming van bedrijven uit de industriële sector aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem
Publicatieblad Nr. L 168 van 10/07/1993 blz. 0001 - 0018
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 12 blz. 0210
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 12 blz. 0210
VERORDENING (EEG) Nr. 1836/93 VAN DE RAAD van 29 juni 1993 inzake de vrijwillige deelneming van bedrijven uit de industriële sector aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Europees Parlement (2),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),
Overwegende dat de doelstellingen en beginselen van het milieubeleid van de Gemeenschap, zoals uiteengezet in het Verdrag en nader uitgewerkt in de resolutie van de Raad van de Europese Gemeenschappen en de vertegenwoordigers van de Regeringen van de Lid-Staten, in het kader van de Raad bijeen, van 1 februari 1993 betreffende een beleidsplan en actieprogramma van de Gemeenschap inzake het milieu en duurzame ontwikkeling (4), alsook in de eerdere resoluties van 1973 (5), 1977 (6), 1983 (7) en 1987 (8) betreffende een beleidsplan en actieprogramma van de Gemeenschap inzake milieubescherming, met name gericht zijn op het voorkomen, verminderen en zoveel mogelijk opheffen van de vervuiling, met name aan de bron, op basis van het beginsel dat de vervuiler betaalt, alsmede op een gezond beheer van de hulpbronnen en op het gebruik van schone of schonere technologie;
Overwegende dat artikel 2 van het Verdrag, zoals het zal worden geformuleerd overeenkomstig het op 7 februari 1992 te Maastricht ondertekende Verdrag betreffende de Europese Unie, bepaalt dat de Gemeenschap onder andere tot taak heeft binnen de hele Gemeenschap een duurzame groei te bevorderen en dat in de resolutie van de Raad van 1 februari 1993 het belang van deze duurzame groei wordt benadrukt;
Overwegende dat in het door de Commissie ingediende programma "Op weg naar duurzame ontwikkeling", waarvan de algemene benadering door de resolutie van de Raad van 1 februari 1993 is goedgekeurd, de rol en de verantwoordelijkheden van ondernemingen ten aanzien van het versterken van de economie en de bescherming van het milieu in de hele Gemeenschap worden benadrukt;
Overwegende dat het bedrijfsleven een eigen verantwoordelijkheid heeft ten aanzien van het beheersen van de milieu-effecten van zijn activiteiten en daarom een actieve rol op dit gebied moet spelen;
Overwegende dat deze verantwoordelijkheid de bedrijven noopt tot het opstellen en uitvoeren van strategieën, doelstellingen en programma's voor het milieu, alsmede doeltreffende milieubeheersystemen; dat bedrijven een milieubeleid dienen vast te stellen waarbij niet alleen wordt gewaarborgd dat alle relevante wettelijke milieuvoorschriften worden nagekomen, maar tevens verbintenissen worden aangegaan die gericht zijn op een redelijke voortdurende verbetering van de milieuprestatie;
Overwegende dat er bij de toepassing van milieubeheersystemen door bedrijven, rekening mee moet worden gehouden dat de werknemers milieubewust moeten worden gemaakt en moeten worden opgeleid voor het opzetten en uitvoeren van dergelijke systemen;
Overwegende dat in milieubeheersystemen ook milieuauditprocedures moeten zijn opgenomen, om de bedrijfsleiding te helpen beoordelen of de uitvoering van het milieubeleid van het bedrijf in overeenstemming is met het milieubeheersysteem, alsmede of dit systeem doeltreffend is;
Overwegende dat voorlichting van het publiek door de bedrijven over de milieuaspecten van hun activiteiten een essentieel onderdeel vormt van goed milieubeheer en inspeelt op de toenemende behoefte van het...
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.