Richtlijn 1971/354 - Harmonisatie van nationale wetgeving op het gebied van de meeteenheden - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Richtlijn 71/354/EEG van de Raad van 18 oktober 1971 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten op het gebied van de meeteenhedenofficiële Engelstalige titel
Council Directive 71/354/EEC of 18 October 1971 on the approximation of the laws of the Member States relating to units of measurementRechtsinstrument | Richtlijn |
---|---|
Wetgevingsnummer | Richtlijn 1971/354 |
Celex-nummer i | 31971L0354 |
Document | 18-10-1971 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 29-10-1971; Special edition in English: Chapter I Volume 1971 |
Inwerkingtreding | 21-10-1971; in werking datum kennisgeving |
Einde geldigheid | 01-10-1981; opgeheven door 31980L0181 |
Omzetting | 21-04-1973; zie art. 4 21-12-1977; zie art. 1 |
Kennisgeving | 21-10-1971 |
|
Richtlijn 71/354/EEG van de Raad van 18 oktober 1971 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten op het gebied van de meeteenheden
Publicatieblad Nr. L 243 van 29/10/1971 blz. 0029 - 0037
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1971(III) blz. 0777
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1971(III) blz. 0878
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 13 Deel 1 blz. 0235
++++
RICHTLIJN VAN DE RAAD
van 18 oktober 1971
inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten op het gebied van de meeteenheden
( 71/354/EEG )
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 100 ,
Gezien het voorstel van de Commissie ,
Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,
Gezien het advies van het Economisch en Social Comité ( 2 ) ,
Overwegende dat de wetgevingen die in de Lid-Staten het gebruik regelen van meeteenheden van Lid-Staat tot Lid-Staat verschillen en daardoor het handelsverkeer belemmeren ; dat de toepassing van de voorschriften inzake meetmiddelen nauw verbonden is met het gebruik van de meeteenheden in het metrologische stelsel ; dat het derhalve , met name wegens de onderlinge afhankelijkheid van de voorschriften inzake meeteenheden en inzake meetmiddelen , noodzakelijk is de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen te harmoniseren met het oog op een harmonische toepassing van de communautaire richtlijnen die op het gebied van de meetmiddelen en de methoden voor metrologische keuring zijn of zullen worden vastgesteld ;
Overwegende dat met betrekking tot de meeteenheden internationale resoluties zijn aanvaard , welke zijn uitgevaardigd door de Algemene Conferentie voor Maten en Gewichten ( CGPM ) , ingesteld bij de op 20 mei 1875 te Parijs ondertekende Meterconventie , waarbij alle Lid-Staten zijn aangesloten ; dat evenwel de meeteenheden , met name de namen , de symbolen en het gebruik daarvan , in de Lid-Staten niet identiek zijn ,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :
Artikel 1
1 . De Lid-Staten stellen de bepalingen van hoofdstuk I van de bijlage verplicht binnen vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn .
2 . De Lid-Staten verbieden dat na uiterlijk 31 december 1977 de in hoofdstuk III van de bijlage genoemde eenheden worden gebruikt .
3 . De verplichting om de meeteenheden te gebruiken , die onder de in de hoofdstukken II en III van de bijlage vastgestelde voorwaarden tijdelijk zijn gehandhaafd , mag niet worden opgelegd door Lid-Staten waar bedoelde eenheden op het tijdstip waarop deze richtlijn van kracht wordt niet zijn toegestaan .
Artikel 2
De uit artikel 1 voortvloeiende verplichtingen hebben betrekking op de meetmiddelen die worden gebruikt , op de metingen die worden verricht en op de aanduidingen van in eenheden uitgedrukte grootheden in het economische verkeer en de gebieden van volksgezondheid en veiligheid , alsmede op handelingen van bestuursrechtelijke aard .
Artikel 3
Deze richtlijn laat onverlet het gebruik van andere dan de in deze richtlijn verplicht gestelde eenheden , die op het gebied van de zeevaart , de luchtvaart en het spoorwegverkeer zijn vastgesteld krachtens internationale overeenkomsten of verdragen tussen regeringen .
Artikel 4
1 . Binnen achttien maanden na kennisgeving van deze richtlijn voeren de Lid-Staten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in om aan het bepaalde in deze richtlijn te voldoen . Zij stellen de Commissie hiervan onmiddellijk in kennis .
2 . De Lid-Staten zien erop toe dat de tekst van alle belangrijke nationale wettelijke bepalingen die zij aanvaarden op het gebied waarop deze richtlijn van toepassing is , ter kennis van de Commissie worden gebracht .
Artikel 5
Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .
Gedaan te Luxemburg , 18 oktober 1971 .
Voor de Raad
De Voorzitter
A . MORO
(...
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.