Oorlog is voetbal? - Hoofdinhoud
De aandacht voor de betrokkenheid van ons land bij de oorlog in Afghanistan laait weer op. De steun onder het volk voor de missie in Uruzgan neemt verder af. Het treurige nieuws dat er weer twee soldaten sneuvelden in twee dagen schokte iedereen. Duizenden mensen tekenen de condoleanceregisters. Natuurlijk leven we mee met de nabestaanden.
Minister van Middelkoop reageert ook geschokt, maar zegt dat het wel beter gaat in Uruzgan. “We boeken vooruitgang.” De nieuwe Amerikaanse generaal van de Navo in Afghanistan komt met een nieuwe strategie. Niet meer op de Taliban jagen, maar de burgers beschermen. Deze nieuwe strategie zal de overwinning dichter bij brengen.
Ik herinner mij nog goed dat er in de jaren zestig ongeveer twee keer per jaar een nieuwe strategie werd ontwikkeld, die zeker steeds weer tot een overwinning zou leiden. Ook toen riepen de generaals en verantwoordelijke politici dat er steeds vooruitgang werd geboekt.
Ik heb het over de oorlog in Vietnam. Ik zie het beeld weer van massa’s mensen die door de hekken van de Amerikaanse ambassade willen komen om met helikopters te kunnen vluchten. Ik zie helikopters die van vliegdekschepen in zee worden gekieperd omdat er geen plek aan boord is en terugkeer naar het vaste land geen optie.
Zo niet oud-Commandant Der Strijdkrachten Dick Berlijn. Woensdagochtend wordt hij geïnterviewd op de radio. Hij roept op onze soldaten massaal te blijven steunen. “Kijk”, zegt Berlijn, “Als bij een voetbalwedstrijd je club met één-nul achter komt te staan, zeggen we toch ook niet dat we maar beter kunnen stoppen? Nee, dan moeten de supporters hun club juist extra aanmoedigen.”
Een waarlijk ijzersterk argument om met onze ‘wedstrijd’ in Afghanistan vooral door te gaan. Voetbal is oorlog, dat weten we al van ’generaal’ Rinus Michels. Maar om oorlog met voetbal te vergelijken, is toch wel van een niveau waar de honden geen brood van lusten.
Steun de Afghanen, stop de oorlog.