Steunpilaar of tegenwerker?

Met dank overgenomen van C.G. (Kees) van der Staaij i, gepubliceerd op maandag 7 september 2009.

Vanmiddag heb ik in Hardinxveld-Giessendam een bijeenkomst bijgewoond van de Verenigde Reformatorische Ondernemingen (VRO). Het thema van deze middag was de regeldruk en de administratieve lasten. Het was heel interessant om de ervaringen van deze ondernemers te horen. Heel wat onderwerpen kwamen langs: van onbillijkheden in de fiscale bijtelling van autogebruik, tot de stapeling van reprorechtenafdrachten en de niet-handhaving van energielabels voor bestaande woningen. Veel zorg bestond bij deze ondernemers ook over de druk om winkels op zondag open te laten zijn.

Zelf heb ik wat verteld over het overheidsbeleid van de afgelopen tijd om de regeldruk terug te dringen.

Er is nog veel te doen met het oog op een ondernemersvriendelijk klimaat.

De inzet moet zijn om in samenspraak met de ondernemers zelf, zowel

nieuwe als bestaande wet- en regelgeving tegen het licht te houden.

Bijzondere aandacht voor het Midden- en kleinbedrijf is geboden. Ondernemers met kleine bedrijven moeten veel zelf doen. Het is voor hen vaak moeilijker om veranderende regelgeving in de gaten te houden en hierop te anticiperen.

Van groot belang is dat het gaat om een verlichting die voor ondernemers in de prakijk merkbaar is. Als er regels geschrapt worden, waarvan niemand het bestaan afwist, is dat fijn, maar schiet het nog niet echt op!

Onduidelijke regels, onnodig ingewikkelde procedures, slechte dienstverlening en bureaucratie moeten actief worden tegengegaan. Meer tijd om te ondernemen, moet het devies zijn. Een betere en snellere dienstverlening aan bedrijven. Een overheid die ervaren wordt als steunpilaar, en niet als tegenwerker.

De strijd moet worden aangebonden tegenover ergernissen als lange doorlooptijden voor vergunningen, steeds wijzigende regels en gebrek aan professionaliteit bij vergunningverleners en toezichthouders

Kortom: geen beleid dat alles wil ‘dichtregelen’, geen politiek die alles maar laat gaan - niet laissez-faire. Maar - zoals de vroegere SGP-voorman ds. Abma eens stelde -‘laissez-fleurir’ (laten bloeien)!