Berlijn - Hoofdinhoud
Frans Timmermans schrijft over zijn bezoek aan Berlijn waar hij samen met Nederlandse en Duitse studenten stilstond bij de val van de Berlijnse Muur. “Het meest indrukwekkende verhaal kwam van iemand die de meest levendige herinneringen had aan de verschrikkingen in de DDR van voor 1989.”
Een vraag voor de iets ouderen onder ons. Wie weet nog wat zij/hij deed op 9 november 1989? De dag dat de eerste bres werd geslagen in de Berlijnse Muur en de mensenmassa uit Oost zich naar West begaf om te kijken hoe de rijke buren leefden.
Vorige week woensdag, toen ik met een groep Nederlandse en Duitse studenten een fietstocht maakte langs een aantal plaatsen waar tot 1989 de Berlijnse Muur stond, hebben we de verhalen gehoord van de mensen die er bij waren. “Zeitzeugen” noemen ze dat in het Duits. Het meest indrukwekkende verhaal kwam van iemand die de meest levendige herinneringen had aan de verschrikkingen in de DDR van voor 1989. De heer Litfin is de broer van het eerste slachtoffer van het Oostduitse “Schiessbefehl” van 1961. Günther Litfin werd door zijn hoofd geschoten toen hij probeerde van Oost naar West-Berlijn te zwemmen eind 1961. Hij leefde, zoals veel Berlijners in die tijd, in zowel Oost als West en dreigde zijn nieuw verworven woning te verliezen omdat de DDR met de bouw van de Muur vanaf 1961 onmogelijk wilde maken dat mensen nog naar het Westen gingen.
Günther Litfin wilde in het Westen leven, maar aarzelde vanaf eind jaren vijftig eindeloos omdat hij zijn moeder, die in Oost woonde, niet in de steek wilde laten. Zeker niet nadat zij kort voor 1961 haar man had verloren en er dus bijna alleen voor stond. Toen de communisten besloten van de DDR ook in Berlijn een gevangenis te maken door er een Muur neer te zetten, zwierf Günther dagenlang door de stad om een gat te vinden waardoor hij naar zijn huis in West kon gaan. Hij dacht naar de andere kant te kunnen zwemmen, werd ontdekt, kreeg een salvo spervuur een paar meter voor zich in het water, stak zijn handen in de lucht ten teken van zijn overgave, maar werd toch lafhartig doodgeschoten door een officier van de NVA, het Oostduitse leger.
Willy Brandt heeft indertijd nog een herinneringsplaat onthuld voor Günther Litfin, maar deze geschiedenis zou geheel zijn vergeten als Günther’s broer Jürgen niet al zijn energie had gestoken in het levend houden van de herinnering. Hij deed dat door een van de honderden betonnen wachttorens van de DDR voor afbraak te behouden en het ding in te richten zoals het er toen moet hebben uitgezien. Helemaal alleen, vooral met privaat geld en met alle trucs uit de doos heeft Jürgen dit afschrikwekkend monument tot stand gebracht. Zodat ook de Nederlandse studenten die met ons samen in die wachttoren waren, konden zien dat het communisme een perfide systeem was. Zo slecht, dat het de eigen bevolking alleen maar binnen de grenzen van het land kon houden door er een grote muur, een hek, een greppel met bijtgrage honden, mijnen, automatische geweren, en talloze zwaar bewapenden grenswachten omheen te zetten.
Jürgen strijdt met al zijn energie voor het behoud van de herinnering aan dit door en door slechte en ontmenselijkende systeem op een uur vliegen van Schiphol. Omdat dat even domme als naïeve gevoel van Ostalgie, de geromantiseerde hang naar het leven in de voormalige DDR, misplaatst en beledigend is. Opdat we zien hoe makkelijk het gaat, dat knechten van mensen, dat ontmenselijken, dat afnemen van de meest fundamentele vrijheden. Hij verdient daarvoor ons respect. Tussen neus en lippen door vertelde hij trouwens nog iets waar ik koud van werd. Günther had een tweelingbroer. Als kind, in 1943 komt die jongen ten val en wordt met een bloeding aan zijn been naar een Berlijns ziekenhuis gebracht. De dokter die hem moet behandelen kijkt eens goed naar het kind en ziet donkere haren en bruine ogen. Neemt aan dat het een jood is en laat hem verkommeren, zodat hij sterft. Tussen 1943 en 1961 zitten 18 jaar. In die tijd verloor Jürgen in een stad twee broers aan twee totaal verschillende totalitaire ideologieën, die een ding gemeen hadden: de waanidee dat de ideologie belangrijker is dan de mens. Daar begint het altijd mee, ook bij de communisten in de Sovjetunie, bij de Rode Khmer, bij de Italiaanse fascisten, de Spaanse falangisten en noem al die andere overtuigde mens- en maatschappijvormers maar op. De Idee is belangrijker dan de Mens; om de Idee door te drukken moet de mens wijken, zelfs als hij daarvoor uit de weg moet worden geruimd.
Als u in Berlijn bent, ga dan in de Kielerstrasse naar de ‘Wachtturm’ en spreek zelf met de heer Litfin. Hij heeft u zoveel te vertellen.