Een politieker EP - Hoofdinhoud
"Het EP wordt stap voor stap een veel politieker parlement," schrijft Frans Timmermans "dat de wetgevende arbeid secuur en met zeer veel aandacht voor de publieke opinie verricht."
Gisteren in Brussel heeft Thom de Bruijn, onze permanente vertegenwoordiger bij de EU, in zijn residentie een ontvangst georganiseerd voor de nieuw verkozen, herkozen en vertrekkende Europarlementariërs. Op een enkeling na, was iedereen aanwezig. Ik ben naar Brussel gegaan voor een (hernieuwde) kennismaking en voor het nemen van afscheid van diegenen die niet zijn herkozen.
Er zijn nu 25 Nederlandse Europarlementariërs, daar komt er nog één bij zodra het parlement de omvang zal hebben die in het Verdrag van Lissabon is vastgelegd. Het hele politieke spectrum is vertegenwoordigd, dus het is zeker niet zo, dat er sprake zal zijn van een ‘Nederlands blok’ in het EP. Politieke verschillen zullen zich vertalen in verschillende standpunten, die vervolgens eerst binnen de fracties zullen moeten worden uitgevochten. Want de verschillen tussen bijvoorbeeld VVD en D66 zullen eerst binnen de liberale fractie van het parlement moeten worden besproken om tot een eensluidend standpunt te kunnen komen. Het CDA zal het binnen de EVP fractie eens moeten worden met de partij van Berlusconi, hetgeen mij soms ook een interessante exercitie lijkt. In de fractie van Socialisten en Democraten zitten ook vogels van zeer verschillend pluimage: Scandinavische sociaaldemocraten, Britse derdeweggers en Franse socialisten die tegenwoordig de SP heel ruim links inhalen, samen met Italiaanse oud-communisten, maar ook oud-liberalen, die nu één groep vormen. En wat te denken van de ChristenUnie, die samen met de Britse conservatieven en Derk-Jan Eppink van de Vlaamse Lijst Dedecker in één fractie zit? De ploeg van de PVV heeft zich nog niet bij een fractie aangesloten.
Het systeem van grote en heterogene fracties is in Nederlandse ogen misschien vreemd, ik zie er ook grote voordelen in. Zaken worden tussen vleugels goed uitgesproken en er worden door iedereen gedragen compromissen gemaakt, zodat er vervolgens met het gezag van tweehonderd of driehonderd leden een duidelijke politieke richtingenstrijd in het parlement kan worden gevoerd. Je ziet toch ook in veel landen dat een duidelijke politieke tweedeling in een parlement het publieke debat en de betrokkenheid van de burgers bij de politiek dient.
Hoewel de onderlinge politieke verschillen soms groot zijn, kan er wel degelijk sprake zijn van kwesties die alle Nederlandse Europarlementariërs aan de zelfde kant van het touw doen trekken. Soms spelen er zaken die zo evident en ondubbelzinnig het Nederlands belang raken, dat alle Nederlandse volksvertegenwoordigers zich er hard voor willen inzetten. Het is dan de taak van Thom de Bruijn en zijn mensen om de parlementariërs te voorzien van alle relevante informatie, zowel over de inhoud als over de procedure, krachtsverhoudingen in de Raad, etc. Daarom was het goed dat op de ontvangst gisteren ook ambtenaren van de permanente vertegenwoordiging aanwezig waren, om kennis te maken, de eerste contacten te leggen en ook hun diensten aan te bieden. Europarlementariërs krijgen vaak te maken met technisch ingewikkelde onderwerpen en ik vind het uitstekend als zij dan een beroep doen op de kennis van de Nederlandse deskundigen op de PV. Ik weet ook wel dat men in Den Haag vaak heel nerveus wordt van ambtenaren die rechtstreeks contact hebben met volksvertegenwoordigers, maar mijn ervaringen in het Brusselse zijn op dit punt louter positief. Van beide kanten wordt hier zeer professioneel en integer gebruik van gemaakt en dat is alleen maar goed voor Nederland en voor Europa.
Ik kan inmiddels terugkijken op ruim twintig jaar ervaring met (Nederlandse) Europarlementariërs. Natuurlijk ken ik het chagrijn dat er over het EP en z’n leden bestaat. Zij waren de eerste politici die stelselmatig tot ‘zakkenvullers’ werden bestempeld, een lot dat velen van ons tegenwoordig treft. Ik ben ook bepaald niet altijd te spreken over alles wat er in het EP gebeurt: dat ergerniswekkende gereis tussen Brussel en Straatsburg; die hoge toon over zaken waar het EP niets over te vertellen heeft, met name in het buitenlands beleid; die morele verontwaardiging als je eens iets kritisch over Europa zegt (mijn eigen optreden in de afco commissie, waarin ik bizar genoeg als euroscepticus werd weggehoond, zal ik niet snel vergeten); en het nogal pompeuze gedrag van deze en gene. Maar mijn conclusie is wel dat het EP stap voor stap een heuse volksvertegenwoordiging aan het worden is, dat het een veel politieker parlement wordt, dat de wetgevende arbeid secuur en met zeer veel aandacht voor de publieke opinie wordt verricht. Als wetgever is het EP gewoon de best werkende Europese instelling, beter dan de Commissie, beter dan de Raad.
De Nederlandse Europarlementariërs hebben in de loop der jaren de reputatie opgebouwd hard te werken, hun dossiers goed te kennen, veel werk ook in de fractie te steken. Daardoor zijn zij verhoudingsgewijs invloedrijker dan vertegenwoordigers uit andere landen. Dus dienen zij hun kiezers op een goede manier. Niet altijd in het oog van de schijnwerpers, zelden met spectaculaire onderwerpen, maar wel met zaken die iedere Europese burger raken en diens leven richting geven, of men het nu weet of niet.