Europadebat - Hoofdinhoud
Het was half drie toen ik vannacht thuis kwam na het kamerdebat over het Verdrag van Lissabon. Zoals altijd aan het einde van een dag keek ik nog even op deze site om te zien welke reacties er binnengekomen waren. Wat een verrassing! Want wat ik al meer dan een jaar probeer te bereiken, lijkt steeds beter te lukken: het blogje leidt tot discussie. En dan bedoel ik niet alleen maar opmerkingen in mijn richting. Daarvan zijn er vele honderden geweest. Nu gaan mensen steeds vaker ook met elkaar in discussie. Waarbij argumenten worden gewogen, verworpen of overgenomen, waarbij men ook echt op elkaars punten ingaat en niet alleen maar elkaar buiten de orde verklaart.
Dat is het Europadebat waar wij allemaal zo’n behoefte aan hebben. Overigens: dat is het politieke debat waar Nederland behoefte aan heeft en vaak zo node moet missen. Het debat van gisteren, dat later vandaag zal worden voortgezet, was ook een open en vruchtbare discussie. Geen enkel parlement in de EU is vanaf het allereerste begin zó nauw en zó intensief betrokken geweest bij het proces dat heeft geleid tot het Verdrag van Lissabon. Het parlement wilde weten wat onze inzet was, dat hebben wij als eersten en als één van de zeer weinigen in de EU helder en precies kenbaar gemaakt. Daar kwam steun voor van een zeer ruime meerderheid van de Kamer. De inzet is in zeer hoge mate gerealiseerd en gedurende het hele proces van onderhandelen is de Kamer bijna wekelijks bij het proces betrokken.
Ook de behandeling van het wetsvoorstel waarmee de ratificatie moet worden gerealiseerd is een schoolvoorbeeld van intensief en zorgvuldig overleg tussen Kamer en kabinet. Zeker, het haalt allemaal niet de kranten of de journaals, maar kamerleden hebben, ongeacht hun standpunten over het verdrag, zeer intensief monnikenwerk geleverd door namens hun kiezers en op basis van de uitgangspunten die zij bij Europa hanteren het verdrag punt voor punt secuur te behandelen. Er zijn weinig lidstaten waar dat zo gebeurt, vaak is het toch een zaak die tot op grote hoogte aan de regering wordt overgelaten. Soms heeft dat te maken met politiek monisme, soms ook met de aard van het ratificatieproces, dat sterk per lidstaat verschilt. Uiteraard is hiermee niet gezegd dat het in andere landen minder precies zou gebeuren of dat men daar een loopje neemt met de democratie, het is gewoon een verschil in staatsrechtelijke structuur en/of politieke traditie.
Sinds het einde van de Europese deling heb ik redelijk intensief het proces gevolgd waarmee de EU heeft getracht haar organisatie en werkwijze aan het nieuwe Europa aan te passen. Politiek, sociaal, economisch en menselijk zijn de successen van Europa sinds 9 november 1989 werkelijk spectaculair. Dat zeg ik uit de grond van mijn hart, zonder spoortje ironie en in het volle besef dat de EU nog vele tekortkomingen kent die onze aandacht vragen. Tot vandaag is de EU er niet in geslaagd dat spectaculaire succes ook te vertalen in een nieuwe aanpak van de eigen werkwijze en organisatie die recht doet aan het verenigde Europa. Altijd, vanaf Zwarte Maandag, via Maastricht, Amsterdam, Nice en het gesneefde Grondwettelijke Verdrag, waren er losse einden en ernstige tekortkomingen in de Verdragen. Met Lissabon krijgen we de kans die noodzakelijke maar inmiddels eindeloze discussie af te ronden op een manier die recht doet aan het Europa van onafhankelijke en vrije landen, van vrije burgers, die samen op basis van het recht hun soevereiniteit poolen voor die zaken die niet meer nationaal geregeld kunnen worden. Voorwaar geen klein bier.