Waarom Europa bij Nederland hoort - Hoofdinhoud
Vandaag begint de Europese Raad in Brussel. Belangrijkste onderwerp is de wereldwijde financiële crisis. Afgelopen zondag waren de leiders van de landen die de euro hebben bij elkaar in Parijs. Daar is het fundament gelegd voor de gezamenlijke Europese aanpak. Want het bereikte akkoord van zondagavond is maandag in veel Europese hoofdsteden en ook in Den Haag meteen omgezet in concrete actie van de nationale regeringen. Maandag bleek ook bij de vergaderingen van de Raad Algemene Zaken in Luxemburg dat alle EU landen, dus ook die zonder euro, de afspraken van zondagavond steunen.
De Europese regeringsleiders hebben in een moeilijke situatie duidelijk hun verantwoordelijkheid genomen. Zeker, het heeft een weekje geduurd voordat iedereen in de smiezen had hoe ernstig de crisis was, maar toen dat besef overal was doorgedrongen, is ook in korte tijd tot Europese actie overgegaan. Frankrijk en de Franse President verdienen een compliment voor de snelheid en vastberadenheid waarmee is gehandeld. Pas vrijdag aan het einde van de dag is besloten tot de Top van zondag en toch zijn de Fransen er in geslaagd een document op te stellen met verregaande stappen, die door alle landen konden worden onderschreven. Een politiek en diplomatiek huzarenstukje.
Opvallend is de goede samenwerking tussen de eurolanden en het Verenigd Koninkrijk. De Britten voelden als eersten de diepgaande effecten van de crisis en Gordon Brown was de eerste om met een alomvattend en zeer omvangrijk reddingsplan te komen. Dit plan was in grote lijnen gelijk aan de ideeën die ook al eerder door Wouter Bos naar voren waren gebracht, maar Brown verraste door de adembenemende dimensies van het financiële probleem helder onder woorden te brengen en er ook een coherente en zeer stevige reactie tegenover te plaatsen. Deze aanpak maakte snel school op het Europese continent, maar wat mij meer nog dan dat verraste was dat de Britten niet nalieten te hameren op gezamenlijke Europese actie. Toen het echt spannend werd, bleken zij de grootste voorstanders van een Europese aanpak en hadden zij hun hoop ook gevestigd op de eurozone. Wie weet wat dat betekent voor de toekomst van het Britse pond?
Van hun kant hadden de Eurolanden ook grote belangstelling voor de Britse aanpak. Dit leidde tot het opmerkelijke feit dat de eerste vergadering van de eurogroep op het niveau van regeringsleiders begon in aanwezigheid van Gordon Brown, die aan het begin zijn plannen toelichtte.
Inmiddels heeft de Europese aanpak ook navolging gekregen in de VS, dat het aanvankelijke plan toch behoorlijk heeft bijgesteld en nu in feite probeert te doen wat Europa doet. Goed geld uitgeven voor waardeloze activa is ook niet de meest verstandige aanpak, althans dat is steeds de lijn geweest van de Nederlandse regering.
In de afgelopen week is door sommige journalisten voordurend het oude stokpaardje bereden dat Europa in deze kwestie op z’n minst verdeeld, dan wel afwezig, zo niet machteloos zou zijn. Het is natuurlijk niet goed of het deugt niet. Meestal lezen we dat Europa zich veel te veel met de zaken bemoeit, dat Europa toch vooral van ons erf moet. Maar nu de stormbal gehesen wordt, is ineens het omgekeerde waar en doet Europa te weinig. Iets voor alle sceptici van dienst om eens over na te denken.
Het gaat natuurlijk niet alleen om sceptici. Sterker nog, forse kritiek komt ook van de meest overtuigde Europeanen. Hier wreekt zich naar mijn oordeel de bijziendheid van langjarige Europawatchers. Zij zijn niet zelden geneigd - ik zie het sommige correspondenten, zeker die op herhaling zijn, ook doen in Brussel - ‘Europa’ te versmallen tot de Brusselse instellingen, de Europese Commissie voorop. Er is veel nostalgie naar de tijden van Jacques Delors. Dat is misplaatst. Het Europa van vandaag verkeert in een andere fase, heeft een volstrekt andere samenstelling en staat voor geheel andere uitdagingen dan vijftien jaar geleden. De communautaire methode blijft essentieel voor onze wet- en regelgeving, maar er is ook behoefte aan duidelijk en goed onderling afgestemd leiderschap vanuit de hoofdsteden. Dat regeringsleiders in de gaten hebben dat zij alleen met elkaar een passend antwoord kunnen formuleren, dat landen precies afstemmen wanneer ze met welke maatregelen naar buiten zullen komen, dat regeringsleiders, ministers van financiën, centrale bankiers en andere bestuurders letterlijk een aantal malen per dag hun positie onderling afstemmen, dat is ook ‘Europa’. Zolang wij er maar voor zorgen dat wij de democratische legitimiteit van dit Europa op orde brengen, dat wij de wet- en regelgeving in handen laten van de instellingen die wij ervoor in het leven hebben geroepen en dat alle landen zich gewoon houden aan de afgesproken spelregels, is er helemaal niets mis met het Europa zoals het zich nu manifesteert.
Het lijkt mij belangrijk dat Europa zich in de komende maanden concentreert op de vraag welk internationaal financieel en economisch systeem de wereld nodig heeft om de enorme uitdagingen aan te kunnen. Daarvan zullen een grotere regierol voor de overheid (nationaal, Europees, internationaal), strenger toezicht en grotere aandacht voor duurzaamheid onmisbare bestanddelen vormen. Maar dit is slechts een deel van de analyse. De wereld gaat door tektonische veranderingen en die zullen zich op allerlei vlak doen voelen. In ieder geval ben ik blij dat Nederland aan het einde van het vorige millennium niet heeft geluisterd naar Marijnissen en andere onheilsprofeten die de euro het begin van onze ondergang noemden en wilden dat wij de gulden zouden behouden. Zelfs de Britten dragen nu uit dat het bestaan van de eurozone, dat het hebben van 1 munt de Europese landen heeft behoed voor grote rampspoed. Stel je voor dat wij nog met de gulden zaten en er zou een Nederlandse bank in de problemen komen. Wereldwijd zou iedereen meteen zijn guldens verkopen en ons land zou het risico lopen bankroet te gaan. Europa hoort bij Nederland. Gelukkig maar.