Eurocore - Hoofdinhoud
Brussel heeft vanaf zaterdag jl. zijn eigen Biënnale. Met een originele benadering, die aansluit bij het bijzondere karakter van de Europese hoofdstad. In het voormalige sorteerstation van de Belgische posterijen bij het Zuidstation geven kunstenaars uit met name Europa en Afrika hun kijk op de samenleving waarvan zij onderdeel uitmaken. Barbara Vanderlinden, de artistiek directeur, is er in geslaagd werelden met elkaar in contact te brengen zonder het allemaal te willen uitleggen of annoteren. Het contact spreekt voor zich, net zoals in het gebied waar de Biënnale zich op richt, zeg maar de Lage Landen, het Rijnland en Frans Vlaanderen, het voortdurende contact met bezoekers door de eeuwen heen voor zich sprak, ook als de ‘bezoekers’ soms bepaald niet uitgenodigd waren. Ik vond het een voorrecht samen met de Vlaamse minister Bert Anciaux de Biënnale te mogen openen.
Brussel is vandaag van iedereen die er maar wil wonen. Dat bleek onlangs toen expats gevraagd werd waar zij in Europa het liefste wonen. Brussel won van Londen en Amsterdam omdat expats in Brussel niet voortdurend gevraagd wordt zich aan te passen. Maar een stad die van iedereen is, loopt het risico uiteindelijk van niemand te zijn en zo alleen maar te bestaan als een verzameling gebouwen en mensen die toevallig samen op een plek wonen en werken. Dan is het geen stad meer, dan is er geen identiteit meer. De bijzondere wijze waarop kunst andere kunst ontmoet bij de Biënnale kan helpen juist dat eigen karakter van Brussel als Europese agora een vorm te geven die veel meer mensen raakt en aanspreekt. Het zou mooi zijn als daarmee Brussel Europese hoofdstad meer gaat betekenen dan de toevallige plek van de meeste EU instellingen.
Er zijn vele Europa’s in het leven van de Europeanen. Het Europa van de instellingen, van de overheid is daarvan de minst populaire. Dat is jammer, maar geen halszaak. Veel zorgelijker is dat er nauwelijks een (beeld)taal is waarin Europeanen die vele Europa’s ook herkennen. De intuïtie laat mensen zelden in de steek, zoals ook blijkt tijdens de kredietcrisis. Daar ligt het dus niet aan. Niemand hoeft uit te leggen dat de vele nationale maatregelen gedoemd zijn te mislukken als ze niet ingebed zijn in een gecoördineerde Europese benadering. Dat Europa blijkt veel vanzelfsprekender dan door sceptici verondersteld. Ook vanzelfsprekend is inmiddels het Europa zonder grenzen voor de ondernemers en de toeristen, het Europa met die ene munt, zonder de welke - erkennen nu ook de sceptici - de financiële ellende niet te overzien zou zijn geweest. Europa als habitat is voor jongeren, kunstenaars en een groeiend aantal ouderen met veel vrije tijd volstrekt vanzelfsprekend.
Dat gebied van de Biënnale wordt door Rem Koolhaas ‘hollocore’ en soms ook wel ‘eurocore’ genoemd. Zo probeert hij ook een taal, een symbool te vinden om dit Europa in te vatten. Koolhaas is er zich als geen ander van bewust dat Europa een aansprekende taal, een expliciet verhaal ontbeert. Hij probeert daar een vorm aan te geven en daarom is het goed dat Nederland hem heeft voorgedragen voor het Comité van Wijzen dat nadenkt over Europa’s Toekomst, en dan nu eens niet over de instellingen en de spelregels.
Meer informatie