Parlementair onderzoek/enquête financieel stelsel (2009-2012)
De Tweede Kamer1 stelde in juni 2009 een onderzoek in naar de kredietcrisis van 2008. Het ging daarbij in een eerste onderzoeksronde om de structurele problemen in het financieel stelsel. Vanaf november 2011 kwamen daar de door het kabinet genomen maatregelen bij, met name de maatregelen die vanaf 2008 waren genomen om het bankwezen te ondersteunen. Dit laatste gebeurde in de vorm van een parlementaire enquête2, waarbij getuigen onder ede werden verhoord.
Doel van het onderzoek is een bijdrage te leveren aan het adequaat functioneren van het financieel stelsel in het algemeen en in Nederland in het bijzonder. Naast studies zijn openbare verhoren onderdeel van het onderzoek.
Op 24 juni 2009 werd de tijdelijke onderzoekscommissie ingesteld met als voorzitter Jan de Wit3 (SP). Het tweede deel van het onderzoek vond plaats in de vorm van een parlementaire enquête. Daartoe werd op 16 november 2010 een enquêtecommissie ingesteld, met opnieuw Jan de Wit als voorzitter. Het eindrapport werd op 11 april 2012 gepresenteerd.
Inhoudsopgave
In september 2008 moest het kabinet allerlei maatregelen nemen om te voorkomen dat bankinstellingen in ernstige problemen zouden komen of zelfs failliet zouden gaan. De staat nam een belangrijk aandeel in banken, zoals Fortis en ING. Verder werden spaartegoeden van Nederlandse spaarders een jaar lang tot € 100.000 gegarandeerd en werden maatregelen genomen om beursspeculatie tegen te gaan.
Veel besluiten van het kabinet moesten buiten het parlement om worden genomen, omdat spoed dat vereiste en bekendmaking van voornemens tot verdere instabiliteit zou leiden. De Tweede Kamer kon in die gevallen alleen achteraf goedkeuring verlenen. Hoewel dat gebeurde, bleven er veel vragen over de gang van zaken en over de oorzaken van de kredietcrisis. Vraag is bijvoorbeeld of het toezicht wel adequaat was.
In oktober 2008 drongen de fracties van SP en GroenLinks aan op het instellen van een parlementair onderzoek naar de ontwikkelingen en incidenten in het financiële stelsel. Andere partijen sloten zich daar bij aan en in april 2009 diende PvdA-fractievoorzitter Hamer4 namens alle fractievoorzitters een voorstel in.
De openbare verhoren van het eerste deel vonden plaats van 18 januari tot en met 4 februari 2010. De resultaten daarvan werden op 10 mei 20105 gepresenteerd. In september 2010 vond een debat plaats met de Tweede Kamer en in maart 2011 was er een debat met minister De Jager6 over de kabinetsreactie op het rapport. De tweede ronde verhoren (als parlementaire enquête) was van 7 november tot en met 9 december 2011.
De commissie was echter niet tevreden met de beantwoording van vragen rond de aankoopkosten van ABN Amro - Fortis NL en hield daarom eind januari 2012 aanvullende verhoren. Het eindrapport van de commissie verscheen op 11 april 2012.
Eind juni 2012 debatteerde de Tweede Kamer over het eindrapport van de commissie. De aanbevelingen van de commissie werden overgenomen. De Tweede Kamer debatteerde in februari 2013 met het kabinet over het eindrapport.
Onderzoeksopzet - en onderzoeksvragen
Het onderzoek bestaat uit twee delen. Het eerste deel zal bestaan uit een onderzoek naar de oorzaak van de kredietcrisis. Ook de reeds genomen maatregelen worden in kaart gebracht, op basis waarvan mogelijk aanbevelingen voor verdere structurele verbetering van het financieel stelsel worden gedaan. Het tweede deel zal bestaan uit een beoordeling van de ingrepen van het kabinet vanaf 22 september 2008.
Onderzoeksvragen deel 1: oorzaak en maatregelen
Wat zijn de oorzaken van de recente turbulente ontwikkelingen in het financiële stelsel en welke aanbevelingen voor een adequater functionerend financieel stelsel kunnen op grond van de bevindingen worden gedaan. Op basis hiervan zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd:
-
-Opzet: hoe is het huidige (inter-)nationale financiële stelsel opgezet?
-
-Werking: welke problemen doen zich in het financiële stelsel voor en wat zijn de oorzaken daarvan?
-
-Oplossingen: welke oplossingen zijn er om de problemen in het financiële stelsel op te lossen?
Onderzoeksvragen deel 2: beoordeling van de maatregelen
Hoe adequaat zijn/waren de maatregelen die het kabinet heeft genomen om de directe problemen in het Nederlandse financiële stelsel te bestrijden in de periode na september 2008, in ieder geval in termen van rechtmatigheid, effectiviteit en doelmatigheid? Op basis hiervan zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd:
-
-Welke maatregelen heeft het kabinet vanaf september 2008 getroffen om de directe problemen in het Nederlandse financiële stelsel te bestrijden/op te lossen?
-
-Hoe adequaat zijn/waren deze maatregelen te noemen?
-
-Welke alternatieve beleidsmaatregelen zijn overwogen en hoe is de uiteindelijke keuze voor de gekozen maatregelen onderbouwd en welke rol hebben de toezichthouders daarbij gespeeld?
-
-Hoe moet de keuze voor de uiteindelijk gekozen maatregelen, in het licht van de omstandigheden en de internationale context, worden beoordeeld?
-
-Wat kan gezegd worden over de rechtmatigheid van deze maatregelen?
-
-Wat kan gezegd worden over de effectiviteit van deze maatregelen?
-
-Wat kan gezegd worden over de doelmatigheid van deze maatregelen?
-
-Wat kan gezegd worden over de risico’s die verbonden zijn aan deze maatregelen?
-
-Welke lessen kunnen op basis van de beoordeling van de maatregelen van het kabinet worden getrokken voor de toekomst?
-
-Welk rol hebben de Tweede Kamer en de toezichthouders gespeeld bij de totstandkoming en implementatie van deze maatregelen en hoe wordt deze rol beoordeeld?
-
-Welke lessen kunnen worden getrokken voor de toekomst op basis van de beoordeling van de rol en positie van de Tweede Kamer bij de totstandkoming en implementatie van deze maatregelen?
-
-velen zijn schuldig zijn aan het ontstaan van de financiële crisis, maar er is geen hoofdschuldige
-
-de Nederlandsche Bank7 (DNB), Autoriteit Financiële Markten8 (AFM) en het Centraal Planbureau9 (CPB) hebben de ontwikkelingen op de financiële markten en de negatieve effecten van het beloningsbeleid onderschat
-
-de druk die aandeelhouders uitoefenden voor het behalen van korte termijn rendement speelde een negatieve rol
-
-bestuurders van banken negeerden de risico's
-
-alle actoren zijn weinig kritisch over hun eigen rol in het ontstaan van de problemen
-
-de oorzaken die hebben geleid tot de financiële crisis zijn nog lang niet verdwenen
-
-als een nieuwe crisis ontstaat zal dit mogelijk nog een grotere impact dan de financiële crisis van de afgelopen twee jaar
-
-bij de overname van ABN AMRO had toenmalige minister van Financiën Wouter Bos10 beter anders kunnen handelen dan hij heeft gedaan
-
-de Tweede Kamer was niet actief en niet attent genoeg in de jaren voor de crisis en heeft een te kort aan expertise
-
-banken moeten beter hun eigen gedragscode navolgen
-
-bonusregelingen en salarissen in de bancaire wereld moeten worden versoberd
-
-de raad van commissarissen moet door meer deskundigheid beter toezicht houden
-
-er moeten nieuwe regels komen voor banken, verzekeraars en andere financiële instellingen, liefst via Europese of mondiale regelgeving
-
-banken moeten meer bufferkapitaal aanhouden
-
-beheer van spaargeld en risicovol beleggen moet strikter worden gescheiden
eerste deel
-
*tot 2011
tweede deel
Meer over
- 1.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 2.De Tweede Kamer, de Eerste Kamer en de Verenigde Vergadering hebben een grondwettelijk recht van enquête. Het recht houdt in dat Kamers een onderzoek kunnen instellen naar een specifiek onderwerp, om op die manier de regering te controleren. In de praktijk wordt het recht vooral door de Tweede Kamer gebruikt. De Eerste Kamer en de Verenigde Vergadering hebben het middel nog nooit gebruikt, hoewel er in de Eerste Kamer wel eens pogingen toe zijn gedaan.
- 3.Sociaal geëngageerde advocaat uit Heerlen, die een gerespecteerd Tweede Kamerlid voor de SP was. Begon zijn Haagse loopbaan als fractiemedewerker en lid van de Eerste Kamer (1995-1998). In de Tweede Kamer woordvoerder justitie en sociale zaken. Hij maakte verder deel uit van het presidium van de Tweede Kamer en was voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Kreeg waardering voor de wijze waarop hij leiding gaf aan de onderzoeks- en enquêtecommissies financieel stelsel. Was, net als zijn echtgenote die in Heerlen wethouder was, tevens een prominent lokaal SP-politicus.
- 4.Uit het onderwijs afkomstige sociaaldemocrate, die ruim drie jaar (2008-2011) de PvdA-Tweede Kamerfractie leidde. Na lerares en directeur volwasseneneducatie te zijn geweest, onder meer hoofd van de afdeling strategisch beleid en beleidsverkenningen bij de directie Hoger Beroeps Onderwijs van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Werd in 1998 één van de onderwijswoordvoerders van de PvdA-fractie en gaf de aanzet tot het parlementaire onderzoek naar onderwijsvernieuwingen. Later hield zij zich bezig met arbeidsmarkt en ontslagbescherming. Was verder anderhalf jaar waarnemend partijvoorzitter en enige tijd fractiesecretaris. Was lid van het Kamerpresidium. Door haar dossierkennis sterk in onderhandelingen en debatten, maar geen bevlogen spreker. Was acht jaar (2014-2022) voorzitter van de Sociaal-Economische Raad. Is nu regeringscommissaris aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld.
- 5.In het vandaag verschenen rapport van de Parlementaire commissie onderzoek financieel stelsel staat dat velen schuldig zijn aan het ontstaan van de financiële crisis, maar dat er geen hoofdschuldige valt aan te wijzen. Volgens voorzitter Jan de Wit hebben de Nederlandsche Bank (DNB), Autoriteit Financiële Markten (AFM) en het Centraal Planbureau (CPB) de ontwikkelingen op de financiële markten en de negatieve effecten van het beloningsbeleid onderschat.
- 6.Uit de ICT-wereld afkomstige CDA-bewindspersoon, die als plaatsgenoot van premier Balkenende tot diens getrouwen behoorde. Werd, na penningmeester van het CDA te zijn geweest, in 2007 staatssecretaris van fiscale zaken in het kabinet-Balkenende IV. Toen de PvdA-bewindslieden in 2010 opstapten, werd hij minister van Financiën en hij bleef dat tot november 2012 in het kabinet-Rutte I. Had veel bemoeienis met de grote problemen in de eurozone en met name de Griekse schuldenkwestie. Stelde zich pragmatisch op. In het voorjaar van 2012 bracht hij, na de val van het kabinet het Lenteakkoord tot stand, zodat ons land aan EU-begrotingsregels voldeed. Van augustus 2014 tot maart 2020 bekleedde hij een topfunctie bij KPN. Zakelijke, nuchtere en populaire minister. Liefhebber van mooie auto's.
- 7.De Nederlandsche Bank (DNB) is de centrale bank van Nederland en tevens toezichthouder op de Nederlandse banken.
- 8.De Autoriteit Financiële Markten (AFM) is de toezichthouder op de financiële marktsector in Nederland.
- 9.Het Centraal Planbureau (CPB) is een onderzoeksinstituut gericht op economische wetenschap en economische beleidsplannen. Organisatorisch is het een onderdeel van het ministerie van Economische Zaken.
- 10.Uit het bedrijfsleven afkomstige partijleider van de PvdA in de jaren 2002-2010. Werkte na zijn studie economie en politicologie ruim negen jaar in binnen- en buitenland voor Shell. Werd daarna Tweede Kamerlid en spoedig staatssecretaris van Financiën. In 2002 de eerste direct gekozen lijsttrekker van de PvdA. Leidde in 2003 zijn partij naar electoraal herstel, maar zag onderhandelingen met het CDA mislukken. Na vier jaar oppositie in 2007 vicepremier en minister van Financiën. Oogstte waardering voor de wijze waarop hij de gevolgen van de internationale financiële crisis aanpakte. Niet lang na de breuk in het kabinet-Balkenende IV koos hij voor zijn jonge gezin en verliet hij de politiek. Goed debater, die echter soms aarzelde over de koers van zijn partij. Tegenstanders betichtten hem daarom wel van 'draaien'. Was bestuursvoorzitter van VU Medisch Centrum en is nu voorzitter van het bestuur van Menzis.
- 11.Jan Schinkelshoek (1953) was van 30 november 2006 tot 17 juni 2010 Tweede Kamerlid van het CDA. Hij was eerder parlementair journalist, voorlichter van het CDA, directeur voorlichting van het ministerie van Justitie, hoofdredacteur van de 'Haagsche Courant' en directeur communicatie van de Rabobank. Sinds 2010 is hij zelfstandig communicatieadviseur. De heer Schinkelshoek was als Kamerlid onder meer woordvoerder binnenlands bestuur en initiatiefnemer voor de 'parlementaire zelfreflectie'. Tevens was hij ondervoorzitter van de parlementaire onderzoekscommissie financieel stelsel.
- 12.Tamelijk direct opererend Tweede Kamerlid van de PvdA, die zich vaak kernachtig uitdrukte. Voerde vooral het woord over defensie (materieelbeleid), industriepolitiek, sport en Europese aangelegenheden. Tevens actief lid van het Beneluxparlement. Was voor zijn zevenjarige Kamerlidmaatschap onder meer leraar in het beroepsonderwijs en manager commerciële Zaken bij Geove-RZG Zorgverzekeraar in Groningen en Velp. In 2009-2010 was hij lid van de parlementaire onderzoekscommissie financieel stelsel.
- 13.Edith Schippers (1964) was van 13 juni 2023 tot 14 januari 2025 voorzitter van de VVD-fractie in de Eerste Kamer. Zij was minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in het kabinet-Rutte I en kabinet-Rutte II en daarvoor van 2003 tot 2010 Tweede Kamerlid voor de VVD. Als Kamerlid hield zij zich bezig met zorg. In 2006 werd zij vicefractievoorzitter. Mevrouw Schippers was voor zij in de politiek ging onder meer werkzaam bij VNO-NCW. Na haar ministerschap werd zij voorzitter van de raden van bestuur van DSM Nederland en DSM Europa. Dat bleef zij tot mei 2023. Nu is zij lid van de Raad van Bestuur van de Mosadex Groep.
- 14.Dion Graus (1967) is sinds 30 november 2006 lid van de Tweede Kamerfractie van de PVV. Hij was presentator van een dierenprogramma op de commerciële zender TV Limburg. De heer Graus heeft als woonplaats Heerlen. Hij houdt zich in de Tweede Kamer vooral bezig met midden- en kleinbedrijf, luchtvaart, mainports, banken en financieel toezicht. De heer Graus was lid van de parlementaire onderzoeks- en enquêtecommissie kredietcrisis.
- 15.Politicus van de ChristenUnie uit Flevoland in de periode 2006-2010. Was voor hij in het parlement kwam adviseur planeconomie en wethouder in Zeewolde. Hield zich als Tweede Kamerlid bezig met verkeer en waterstaat, landbouw, natuur en financiën. Vooral zaken met betrekking tot spoorwegen hadden zijn belangstelling. Hij maakte verder deel uit van de parlementaire onderzoekscommissie financieel stelsel en van het Presidium van de Kamer. Een Kamerlid dat als lid van een kleine fractie hard werkte en mede vanwege relativeringsvermogen en humor door collega's werd gewaardeerd. Na zijn Kamerlidmaatschap adviseur van een Ingenieursbureau.
- 16.Politica van GroenLinks die als Tweede Kamerlid snel gezag verwierf als woordvoerster op het gebied van zorg en financiën. Nadat zij in december 2010 Femke Halsema had opgevolgd als fractievoorzitter en politiek leider raakte zij echter snel omstreden, onder meer door de keuze de politiemissie in Kunduz te steunen. In 2011 was er verder een ongelukkig optreden tijdens de algemene beschouwingen en in 2012 ontstond een onplezierige strijd om het lijsttrekkerschap met Tofik Dibi. Zag het Lenteakkoord van 2012 als haar politieke hoogtepunt. Verliet kort na de verkiezingsnederlaag van haar partij de Haagse politiek. Werkte voor haar politieke loopbaan voor de Emancipatieraad en bij het ministerie van Sociale Zaken en was directeur van expertisecentrum LEEFtijd. Is nu onder meer actief op het gebied van duurzaamheid en commissaris van KPN.
- 17.VVD-politica die tijdens de elf jaar in de Tweede Kamer behalve als belastingwoordvoerder vooral actief was als commissievoorzitter en presidium-lid. Zo leidde zij de commissies voor Verzoekschriften en Burgerinitiatieven en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en was zij ondervoorzitter van de enquętecommissie financieel stelsel. Had een achtergrond als belastinginspecteur en lid van het management van de Belastingdienst en was later inspecteur voor de burgerluchtvaart bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Zat in Voorschoten in de gemeenteraad. Daarnaast was zij als sporter en bestuurder actief in de roeisport.
- 18.Veelzijdig Tweede Kamerlid van de PvdA, dat zich gedurende ruim tien jaar bezighield met uiteenlopende dossiers, zoals ruimtelijke ordening, pensioenen, sociale zekerheid en arbeidsmarkt. Was verder lid van de enquêtecommissie financieel stelsel, twee jaar fractiesecretaris en lid van het Presidium. Voor zij Kamerlid werd, was zij manager van TransLink Systems, het bedrijf dat verantwoordelijk was voor de ontwikkeling van de OV-chipkaart. Zij werkte daarvoor als adviseur van minister Netelenbos. In 2017 werd zij uitvoerend bestuurder van pensioenfonds PME. Van februari 2021 tot juni 2022 was zij wethouder van Rotterdam.
- 19.Tweede Kamerlid voor het CDA met een jeugdig elan en scherpe debateerstijl. Kwam op 28-jarige leeftijd in de Kamer en hield zich in de tien jaar dat hij lid was bezig met onder meer buitenlands beleid, mediabeleid, luchtvaart, openbaar vervoer en 'Randstad 2040'. Hij was lid van parlementaire enquêtecommissie financieel stelsel. Had voor hij Kamerlid werd onder meer gewerkt bij de Academie van Wetenschappen en bij IBM en was gemeenteraadslid van Nederhorst den Berg en, na herindeling, van Wijdemeren.
- 20.Bruno Braakhuis (1961) was in de periode 2010-2012 Tweede Kamerlid voor GroenLinks. Hij hield zich in de Kamer bezig met economische zaken, financiën, innovatie en media en was lid van de enquêtecommissie financieel stelsel. Was voor zijn Kamerlidmaatschap werkzaam in het bedrijfsleven en communicatiemanager maatschappelijk verantwoord ondernemen bij Van Lanschot Bankiers. Bij de Tweede Kamerverkiezingen 2021 was hij lijsttrekker van de Partij voor de Republiek.
- 21.Advocaat en vakbondsjuriste bij de FNV in de D66-Tweede Kamerfracties in de jaren 2004-2012 en 2015-2017. Werd in 2006 herkozen dankzij bijna 35.000 voorkeurstemmen. In de periode tussen die lidmaatschappen ruim een jaar wethouder van Wassenaar. Als Kamerlid zat zij in de parlementaire onderzoekscommissie financieel stelsel (vanaf 2010 enquêtecommissie). Verder hield zij zich onder meer bezig met sociale zaken en pensioenwetgeving en met binnenlandse zaken. Zij diende onder andere een initatiefvoorstel in over afschaffing van de Zondagswet. Warme persoonlijkheid, maar als Kamerlid temperamentvol. Van 2018 t/m 2021 was zij wethouder in Amersfoort. Sinds november 2023 is mevrouw Koser Kaya voorzitter van de Landelijke Cliëntenraad voor mensen met een uitkering.
- 22.Tweede en Eerste Kamer kunnen zelfstandig onderzoek instellen naar beleid en projecten en dat onderzoek door Kamerleden laten uitvoeren. Er kunnen daarbij meerdere instrumenten worden gebruikt. Het zwaarste middel is onderzoek op basis van de Wet op de parlementaire enquête (Wpe). Tussen 2016 en 2023 kende de Tweede Kamer ook de mogelijkheid voor het houden van een parlementaire ondervraging. In juli 2023 is de parlementaire ondervraging vervangen door de beknopte parlementaire enquête.
- 23.De Tweede Kamer, de Eerste Kamer en de Verenigde Vergadering hebben een grondwettelijk recht van enquête. Het recht komt er op neer dat de Kamers een onderzoek kunnen instellen naar een specifiek onderwerp om op die manier de regering te controleren. Bij een parlementaire enquête zijn getuigen, in tegenstelling tot bij een 'gewoon' onderzoek, verplicht te verschijnen en vinden de verhoren onder ede plaats.