PvdA: ‘Beloon Netanyahu niet’

Met dank overgenomen van Partij van de Arbeid (PvdA) i, gepubliceerd op vrijdag 19 juni 2009.

Blijft Nederland werkelijk kiezen voor een beloning van het recidivegedrag van Netanyahu, die openlijk aankondigt de komende jaren door te willen gaan met het schenden van het internationaal recht? Of kiest de regering voor steun aan Obama i en voor het verdedigen van het internationaal recht? Ik hoop het laatste.’ Dat schrijft PvdA-kamerlid Martijn van Dam i in de Volkskrant.

Het volledige artikel zoals dat op 19 juni in de Volkskrant verscheen:

'De imponerende toespraak van president Obama tot de moslimwereld galmde nog na toen ik 7 juni arriveerde in Caïro. Ik was daar met een Europese delegatie van parlementariërs, waarmee ik een bezoek bracht aan Egypte, Gaza, Israël en de Westelijke Jordaanoever.

Inwoners van Gaza, politici van Fatah, de Egyptische minister van Buitenlandse Zaken, de secretaris-generaal van de Arabische Liga en leden van de Israëlische vredesbeweging waren eensluidend in de boodschap die ze Europa wilden meegeven: Europa moet zich scharen achter de historische woorden van Obama en hem helpen er geloofwaardige daden op te laten volgen. Daarom moet Europa mét hem een stop op de uitbreiding van nederzettingen en een serieuze inspanning voor het vredesproces eisen.

Kloof

De kloof tussen de Haagse politiek en de werkelijkheid in deze regio werd voor mij de dagen erna pijnlijk zichtbaar. De ChristenUnie drong aan op Netanyahu’s ‘economische vrede’ als alternatief voor een eigen Palestijnse staat . Dezelfde dag pleitte minister Verhagen voor een beloning aan Israëls extreem-rechtse kabinet in de vorm van een uitbreiding van de relatie met de EU. Zelfs na Netanyahu’s teleurstellende toespraak van afgelopen zondag volgde geen andere opstelling.

Deze opvattingen staan in schril contrast met mijn eigen ervaringen afgelopen week in de regio. In Gaza zag ik platgewalste woonwijken en bedrijventerreinen, gebombardeerde scholen en universiteiten en hoorde ik over een groot tekort aan voedsel, bouwmaterialen en humanitaire hulpmiddelen. De afsluiting van Gaza veroorzaakt zichtbare radicalisering en toenemende haat onder de Gazanen.

Op de Westelijke Jordaanoever wordt het vredesproces elke dag moeilijker gemaakt, doordat de nederzettingen groeien en groeien. De helft van de Westelijke Jordaanoever is voor Palestijnen al ontoegankelijk.

Verboden

De helft van de wegen is voor hen verboden gebied. In Jeruzalem en Hebron worden mensen uit hun huizen verdreven. Er liggen reeds goedgekeurde plannen op de plank voor nog eens veertigduizend huizen in het bezette gebied. Veertigduizend nieuwe hobbels op weg naar vrede. Komende week bezoekt minister Verhagen i Israël. Ik roep hem op om net als ik met eigen ogen in Gaza te gaan bekijken hoe bedrijventerreinen en woonwijken met bulldozers zijn platgewalst. Zelf sprak ik met een man die gewekt werd door een raket die in zijn flatgebouw insloeg bij een zwaar Israëlisch bombardement. Hij vluchtte zijn huis uit en zag binnen tien minuten het hele gebouw, met diverse buren er nog in, in puin veranderen. Het zou goed zijn als minister Verhagen dezelfde VN-medewerkers spreekt, die ik heb gesproken. Minister Verhagen werkt de aanpak van Obama tegen. Die zullen hem vertellen dat zij geen enkele twijfel hebben dat het bombarderen van universiteiten, scholen en woningen geen enkel militair doel heeft gediend en dat het door Israël gebruikte geweld buitensporig was.

Laat de minister ook op de Westelijke Jordaanoever gaan kijken hoe Palestijnse families uit Oost-Jeruzalem worden verjaagd, hoe Palestijnen uren moeten reizen en moeten wachten bij nutteloze checkpoints en hoe het mensen in Hebron niet toegestaan is hun eigen voordeur te verlaten, omdat hun straat verboden is voor Palestijnen. Nederland is bekend als vriend van Israël. We hebben ons terecht altijd hard gemaakt voor de veiligheid van de Israëlische bevolking. Als minister Verhagen bereid is met een open blik in Gaza en de Westelijke Jordaanoever te gaan kijken, zal hij zien dat het huidige beleid niet in het belang van Israël is. Israël veroorzaakt bij gewone Palestijnen woede en frustratie die eerder tot haat en geweld zullen leiden dan tot vrede en vriendschap. Daarom is stopzetting van de uitbreiding van nederzettingen ook zo belangrijk. Ik vraag hem dat over te brengen aan Israël.

Misverstand

Netanyahu heeft er afgelopen zondag geen misverstand over laten bestaan dat hij dat niet van plan is. Israël probeert al dertig jaar lang feiten te creëren die moeilijk terug te draaien zijn na het bereiken van een vredesakkoord. Het koloniseren van bezet gebied is echter in strijd met de Vierde Conventie van Genève. Elke uitbreiding van de nederzettingen is derhalve een nieuwe schending van het internationaal recht.

Obama heeft het dus bij het rechte eind als hij tegen Israël zegt: stop met het schenden van het internationaal recht, stop met het elke dag moeilijker maken van een vredesakkoord en stop met het uitbreiden van nederzettingen.

Nederland is altijd een groot voorvechter van het internationaal recht geweest. Den Haag huisvest veel internationale instituties. Wie het recht wil laten gelden, moet Nederland dan toch aan zijn zijde vinden, zou je verwachten. Verhagen wil echter nog altijd Israël belonen met een uitbreiding van het associatieakkoord, dat handelsvoordelen en samenwerking omvat.

Hemd

Ontzettend onverstandig, omdat het de aanpak van Obama tegenwerkt. Maar bovendien schadelijk voor onze reputatie als hoeder van het internationaal recht. Afgelopen maandag stond Nederland in zijn hemd toen de meeste andere Europese landen vonden dat Israël geen beloning verdiende voor zijn opstelling.

Wat gaat Nederland nu doen? Hoeveel is onze reputatie als verdediger van het internationaal recht ons waard? De vraag is hoe lang de regering dit laat voortduren. Blijft Nederland werkelijk kiezen voor een beloning van het recidivegedrag van Netanyahu, die openlijk aankondigt de komende jaren door te willen gaan met het schenden van het internationaal recht? Of kiest de regering voor steun aan Obama en voor het verdedigen van het internationaal recht? Ik hoop het laatste.’

Martijn van Dam