Vrijheid en verantwoordelijkheid gaan hand in hand - Hoofdinhoud
"De vrijheid van meningsuiting is niet absoluut", schrijft Frans Timmermans. "Het gaat er om in de samenleving verantwoordelijk en behoedzaam om te gaan met die vrijheid."
En zo is de discussie over de (grenzen van) de vrijheid van meningsuiting weer even helemaal terug deze week. VVD-leider Mark Rutte ligt binnen en buiten zijn partij onder vuur vanwege het voorstel van zijn partij om het Wetboek van Strafrecht te wijzigen om de vrijheid van meningsuiting beter te waarborgen. Of liever, vanwege de consequenties die een absolute vrijheid van meningsuiting heeft als je daar over doordenkt.
De grootste valkuil waar wij nu al jaren met beide voeten intrappen is mee te gaan in de valse krachtdadigheid van de grootste schreeuwers, ook op het punt van de vrijheid van meningsuiting. Zij hebben ons aangepraat dat nuance slap is, behoedzaamheid laf en respect voor elkaar ouderwets. Misschien is onze belangrijkste opdracht dat we de moed hervinden genuanceerd te zijn, de kracht ontdekken van behoedzaamheid en de schoonheid weer zien van echt wederzijds respect.
Rutte is geen schreeuwer. Maar waar hij echt de plank misslaat is in de discussie die naar aanleiding van het VVD voorstel is ontstaan over onder meer de ontkenning van de Holocaust. In Europa is, met de gruwelen van de jaren dertig en veertig in het achterhoofd, gekozen voor een juridische bescherming tegen 'hate speech' en ook voor een juridische bescherming tegen met behulp van de ontkenning van de Holocaust oproepen tot haat tegen Joden. Dit ligt vast in de rechtsstatelijkheid van de meeste Europese landen, zowel in nationale wetten als in internationale verdragen, zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het lijkt wel alsof Rutte dit helemaal over het hoofd ziet en daarmee de Nederlandse en Europese geschiedenis op dit punt miskent. De Telegraaf heeft dan ook gelijk door vanochtend te stellen dat 'racisme en antisemitisme te allen tijde moeten worden bestreden, in laatste instantie door de strafrechter'. Dat staat los van de discussie over de (grenzen van) de vrijheid van meningsuiting.
Volgens mij is de bedoeling van Rutte - en dat is dapper - zich te onderscheiden van meer populistische verdedigers van de vrijheid van meningsuiting. Mensen die moord en brand schreeuwen als ze zelf worden aangepakt en tegelijkertijd vinden dat moslims zich alles moeten laten welgevallen. Doordat hij afstand wilde houden van mensen die op luide toon hun eigen recht op vrije meningsuiting claimen, nadat zij eerst op even luide toon hebben gepleit voor een verbod op de Koran, is hij nu zelf in de problemen gekomen.
Is daarmee alles gezegd over het voorstel van de VVD? Een zin uit het bericht op de VVD site over het voorstel trof mij. Er staat: 'Een land waar fatsoen niet wordt bepaald door de staat of de strafrechter, maar door eigen verantwoordelijkheid, opvoeding en onderwijs.' Dat is naar mijn gevoel - afgezien van de begrijpelijke ophef over het punt rond ontkenning van de Holocaust - de kern van de zaak. Maar die is eenvoudiger opgeschreven dan dat we er handen en voeten aan kunnen geven. Met het simpelweg 'absoluut' maken van de vrijheid van meningsuiting ben je er dan niet.
Een maand of twee geleden schreef ik in NRC Handelsblad over het de afgelopen jaren in Nederland intensief gevoerde debat over de verschillende facetten van de vrijheid van meningsuiting. Vaak staan mensen daarbij lijnrecht tegenover elkaar. Aan het ene uiterste de mensen die er heilig van overtuigd zijn dat er geen enkele beperking van het vrije woord mag bestaan, waarbij sommigen zelfs zover gaan om belediging als een deugd te zien. Aan het andere uiterste mensen die overgevoelig zijn voor beledigingen, vooral als het godsdienst betreft, waarbij sommigen vinden dat zelfs satire ingeperkt zou moeten worden.
Alle vrijheden, ook die van meningsuiting, zijn bevochten op de staat. Voordat deze rechten werden veroverd, was het individu meestal ondergeschikt aan de staat of de vorst en waren rechten meer een gunst die willekeurig kon worden verleend of geweigerd. Rechten waren ‘afneembaar’. Nu heeft de burger het onvervreemdbare recht voor zijn mening uit te komen zonder dat de staat hem dat recht kan ontzeggen. Het is in de VS vervat in het eerste amendement op de Grondwet en is in tweehonderd jaar tijd steeds verder ingevuld. In Europa is de strijd om burgerrechten, een uitvloeisel van de Verlichting, pas na talrijke mislukkingen en terugvallen tot stand gekomen. Nu liggen die rechten vast in grondwetten en/of in internationale verdragen, zoals het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat door iedere onderdaan van een lidstaat van de Raad van Europa kan worden ingeroepen.
Het is belangrijk niet te vergeten dat het hier dus gaat om rechten van de burger ten opzichte van de staat. Dus niet om rechten tussen de burgers. Dat is ook mooi te zien aan de rechtspraktijk in de VS. De opperrechter ziet er heel strak op toe dat de staat niet komt aan het recht op vrije meningsuiting van burgers: zo heeft ook de Ku-Klux-Klan het recht op vrije meningsuiting en mag zelfs de Amerikaanse vlag - die een hele sterke symbolische waarde heeft - om politieke redenen worden verbrand, zonder dat men daarvoor mag worden vervolgd. Dat het heel anders ligt, als het om de verhouding tussen burgers gaat, blijkt uit het volgende voorbeeld. Een burger heeft een vergeefs beroep gedaan op de Amerikaanse opperrechter na te zijn ontslagen omdat hij een politicus steunde waar zijn baas een hekel aan had. Dat mag dus wel in de VS, want in deze kwestie is de staat geen partij. De opperrechter let dus heel precies op het gedrag van de staat, maar bemoeit zich niet met de relatie tussen burgers. Tenzij die burgers natuurlijk de staat inroepen bij het beslechten van hun conflicten over burgerrechten.
Voor Nederland kunnen dergelijke voorbeelden eveneens worden gegeven. Recent is weer gebleken dat in het verkeer tussen burgers onderling de rechter terughoudend is met het verbieden van uitingen omdat deze als beledigend zouden kunnen worden ervaren. Zo sprak de Hoge Raad begin maart een man uit Valkenswaard vrij die een poster had opgehangen met de tekst: ,,Stop het gezwel dat islam heet''.
De vrijheid van meningsuiting is in de VS ook veel minder absoluut dan vaak in Europa wordt gedacht. In de afgelopen twee eeuwen van vaak moeilijke en uiterst pijnlijke emancipatiestrijd hebben Amerikanen geleerd dat het bij de vrijheid van meningsuiting om veel meer gaat dan de relatie tussen de burger en de staat. Amerikanen hebben geleerd dat de vrijheid van meningsuiting tussen burgers alleen maar kan werken als burgers bereid zijn er behoedzaam mee om te gaan. Schelden, tegenwoordig kennelijk een deugd in Nederland, hebben de Amerikanen door schade en schande afgeleerd. Met anderen ga je behoedzaam en respectvol om. Het spreekt mij zeer aan: een staat die door de rechter strikt op z’n plek wordt gehouden en burgers die elkaar behoeden voor grofheid en onnodig kwetsen. Natuurlijk doet het soms wat komisch en hypocriet aan, dat overdreven puriteinse van de Amerikanen als het om de vorm gaat. Daar voelen de meeste Europeanen zich wat ongemakkelijk bij. Maar er zit ook een waardevolle kant aan. De door schade en schande geleerde les dat vrijheid en emancipatie vragen om behoedzaamheid en algemeen aanvaarde omgangsvormen.
Terug naar het voorstel van de VVD. Rutte vindt mij aan zijn zijde bij het werken aan een samenleving waarin, voor wat betreft het verkeer tussen burgers de vrijheid van meningsuiting behoedzaam wordt gehanteerd en niet behoeft te worden geregeld door de staat of de strafrechter. Laten we ons dan ook niet richten op het laatste maar op een samenleving waarin we als burgers verantwoordelijk omgaan met onze persoonlijke vrijheid van meningsuiting. Ik ben het met de VVD eens dat dat begint in het gezin en op school.
Meer informatie
Meer over ...