Minister als COC-raadsman

Met dank overgenomen van C.G. (Kees) van der Staaij i, gepubliceerd op dinsdag 19 mei 2009.

Je kon het verwachten - vandaag werd in het vragenuur de kwestie van een homoseksuele leerkracht uit Emst aan de orde gesteld. Het bestuur van de betrokken school en deze leerkracht zijn in gesprek over het beëindigen van diens arbeidsovereenkomst, in verband met zijn openlijke keuze voor een homoseksuele leefwijze, die op gespannen voet staat met de grondslag en doelstelling van deze school.

Uit de berichtgeving over deze kwestie kwam helder naar voren dat de intentie van alle betrokkenen bij deze zaak was op een zorgvuldige manier en in onderling overleg hier met elkaar uit te komen. Alle reden dus voor een terughoudende opstelling van de kant van het kabinet, zou je verwachten. Temeer daar hier uitdrukkelijk ook de grondrechtelijke notie van de vrijheid van onderwijs in het geding is en kwesties rond de zogenaamde ‘enkele-feit-constructie’ uit de Algemene wet gelijke behandeling ook binnen de coalitie gevoelig liggen.

Ik vond het stuitend dat deze terughoudendheid bij minister Plasterk ver zoek was. Hij kwam nota bene met een concrete suggestie aan belangenorganisaties om eventueel als derde partij de zaak toch voor de Commissie Gelijke Behandeling te brengen. Hij voegde er trots aan toe dat hij de gekunstelde redenering die hij hiervoor vervolgens ophing, nog niet in de publiciteit was tegengekomen. Dat is toch gewoon uitlokking, olie op het vuur gooien? Onbegrijpelijk dat een minister zich namens het kabinet gewoonweg als COC-raadsman ontpopte!