Brief staatssecretaris met een onderzoeksopzet naar een verdeling van de vennootschapsdruk in Nederland - Winstbelasting multinationals

Deze brief is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 31369 - Winstbelasting multinationals.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Winstbelasting multinationals; Brief staatssecretaris met een onderzoeksopzet naar een verdeling van de vennootschapsdruk in Nederland 
Document­datum 09-04-2008
Publicatie­datum 01-04-2009
Nummer KST117351
Kenmerk 31369, nr. 3
Van Financiën (FIN)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2007–2008

31 369

Winstbelasting multinationals

Nr. 3

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 april 2008

Bijgaand doe ik u toekomen de onderzoeksopzet voor een onderzoek naar de verdeling van de vennootschapsbelastingdruk in Nederland.

In het spoeddebat van 28 februari 2008 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2007–2008, nr. 57, blz. 4039–4057) over de winstbelasting van multinationals heb ik toegezegd een onderzoek te zullen verrichten naar de verdeling van de vennootschapsbelastingdruk in Nederland en dit in een bredere context te zullen bezien tegen de achtergrond van enerzijds het fiscale vestigingsklimaat en anderzijds mogelijk ongewenste grondslaguitholling zoals bepaalde vormen van renteaftrek. Zoals gemeld in mijn brieven (Aanhangsel der Handelingen, vergaderjaar 2007–2008, nr. 1542 en Aanhangsel der Handelingen, vergaderjaar 2007–2008, nr. 1984), zal ik in dit onderzoek tevens ingaan op de schriftelijke vragen van de heer Tang over het effectieve tarief van de vennootschapsbelasting in Nederland (ingezonden 15 februari 2008) respectievelijk de daling van de druk van de vennootschapsbelasting (ingezonden 20 maart 2008). In het spoeddebat heb ik toegezegd om op korte termijn met een onderzoeksopzet voor dit onderzoek te zullen komen, welke u hierbij aantreft.

De staatssecretaris van Financiën, J. C. de Jager

Onderzoeksopzet onderzoek verdeling vennootschapsbelastingdruk

Doel

Tijdens het spoeddebat van 28 februari 2008 over de winstbelasting van multinationals heb ik een onderzoek toegezegd naar de verdeling van de vennootschapsbelastingdruk (Vpb-druk) van ondernemingen in Nederland. Doel hiervan is na te gaan hoe deze druk verdeeld is tussen de verschillende categoriën van ondernemingen, met name tussen internationaal en louter binnenslands opererende ondernemingen.

Opzet van het onderzoek

Het vraagstuk van verdeling van de Vpb-druk zal vanuit twee invalshoeken worden bezien. De eerste betreft een cijfermatige analyse van de Vpb-druk in relatie tot ondernemingskenmerken op basis van fiscale en niet fiscale gegevensbestanden. De tweede betreft een meer kwalitatieve analyse van de Vpb-druk in relatie tot enerzijds het fiscale vestigingsklimaat en anderzijds mogelijk ongewenste grondslaguitholling zoals met name bepaalde vormen van renteaftrek.

Vpb-druk in relatie tot ondernemingskenmerken

Voordat de Vpb-druk kan worden gerelateerd aan bepaalde onderne-mingskenmerken zal eerst duidelijk moeten worden afgebakend wat onder Vpb-druk wordt verstaan. In beginsel kan hierbij onderscheid gemaakt worden tussen «statutaire Vpb-druk» (verschuldigde belasting als percentage van de fiscale winst) en «effectieve Vpb-druk» (verschuldigde belasting als percentage van de «economische» winst). Voordeel van de statutaire Vpb-druk is dat het een eenduidig begrip is. Met behulp van bestanden met aangifteen aanslaggegevens vennootschapsbelasting kan de statutaire Vpb-druk exact op microniveau worden bepaald. Verschillen in statutaire Vpb-druk kunnen het gevolg zijn van verliescompensatie en afwijkende Vpb-tarieven.

Nadeel van de statutaire Vpb-druk is dat het geen inzicht biedt in factoren die van invloed zijn op de winstgrondslag. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan fiscale faciliteiten of aan vormen van mogelijk ongewenste grondslaguitholling. Om die reden wordt vaak gezocht naar een maatstaf voor «effectieve Vpb-druk». Het bepalen van dergelijke effectieve Vpb-tarieven heeft meestal tot doel om het verschil in Vpb-druk tussen verschillende landen inzichtelijk te maken, maar kan op zich ook zinvol zijn voor het vergelijken van de Vpb-druk tussen bijvoorbeeld grote en kleine ondernemingen. In het afgelopen decennium zijn diverse onderzoeken naar effectieve Vpb-tarieven uitgevoerd, waarvan een aantal in opdracht van het ministerie van Financiën. In tegenstelling tot de statutaire Vpb-druk is de effectieve Vpb-druk geen eenduidig begrip. Veelal wordt in onderzoeken naar de effectieve Vpb-druk – althans in dat deel van de onderzoeken waarbij gebruik gemaakt wordt van microdata – uitgegaan van de vennootschappelijke en/of geconsolideerde jaarrekeningen van ondernemingen. Aangezien de wijze van financieel rapporteren tussen ondernemingen verschilt, is – anders dan bij de statutaire Vpb-druk – niet altijd duidelijk hoe de teller (de gerapporteerde belasting) en de noemer (het gerapporteerde resultaat voor belastingen) precies zijn samengesteld. Adequate interpretatie van onderzoeken naar effectieve Vpb-tarieven vereist derhalve diepgaande kennis van gebruikte data en onderzoeksmethoden.

Om een zo volledig mogelijk beeld te kunnen schetsen van de Vpb-druk in relatie tot ondernemingskenmerken zal in het onderzoek zowel aandacht

worden besteed aan de statutaire als aan de effectieve Vpb-druk. Het onderdeel statutaire Vpb-druk zal worden uitgevoerd door het ministerie van Financiën. Onderzocht zal worden wat de statutaire Vpb-druk van verschillende groepen van ondernemingen is voor een reeks van jaren. Bij de indeling van de groepen kan worden gedacht aan de mate van internationale georiënteerdheid, branche en grootteklasse op basis van fiscaal vermogen, balanstotaal en loonsom. Tevens zal per groep de omvang van de relevante grootheden (fiscale winstgrondslag, verschuldigde belasting, voordelen uit buitenlandse deelnemingen, loonsom etc.) worden onderzocht. Hierdoor kan mogelijk per groep een relatie worden gelegd tussen bijvoorbeeld het aandeel in de totale Vpb-opbrengst en het aandeel in de totale loonsom.

Voor het onderdeel effectieve Vpb-druk zal worden uitgegaan van de Statistiek Financiën van Ondernemingen (SFO) en de Statistiek Financiën van Grote Ondernemingen (SFGO) van het CBS. Op basis van deze gegevens zal voor een reeks van jaren de effectieve Vpb-druk van verschillende groepen ondernemingen worden gepresenteerd. In het bijzonder zal ook aandacht worden besteed aan de al eerder door het CBS naar buiten gebrachte bevinding dat de Vpb-druk van grote ondernemingen de afgelopen jaren sterk is teruggelopen.1 Een belangrijk kenmerk van de SFGO is dat deze gebaseerd is op enquêteonderzoek bij ondernemingen. Hierdoor kan – anders dan bij uitsluitend op jaarrekeningen van ondernemingen gebaseerde databestanden – nauwkeuriger het aan Nederland toe te rekenen deel van het resultaat voor belasting en het aan Nederland toe te rekenen deel van de verschuldigde winstbelasting worden bepaald. Het deel van het onderzoek dat betrekking heeft op de effectieve Vpb-druk zal door het CBS in samenwerking met het ministerie van Financiën worden uitgevoerd.

Vpb-druk in relatie tot vestigingsklimaat en mogelijk ongewenste grondslaguitholling

Ook zal aandacht worden besteed aan risico’s voor de belastinggrondslag bij internationaal opererende ondernemingen. Een aspect dat daarbij bijvoorbeeld van belang is, zijn de keuzemogelijkheden die zulke ondernemingen hebben bij de allocatie van rentekosten. Een ander aspect is, dat de rentelasten op leningen die zij aangaan voor de financiering van aandelen in (buitenlandse) dochtermaatschappijen, in beginsel ten laste van de Nederlandse grondslag worden gebracht, terwijl de resultaten uit hoofde van de dochtermaatschappijen (op grond van de deelnemingsvrijstelling) veelal zijn vrijgesteld.

Er bestaat ook een risico voor de grondslag als Nederlandse ondernemingen transacties doen met hun gelieerde buitenlandse (dochter)onder-nemingen. In dergelijke gevallen is van belang dat wordt gewaarborgd dat een «fair share» van de winst aan Nederland wordt toegerekend. Ook kunnen internationaal opererende ondernemingen onder omstandigheden gebruik maken van kwalificatieverschillen tussen Nederland en het buitenland. Deze verschijnselen zijn overigens niet specifiek voor ons land.

Bij één en ander is van belang dat Nederland ook voor internationaal opererende ondernemingen een aantrekkelijk en concurrerend vestigingsklimaat behoudt. Dergelijke ondernemingen zijn namelijk van groot belang voor de werkgelegenheid en innovatie. Dat heeft een positieve uitstraling op het midden- en kleinbedrijf. Een goed vestigingsklimaat houdt ook in dat in Nederland gevestigde internationaal opererende ondernemingen moeten kunnen concurreren met soortgelijke buitenlandse ondernemingen.

1 Zie CBS- webmagazine van 17 maart 2008, Druk vennootschapsbelasting neemt sterk af.

Planning

De resultaten van het onderzoek zullen worden opgenomen in een notitie. Deze notitie zal naar verwachting voor de zomer 2008 naar de Tweede Kamer worden gezonden.

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.