Jan Krediet woont hier niet

Met dank overgenomen van S.H. (Sophie) in 't Veld i, gepubliceerd op dinsdag 24 maart 2009.

“Europarlement strenger voor kredietbeoordelaars” kopt de Telegraaf vandaag. Zoals ik op Twitter vermeldde hebben de Europese Liberalen (en PvdA en enkele andere socialisten en conservatieven) gisteren tegen het voorstel gestemd.

Kredietbeoordelaars hebben in de laatste jaren risico’s vaak slecht ingeschat. Dat is één van de redenen voor de kredietcrisis. Het ligt dus in de rede om de regels aan te scherpen, en het proces transparanter te maken. Bovendien is het in een mondiale economie belangrijk om wereldwijd dezelfde normen in te voeren. Als de EU een goed stelsel van normen aanneemt, is de kans groter dat ons voorbeeld in andere delen van de wereld wordt nagevolgd.

De Liberalen zijn groot voorstander van heldere regels, transparantie en degelijk toezicht. Het huidige voorstel bevat veel goede elementen inzake transparantie, integriteit, en good governance, enz. Maar naar onze inschatting bevat het voorstel in zijn huidige vorm teveel risico’s op onduidelijkheid, concurrentievervalsing en hoge kosten.

Onze twee voornaamste bezwaren gelden de rol van kredietbeoordelaars van buiten de EU, en de oprichting van een overheidsorgaan voor kredietbeoordeling.

Kredietbeoordelaars van buiten Europa moeten natuurlijk binnen Europa hun diensten kunnen aanbieden. Maar er moeten dan wel garanties zijn voor de kwaliteit van de kredietbeoordeling (we hebben gezien hoe belangrijk dat is). Dat kan door te eisen dat kredietbeoordelaars die binnen Europa werken (maar geen Europese vestiging hebben) aan bepaalde criteria voldoen die gelijkwaardig zijn aan de Europese. Een andere oplossing is dat een Europese kredietbeoordelaar instaat voor een niet-Europese kredietbeoordelaar. Daarvoor zou dat Europese kantoor die kredietbeoordeling van het niet-Europese kantoor moeten controleren en een stempel van goedkeuring geven. Die laatste oplossing heeft als nadeel dat het dubbel werk is, en dat de kosten dus navenant hoger uitvallen. Bovendien krijgen Europese kantoren hiermee een instrument om niet-Europese kantoren uit de markt te weren (geen denkbeeldig risico: de rapporteur, de Franse conservatief Gauzès, wilde ook een plicht om voorrang te geven aan Europese kantoren boven andere). Dat ikan leiden tot concurrentievervalsing. Bovendien heeft de parlementaire commissie gisteren in meerderheid besloten dat aan beide criteria moet worden voldaan. Dubbelop dus. Dit gaat niet leiden tot meer zekerheid, maar wel tot meer bureaucratie, kosten en risico’s op protectionisme en onfrisse praktijken.

Het tweede punt is het voorstel om een EU overheids-agentschap op te richten als non-profit kredietbeoordelaar, te financieren uit de EU begroting en door de financiële sector. Deze overheidsinstelling zou een oneigenlijke concurrent worden voor de commerciële kredietbeoordelaars. De Liberalen zien de meerwaarde van zo’n agentschap niet. Het is belangrijker om te zorgen voor heldere en doelmatige regels voor alle kredietbeoordelaars.

De eindstemming in de plenaire zitting staat op de rol voor eind april.