Verslag algemeen overleg van 27 juni 2007 over duurzaam hout - Duurzame ontwikkeling en beleid - Hoofdinhoud
Dit verslag van een algemeen overleg is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 30196 - Duurzame ontwikkeling en beleid.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Duurzame ontwikkeling en beleid; Verslag algemeen overleg van 27 juni 2007 over duurzaam hout |
---|---|
Documentdatum | 09-08-2007 |
Publicatiedatum | 14-03-2009 |
Nummer | KST109566 |
Kenmerk | 30196, nr. 3 |
Van | Staten-Generaal (SG) |
Commissie(s) | Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2006–2007
30 196
Duurzame ontwikkeling en beleid
Nr. 3
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG
Vastgesteld 9 augustus 2007
1 Samenstelling:
Leden: Van Gent (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Poppe (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), ondervoorzitter, Depla (PvdA), Van Bochove (CDA), Koopmans (CDA), voorzitter, Spies (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Haverkamp (CDA), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Roefs (PvdA), Neppérus (VVD), Van Leeuwen (SP), Jansen (SP), Jacobi (PvdA), Van der Burg (VVD), Van Heugten (CDA), Vermeij (PvdA), Madlener (PVV), Ouwehand (PvdD), Bilder (CDA) en Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie). Plv. leden: Duyvendak (GroenLinks), Van der Vlies (SGP), Polderman (SP), Remkes (VVD), Crone (PvdA), Hessels (CDA), Koppejan (CDA), Ormel (CDA), Koşer Kaya (D66), Leijten (SP), Willemse-van der Ploeg (CDA), Kamp (VVD), Wolfsen (PvdA), Vos (PvdA), Zijlstra (VVD), Langkamp (SP), Gerkens (SP), Waalkens (PvdA), Van Beek (VVD), Schermers (CDA), Besselink (PvdA), Agema (PVV), Thieme (PvdD), Vietsch (CDA) en Ortega-Martijn (ChristenUnie).
2 Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), voorzitter, Atsma (CDA), Van Gent (GroenLinks), Poppe (SP), Waalkens (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Jager (CDA), Ormel (CDA), Koopmans (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Van Dijken (PvdA),
De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1 en de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedsel-kwaliteit2 hebben op 27 juni 2007 overleg gevoerd met minister Cramer van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over:
– toezeggingen in het algemeen overleg over duurzaam hout d.d. 31 augustus 2006 (30 196, nr. 12/30 800-XI/30 196, nr. 98).
Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissies
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie) kwalificeert de vijftien jaar beleid, gericht op het gebruik van duurzaam hout, als een teleurstelling. Vele doelstellingen werden naar beneden bijgesteld en desondanks niet gehaald. Het lijkt alsof de overheid haar eigen beleidsuitgangspunten niet serieus neemt. De mondiale context is taai. De bilaterale verdragen leveren een bijdrage aan de groei van het percentage duurzaam hout, maar dat meer ondanks, dan dankzij het overheidsbeleid. Particulier initiatief en maatschappelijke betrokkenheid zijn ook op dit terrein een groot goed, maar het beleid zou veel slagvaardiger zijn geweest als de overheid en de maatschappelijk vooroplopende organisaties, zoals ngo’s en bedrijfsleven, gezamenlijk eerder de schouders onder deze zaak hadden gezet. De tijd lijkt rijp voor een dergelijke aanpak. Het nieuwe kabinet heeft op het punt van duurzaamheid en CO2-emissie immers ambitieuze doelstellingen geformuleerd. Ook het begrip transitie staat in het overheidshandelen centraal. Op het dossier duurzaam hout is transitie nodig en mogelijk. Daarbij zijn voor mevrouw Wiegman de principes voorzorg en rentmeesterschap bepalend.
Neppérus (VVD), Jansen (SP), Jacobi (PvdA), Cramer (ChristenUnie), Koppejan (CDA), Graus (PVV), Vermeij (PvdA), Zijlstra (VVD), Thieme (PvdD) en Polderman (SP). Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Mastwijk (CDA), Ten Hoopen (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Luijben (SP), Tang (PvdA), Boekestijn
(VVD), Bilder (CDA), Biskop (CDA), Koşer Kaya (D66), Van Leeuwen (SP), Dezentjé Hamming (VVD), Eijsink (PvdA), Depla (PvdA), Van Baalen (VVD), Kant (SP), Blom (PvdA), Ortega-Martijn (ChristenUnie), Van Heugten (CDA), Brinkman (PVV), Kuiken (PvdA), Ten Broeke (VVD), Ouwehand (PvdD) en Lempens (SP).
Er bestaan grote verschillen in het beleid inzake duurzaamheid in de tuinmeubelbranche. Morele en beleidsmatige keuzes maken blijkbaar het verschil. Inzetten op het uitsluitend gebruiken van duurzaam geproduceerd hout is kennelijk een kwestie van geld en concurrentie. Zolang een soortgelijk product bij de een goedkoper is dan bij de ander zal het gros van de consumenten kiezen voor het goedkopere product. Waar de noodzaak tot duurzaam handelen waarschijnlijk door iedereen wordt erkend, maar dat handelen blijkbaar niet vanzelf tot stand komt, mag van de overheid een actief optreden worden verwacht én het geven van het goede voorbeeld. Mevrouw Wiegman roept de overheid op voorwaarden te scheppen, regels te stellen, via voorlichting te stimuleren en het goede voorbeeld te geven door zelf een geloofwaardig en consistent aan- en inkoopbeleid te voeren. Het afgelopen decennium heeft de overheid zich in een patstelling laten manoeuvreren. De wildgroei aan keurmerken heeft de vrijblijvendheid en onduidelijkheid vergroot. Het onafhankelijke keurmerk van het Forest Stewardship Council (FSC-keurmerk) is het meest compleet. Daarbij spelen ook beloning, veiligheid en sociale omstandigheden een rol. Het is een soort Max Havelaarkeurmerk voor hout. Een eenduidige standaard kan concurrentie voorkomen. Het verdient derhalve aanbeveling dat de rijksoverheid zich aanmeldt als FSC-partner en daarmee het goede voorbeeld volgt van woningbouwcorporaties en enkele grote bouwbedrijven. Daarnaast zouden de rijksoverheid, de decentrale overheden en de waterschappen FSC als voorwaarde kunnen stellen bij hun eigen aanbestedingen. Waarom zou dat niet vanzelfsprekend zijn? Hoe denken de bewindspersonen hierover? Als op deze manier de vraag naar goed hout wordt gestimuleerd, zal dit leiden tot grote verbeteringen aan de bron.
Bilaterale overeenkomsten met producentenlanden zijn uiteraard niet verkeerd, maar langs die weg komen verbeteringen van het beleid te traag en niet volledig tot stand. Een verbod op de import van illegaal hout werkt veel adequater. Zelfs de Vereniging van Nederlandse Houtondernemingen (VVNH) roept op om zo snel mogelijk te komen tot een Europees importverbod. Nederland stelt dat een dergelijk verbod in strijd is met de WTO, omdat het om een non-trade concern zou gaan. Volgens mevrouw Wiegman is duurzaam geproduceerd hout, dus het tegengaan van illegaal geproduceerd hout, wel degelijk een trade concern. Een importverbod op illegaal hout is niet discriminatoir, maar wel transparant en proportioneel en dus toepasbaar. De Europese Commissie heeft vier opties geformuleerd waaruit kan worden gekozen. Mevrouw Wiegman roept het kabinet op te kiezen voor optie 4b: al het hout dat op de Europese markt komt, moet aantoonbaar legaal zijn en afkomstig uit verantwoord beheerde bossen. Zij vraagt het kabinet voorts om de juridische mogelijkheden tot wetgeving te benutten en draagvlak te verwerven bij Europese ministerraden, zodat de patstelling kan worden doorbroken waarin de verschillende ministeries terechtgekomen lijken te zijn. Het argument van de minister van LNV dat geïmporteerd hout niet terug te leiden is naar een concessie in het land van herkomst, is niet sterk. Dat toont aan dat er dwingende regelgeving nodig is. Mevrouw Wiegman verwijst naar het stelsel van tracing en labeling dat door de EU verplicht is gesteld om vervuiling van voedingsmiddelen met gentechbestanddelen te kunnen achterhalen. Zoiets zou voor hout ook kunnen. Voor de controle en handhaving is een helder keurmerk noodzakelijk.
Het kabinet dient tevens flankerend beleid te voeren met voorlichting, het stimuleren van groen beleggen, het aanpassen van subsidieregelingen en fiscale regelingen, het sluiten van convenanten met branches en dergelijke. Zijn de ministers bereid deze sprong voorwaarts te maken? Op die manier zijn op relatief korte termijn vertrouwenwekkende resultaten te bereiken.
Mevrouw Schreijer-Pierik (CDA) memoreert dat in het vorige overleg commissiebreed moest worden geconcludeerd dat vijftien jaar overheidsbeleid betreffende duurzaam hout en illegale houtimport weinig heeft opgeleverd. Een lichtpunt vormen de totstandkoming van de Beoordelingsrichtlijn voor duurzaam bosbeheer en de handelsketen voor hout uit duurzaam beheerd bos (BRL) en het Forest Law Enforcement, Governance and Trade-actieplan (FLEGT-actieplan). Niettemin verdwijnen tropische bossen en oerbossen nog steeds in rap tempo. Dat tij moet worden gekeerd door ambitieuze en realistische doelen te formuleren, deze te monitoren en te realiseren in wetgeving.
Gegeven de ervaring met eerdere doelstellingen en omdat niet bekend is welke certificeringssystemen de toets der kritiek kunnen doorstaan, vindt mevrouw Schreijer het lastig om een gefundeerd oordeel te geven over de door haar uit stuk nr. 12 geciteerde ambities voor 2010. Het rijksbeleid moet inzicht geven in het meetbaar en realistisch zijn van de doelen. De beleidsambities en het instrumentarium moeten beter op elkaar worden afgestemd. Hoe willen de bewindspersonen dit doen? Om het gebruik van duurzaam geproduceerd hout te stimuleren dient de overheid het goede voorbeeld te geven met duurzame inkoop. Mevrouw Schreijer ziet vooralsnog weinig in exclusiviteit voor het FSC-label bij overheidsbestedingen. De EU- en WTO-kaders lijken dit ook onmogelijk te maken. Kan de minister van VROM schriftelijk een diepgaande inhoudelijke reactie geven op de studies en adviezen, genoemd door de ngo’s, waarin het tegendeel wordt beweerd? De overheid moet wel duurzaam hout aankopen. Zelfs de FSC-criteria voldoen overigens niet aan de beoordelingsrichtlijn. Naast FSC, vooral gericht op warme streken, zijn er andere certificeringssystemen, bijvoorbeeld het door Finland, Duitsland en Oostenrijk gehanteerde Programme for the Endorsement of Forest Certification Scheme (PEFC) dat is gericht op koudere streken. Er zijn goede mogelijkheden voor het bevorderen van het gebruik van duurzaam hout via instrumenten als fiscale maatregelen voor groen beleggen. Vrijwillige initiatieven van het bedrijfsleven, zoals een gedragscode en certificeringssystemen, moeten door de overheid gesteund en versterkt worden. Voorts moet hard worden gewerkt aan Europese criteria voor duurzaam hout. Wil de minister van VROM zich hiervoor inzetten en, zo ja, hoe?
Naast FLEGT en private initiatieven van de sector moet een uiterste poging worden ondernomen om een Europees importverbod voor illegaal hout te realiseren, iets waartoe volgens het rapport-Van den Biesen mogelijkheden zijn, zoals in de rondetafelgesprekken is gesteld. Kan de minister van LNV schriftelijk inhoudelijk op dit rapport reageren en is zij bereid zich voor zo’n verbod in te zetten? Immers, alleen een aanpak op Europese schaal lijkt in potentie echt kansrijk en effectief te zijn. Deze aanpak kan rekenen op brede steun, zoals bleek bij de motie-Huizinga-Heeringa in 2003. Uitgangspunt moet zijn dat er een proportionele, niet-discrimina-toire wettelijke regeling komt die uitvoerbaar, handhaafbaar en juridisch haalbaar is en zich verdraagt met de geldende EU- en WTO-kaders. De Europese FLEGT-aanpak met vrijwillige partnerovereenkomsten is belangrijk en moet inhoudelijk worden versterkt en uitgebreid met andere producten. Hoeveel en welke landen willen FLEGT-partnerschappen aangaan en op welke termijn? Probleemlanden als Brazilië en Rusland moeten hierbij met name worden betrokken. FLEGT en vrijwillige partnerschappen (VPA’s) zijn op zich niet voldoende om de illegale houtimport een halt toe te roepen. Het is vreemd dat de Europese Commissie in 2004 een aanvullende studies heeft toegezegd, maar die nog steeds niet heeft uitgevoerd.
Mevrouw Schreijer vraagt tot slot aandacht voor de wijze waarop Rusland en de Baltische staten omgaan met duurzaam hout en transporten van illegaal hout.
Mevrouw Neppérus (VVD) acht het niet acceptabel dat er in deze materie geen schot zit en wenst dat actie wordt genomen. Waarom is een importverbod op illegaal hout niet mogelijk en een importverbod op andere zaken wel? Is de minister van LNV bereid, na te gaan wat de mogelijkheden zijn voor een Europees importverbod op illegaal hout? Welke juridische bezwaren ertegen bestaan, is al bekend. Is de reactie van de WTO inmiddels verschenen? Uiteraard moet de handhaving van een Europees importverbod ook Europees worden geregeld. Daarnaast is het noodzakelijk, dat de landen waar het hout vandaan komt melden of het hout legaal of illegaal is gekapt. Mevrouw Neppérus gaat ervan uit dat stappen mogelijk zijn als het land waar het hout vandaan komt, wil meewerken. In het recht kan de uitspraak dat het vermoeden bestaat dat hout illegaal is een rol spelen.
De overheid (Rijk, lagere overheden en organen als zbo’s) heeft een duidelijke voorbeeldfunctie betreffende duurzaamheid. Wat ziet de minister van VROM als keurmerk gelijkwaardig aan FSC?
De heer Poppe (SP) stelt vast dat de minister van LNV alleen van illegaal hout wil spreken in de zin van de FLEGT: hout gekapt in strijd met de wetgeving van het land van herkomst. In dit EU-actieplan is verder sprake van vrijwillige maatregelen van de houtsector en het met de landen van herkomst opzetten van licentiesystemen. De afgelopen twintig jaar heeft dat geen vooruitgang opgeleverd. De VVNH heeft een vrijwillige gedragscode ontwikkeld: alleen handel in aantoonbaar duurzaam geproduceerd hout. In de praktijk houden VVNH-leden zich daar niet aan. Illegaal hout, dat wil zeggen hout dat niet is gecertificeerd, is volgens de heer Poppe gestolen hout. Handel daarin is heling. Volgens de milieuorganisaties is de helft van al het hout dat wordt getransporteerd illegaal. Nederland speelt daarbij als op drie na grootste importeur in Europa een vooraanstaande rol. Naast de bloeddiamanten is er misschien ook wel bloedhout. De heer Poppe verwijst naar de veroordeling van een Nederlandse houthandelaar wegens wapenhandel in Liberia, waar wapenhandel en hout-handel kennelijk aan elkaar gelieerd waren. Wil Nederland te boek staan als handlanger van de houtmaffia? Uiteraard doelt hij met deze term niet op de houthandelaren die zuiver proberen te werken. Hij bekritiseert het antwoord van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking op zijn schriftelijke vragen over illegaal hout uit de Democratische Republiek Congo. De minister schrijft dat niet kan worden vastgesteld of er sprake is van illegaal geoogst hout en dat daarom de handel in dat hout geen heling is. De Democratische Republiek Congo is naar verluidt inmiddels bereid om in geval van financiële compensatie het in 2002 ingestelde moratorium beter te gaan handhaven. Is de minister van VROM bereid na te gaan of Nederland in dezen via ontwikkelingssamenwerking de handhaving kan bevorderen?
Het is verbazingwekkend dat de petitie die de minister van LNV voor dit overleg is aangeboden over de illegale houtkap in Kameroen, is medeon-dertekend door de houtimporteurs, die het kabinet oproepen om duidelijke wetten en regels te maken. Waar is het moreel besef, het geweten, de eigen verantwoordelijkheid van die handelaren? Zij zijn het, die het illegale hout opkopen en verhandelen.
Er zal pas voortgang worden geboekt met de bescherming van oerwouden en de leefomgeving van honderdduizenden bewoners, indien uitgangspunt wordt dat niet-legaal gekapt hout illegaal gekapt is en dat handel in dat hout heling moet worden genoemd. Gezien het internationale karakter van deze zaak zal het omzetten van dit uitgangspunt in wetgeving en handhaving niet eenvoudig zijn, maar niets wat in de Kamer wordt behandeld is eenvoudig. De heer Poppe heeft begrepen dat sinds het initiatiefwetsvoorstel van mevrouw Vos illegaal een oppervlakte bos is gekapt die tien keer zo groot is als de Benelux. De heer Poppe vraagt de ministers, mede namens de fractie van de Partij voor de Dieren, toe te
zeggen dat zij in de EU duidelijk zullen maken dat het stadium van de vrijwilligheid voorbij moet zijn en dat partijen hout die niet aantoonbaar afkomstig zijn van duurzaam beheerde bosgebieden moeten kunnen worden geweigerd, ook als die via bijvoorbeeld China naar Europa komen. De Evert Vermeer Stichting van de PvdA pleit hier ook voor, evenals de ChristenUnie. Alleen het CDA ligt dwars. In Nederland moet het de handel in illegaal hout erg lastig worden gemaakt door extra controle op papieren.
De heer Samsom (PvdA) is ervoor om alles te doen wat maar enigszins mogelijk is om illegaal hout aan te pakken. Ook zijns inziens is in de eerste plaats nodig een Europees importverbod op illegaal hout. De Europese Raad dient de Europese Commissie te vragen de (weinig diepgaande) studies naar mogelijkheden en risico’s van een importverbod te stoppen en een richtlijn op te stellen waarin de import van illegaal hout wordt verboden. Ongetwijfeld zullen er landen in de WTO zijn die dat een stap te ver vinden. Het zou niet voor het eerst zijn dat de EU een conflict aangaat in de WTO en dat wint. Advocaten hebben duidelijk gemaakt dat de WTO zwak staat als het een importverbod op illegale producten wil verbieden. De heer Samsom heeft de indruk dat de oproep aan het kabinet om zich actief in te zetten voor een Europees importverbod Kamerbreed gedragen wordt, zij het dat de SP-fractie in Europees verband wil vasthouden aan het vetorecht op justitieel vlak, zodat één EU-staat een Europees importverbod op illegaal hout kan blokkeren. Als de Nederlandse overheid alleen duurzaam hout koopt, kan dat een grote bijdrage leveren aan de strijd tegen illegaal hout. De heer Samsom wil de doelstelling voor de lagere overheden ook op 100% gesteld zien. Op dit moment werken nogal wat Nederlandse lagere overheden met illegaal hout. Van de toezegging om via een groene (belasting)prikkel het verschil in prijs tussen legaal en illegaal hout te verkleinen, is nooit meer iets van vernomen. Gegeven de vergroeningsdoelstellingen van dit kabinet mag worden verwacht dat dit die toezegging gestand doet. Tot slot vraagt de heer Samsom de minister van LNV haast te maken met de certificering van de Nederlandse bossen. Daarvan is nu nog volgens Ceylon slechts 50% gecertificeerd.
Ook de heer Van der Ham (D66) roept het kabinet op om meer te doen aan het tegengaan van import van illegaal hout. Artikel 30 van het EG-verdrag biedt daartoe mogelijkheden via een beroep op de moraal en de publieke gezondheid. Dat geldt ook voor artikel 20 van het GATTverdrag. Lidstaten kunnen zijns inziens een beroep doen op de eigen publieke moraal. Hoe staan beide ministers tegenover die overweging? Zullen zij moeite doen die verder te exploreren de komende jaren? Gaan zij onderzoeken hoe de publieke moraal in Nederland is op het punt van illegaal hout om kwantificeerbare gegevens aan te voeren bij EU en WTO? De heer Van der Ham is van mening dat wereldburgerlijke ongehoorzaamheid op dit terrein mogelijk is en dat Nederland het conflict moet aangaan om jurisprudentie te ontwikkelen en publieke verontwaardiging te verkrijgen in het geval dat de Nederlandse eis om import op illegaal hout te kunnen verbieden, niet wordt ingewilligd. Het is wetenschappelijk aantoonbaar dat ontbossing door illegale houtkap slecht is voor de biodiversiteit ter plaatse, terwijl de planten en dieren daar tot het officieuze werelderfgoed behoren. Ziet het kabinet kans om met de CIO’s, die zich daar blijkens hun brief zorgen over maken, gezamenlijk op te trekken naar de WTO en Europa? Waarom heeft de Europese Commissie de studie naar mogelijke additionele maatregelen binnen de EU nog niet verricht? Welke landen houden die studie tegen?
De heer Van der Ham sluit zich aan bij de vragen over duurzaam inkopen door de (semi-)overheid in dezen. Zijns inziens mag de Rijksoverheid lagere overheden in dezen verplichtingen opleggen. Met welke landen
waar veel hout vandaan komt, afgezien van China, bestaat geen rechtshulprelatie, zodat handhaving van bestaande wetgeving moeilijk is? Zijn er specifieke, niet voor andere delicten geldende, afspraken te maken over rechtshulp bij het vervolgen van illegale houtkap?
De heer Duyvendak (GroenLinks) constateert dat illegale houtkap begin jaren negentig een issue is geweest, maar dat er sinds die tijd weinig stappen voorwaarts zijn gezet om deze houtkap terug te dringen. Dat is dramatisch voor de mensen die afhankelijk zijn van het bos, en voor de biodiversiteit. Bovendien heeft deze houtkap een grote impact op het klimaat. Het is schrijnend dat een bedrijf als de Hema fout hout verkoopt en dat Rijkswaterstaat op grote schaal fout hout gebruikt. Hoe denkt de minister van LNV de certificering van de Nederlandse bossen op 100% te brengen?
De brief van het vorige kabinet is pittiger dan die van het nieuwe kabinet. Bij het instellen van een verbod op illegaal hout gaat het om politieke wil, want juridisch staat men sterk. Dat zal ook de WTO moeten erkennen. De EU-ministers van Landbouw zullen dan ook in december gewoon tot zo’n verbod moeten besluiten en dit vervolgens moeten uitwerken. De heer Duyvendak roept de minister van LNV op zich hiervoor sterk te maken. Hij wil van de minister van VROM horen waarom er thans sprake van is dat de Nederlandse overheid «zoveel mogelijk» duurzaam hout zal kopen, terwijl er eerst werd gerept van 100% duurzaam hout. Duurzaam inkopen hoort in dezen in te houden dat alleen FSC-hout wordt gekocht of hout dat daaraan gelijkwaardig is.
Wanneer komt de brief over mogelijke heffingen en belastingen op niet-duurzaam geproduceerd hout? De brief dient er ruim voor Prinsjesdag te zijn, zodat de Kamer zo nodig via amendementen in dezen regelend kan optreden. Het ICCO suggereert het gebruik van de duurzameondernemers-aftrek, de Vamil- en de MIA-regeling en de mogelijkheid van convenanten met grote partijen, zoals woningbouwverenigingen, over het uitsluitend gebruiken van FSC-hout of gelijkwaardig hout.
Antwoord van de bewindspersonen
De minister van LNV acht de samenwerking op dit terrein tussen bedrijfsleven, niet-gouvernementele organisaties en overheid cruciaal. Zij begrijpt het ongeduld van de leden over het nog niet opgelost zijn van het complexe probleem van illegaal hout. Echter, een dergelijk complex probleem laat zich niet in een handomdraai oplossen. De minister van VROM en zij zijn gemotiveerd om stappen te zetten om te komen tot een oplossing. Er moet een uitermate zorgvuldig en goed handhaafbaar pakket van maatregelen worden samengesteld, zowel voor Europa als voor de exporterende landen. Naar schatting wordt er jaarlijks wereldwijd 13 miljoen hectare bos (een gebied zo groot als Griekenland) illegaal gekapt. De handel in en export en import van illegaal hout zijn dus gigantisch. Het zal weinig effect hebben als alleen Nederland de import van illegaal hout verbiedt. Zo’n verbod moet Europees zijn. Stuurt Nederland op dit moment bijvoorbeeld een schip met illegaal hout terug, dan zal het elders in Europa worden gelost.
De EU doet in het kader van FLEGT onderzoek naar het weren van illegaal hout en het bevorderen van duurzaam gebruik. Inderdaad heeft dit tot nu toe tot onvoldoende resultaat geleid. Er zal op basis van dit onderzoek gezamenlijk beleid moeten worden geformuleerd, evenals beleid voor een goede handhaving. De huidige voorstellen voor het Europese Verdrag maken het mogelijk om op Europees niveau als eenheid te werken. De Europese Unie met haar 27 lidstaten kan groot verschil maken. Als de EU illegaal hout verbiedt, iets waar het kabinet voor is, zal de Unie alternatieven moeten bieden voor de mensen die voor hun dagelijks leven afhankelijk zijn van het kappen en verhandelen van illegaal hout, uiteraard de
internationale organisaties daargelaten die vanwege grote internationale economische belangen roofbouw op bossen en mensen plegen. De EU zal zich inderdaad moeten inspannen om een verbod op de import van illegaal hout geaccepteerd te krijgen door de WTO. Het gaat om een non-trade concern. De eindronde van de WTO-onderhandelingen is vertraagd. De minister beschouwt de motie-Atsma c.s. over non-trade concerns (21 501-32, nr. 223) als een belangrijk document om in Europees verband, maar ook in WTO-verband naar voren te brengen. Op het moment dat er een EU-stuk ligt, zal zij het rapport-Van den Biesen ook in dat kader bezien.
Het onderzoeksrapport van de Europese Commissie moet er dit najaar zijn. De bewindsvrouwe zal het onderzoek van de Europese Commissie op de Landbouw- en Visserijraad in juli aan de orde stellen en in de raad proberen te komen tot een afspraak over het moment waarop het rapport verschijnt en waarop kan worden gesproken over effectieve maatregelen en handhaving. Dat zal zo spoedig mogelijk moeten gebeuren. De EU zal inderdaad met de WTO in gesprek moeten over de acceptatie van zo’n beleid. Een goede aanpak is van belang voor het behoud van de biodiversiteit en de leefomgeving van mensen, en vanwege de klimaatverandering. Zo spoedig mogelijk zal dit traject naar een verbod moeten worden ingezet. De EU zal zich als eenheid ervoor moeten inzetten om via beleid groot verschil te maken en de handhaving goed te regelen. Het zal ingewikkeld zijn om die eenheid te bereiken. Niet in elke EU-lidstaat is er een voor een verbod gemotiveerd parlement zoals in Nederland. De minister zal elke kans aangrijpen om deze materie tijdens Europese bijeenkomsten ook in bilaterale gesprekken onder de aandacht te brengen van haar Europese collega’s, met name die van de andere drie grote houtimporterende landen. De OESO is er ook voor om de kwestie illegaal hout in WTO-verband aan te kaarten.
Er is wel strafrechtelijke wetgeving, maar de bewijsvoering is daarbij nog een probleem. Hoe complex het is, blijkt uit het feit dat Greenpeace in een uitgelokt proces er niet in is geslaagd om een veroordeling wegens illegale houtimport uit Papoea Nieuw Guinea te bereiken. Het moet evenwel inderdaad mogelijk zijn goede afspraken te maken met landen die wel willen meewerken aan het juridisch aanpakken van illegaal hout. De organisaties die zich bezighouden met grootschalige illegale houthandel kennen alle procedures en brengen het geduld op om bij de douane, AID of VWA eindeloos vragen te beantwoorden, zodat de door de heer Poppe genoemde extra controle geen soelaas zal bieden.
In het kader van de FLEGT-onderhandelingen hebben Indonesië, Ghana en Maleisië gemeld samen te willen werken binnen die overeenkomst. Met Kameroen, Congo, de Democratische Republiek Congo, Gabon en Liberia zijn gesprekken begonnen. Andere landen in Afrika, Azië en Latijns Amerika hebben ook belangstelling getoond. Op het moment dat met een aantal landen afspraken kunnen worden gemaakt over wederzijdse handhaving, wordt het mogelijk niet-willende landen uit te sluiten van export naar de EU. Als de Democratische Republiek Congo serieus wil meedoen, zal worden bezien hoe hulp kan worden geboden bij de handhaving. De minister zal van tijd tot tijd de voortgang van de FLEGT-onderhandelingen melden. Met haar collega van Justitie zal zij afspreken om samen op te trekken, niet alleen hier, maar ook in Europees verband. Plannen maken is één, handhaven is twee, en dat moet zo veel mogelijk in Europees verband gebeuren.
De minister looft het initiatief van de Europese Houtfederatie om handels-ketens te vrijwaren van illegaal hout door de herkomst van het hout te traceren. De Nederlandse houthandel is ook actief op dit punt. De samenwerking tussen de overheid en private partijen in dezen is goed. De Baltische staten en Rusland nemen deel aan het Europa-Noord-Azië Programma, het governance programma van de Wereldbank, gericht op een betere wetshandhaving in de landen van herkomst zelf en op bestrij-
ding van illegale houtkap. In november 2005 hebben deze landen de verklaring van Sint Petersburg getekend. In het kader van de milieudialoog tussen de Europese Commissie en Rusland wordt ook over het Forest Law Enforcement and Governance-programma (FLEG-programma) gesproken. In het overleg tussen Nederland en Rusland staat het onderwerp illegale houtkap regelmatig op de agenda. De kwestie van rechtshulpprogramma’s wil de minister in Europees verband aanpakken om ook afspraken over andere onderwerpen, zoals ontwikkelingssamenwerking, te kunnen maken. Het producerende en exporterende land moet natuurlijk zelf rechtshulp vragen. In de Boswet worden de duurzaamheidseisen en de wijze waarop moet worden gekapt zeer precies beschreven. De wet wordt nu geëvalueerd. Over de evaluatie zullen de bewindsvrouwe en de Kamer dit najaar van gedachten wisselen. Wil het bedrijfsleven extra certificering, dan is dat prima, maar er is gegeven de huidige wetgeving geen aanleiding om die te verplichten. Vandaar dat de bewindsvrouwe toen de minister van Ceylon erop wees dat slechts 50% van de Nederlands bossen is gecertificeerd, hem aanbood om in het geval dat hij de Boswet een op een zou overnemen in Europees verband te pleiten voor het intrekken van het voorstel voor een importverbod op hout uit zijn land.
De minister van VROM stelt dat het thema van dit algemeen overleg is duurzaam bosbeheer, met in het verlengde daarvan duurzaam geproduceerd hout. Niet alleen vanwege de biodiversiteit, maar ook vanwege de klimaatproblematiek is dit een zeer belangrijk onderwerp. Vandaar dat ook zij zich ten zeerste inzet voor verbeteringen in dezen. Het rapport dat de commissie Gelijkwaardigheidstoetsing op 15 juli aanstaande zal uitbrengen over het onderzoek naar certificeringssystemen die voldoen aan het BRL-systeem zal geen kant-en-klare oplossing bieden. De grote mate van detaillering van de BRL maakt het onmogelijk om certificatiesystemen die weliswaar op hoofdlijnen voldoen, gelijkwaardig te beoordelen. De Tweede Kamer heeft de regering destijds gevraagd om een breed certificeringssysteem op te stellen in samenspraak met alle van belang zijnde (26) maatschappelijke partijen. De BRL is een goed onderbouwd en van vele criteria voorzien uitgebreid toetsingssysteem. Het is te ver uitgewerkt om toetsen op gelijkwaardigheid mogelijk te maken, maar de verschillen tussen de drie meest bekende systemen zijn zeer beperkt. De minister is daarom voornemens zich erop te bezinnen welke basiscriteria moeten gelden voor duurzaam geproduceerd hout en in het toetsingssysteem moeten worden opgenomen, zodat kan worden bepaald welke certificeringen toegelaten zijn voor duurzaaminkoopbeleid. Zonder dat systeem kunnen de mogelijkheden van een heffing niet worden bekeken. Zij zal niet alleen FSC, maar ook andere systemen in haar overwegingen betrekken. Eind van dit jaar zal zij de Kamer een systeem voorleggen dat bruikbaar is voor het formuleren van een duurzaaminkoop-beleid met prestatie-eisen gekoppeld aan duurzaam geproduceerd hout. De milieubeweging heeft ook geen problemen met de inhoud van de BRL. Zij hoopt dat de stakeholders zich kunnen vinden in de aanpak die zij zich voorgenomen heeft.
Het streven naar duurzame houtinkoop zal ook op de markt en ook in Europees verband worden uitgedragen. De bewindsvrouwe zal dit doen in de Milieuraad waar thema’s als illegaal hout en biodiversiteit hoog op de agenda staan.
In 2010 dient al het hout dat de rijksoverheid inkoopt duurzaam zijn. De inkopers zullen moeten garanderen dat het hout ook aantoonbaar legaal is. Rijkswaterstaat is bezig om in dezen een waterdicht systeem te ontwikkelen. Getracht zal worden te bevorderen dat ook andere marktpartijen duurzaam hout inkopen. Nagegaan zal worden of er voor niet-duurzame houtaankopen een vrijwillig compensatiefonds mogelijk is. Voorts wordt de mogelijkheid van een belasting op hout onderzocht. De branche is door
toenmalig staatssecretaris Van Geel ervan op de hoogte gesteld dat de fiscale groenregeling in principe ook van toepassing is op de import van duurzaam geproduceerd hout. Met de Subsidieregeling maatschappelijke organisaties en milieu (SMOM) wordt voorlichting bevorderd op het gebied van duurzaam inkoopbeleid hout. De Vamil/MIA-regeling is niet van toepassing, omdat deze betrekking heeft op verbeteringen in de productiefaciliteiten.
Alvorens tot het sluiten van convenanten kan worden overgegaan, zal de gelijkwaardigheidsdiscussie moeten zijn afgerond. Het is voor bedrijven en individuele burgers eenvoudiger om te kiezen uit de certificaten, omdat zij niet zoals de overheid vastzitten aan de eis van gelijkwaardigheid. Mede dankzij initiatieven uit de maatschappij, zoals de campagne Bouwen en Borneo, is het mogelijk het thema duurzaam geproduceerd hout voortdurend onder de aandacht te brengen. De overheid kan dat niet alleen.
Toezeggingen
– De Kamer wordt eind 2007 op basis van de rapportage van de commissie Gelijkwaardigheidstoetsing geïnformeerd over de verschillen en overeenkomsten tussen FSC en andere certificeringssystemen op basis van de BRL. De Kamer wordt daarbij geïnformeerd welke systemen voldoen aan de minimumcriteria voor duurzaamheid (bottom line). Het toetsingssysteem wordt vereenvoudigd en hanteerbaar gemaakt voor de beoordeling van duurzaam geproduceerd hout.
– De Kamer wordt geïnformeerd over mogelijkheden van belastingheffing op hout.
– De Kamer zal van tijd tot tijd worden geïnformeerd over de voortgang van de FLEGT-onderhandelingen.
De voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer,
Koopmans
De voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Schreijer-Pierik
De griffier van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Van der Leeden