Lijst van vragen en antwoorden - Onbemande vliegtuigen (UAV) - Hoofdinhoud
Deze lijst van vragen en antwoorden i is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 30806 - Onbemande vliegtuigen (UAV).
Inhoudsopgave
Officiële titel | Onbemande vliegtuigen (UAV); Lijst van vragen en antwoorden |
---|---|
Documentdatum | 22-12-2006 |
Publicatiedatum | 12-03-2009 |
Nummer | KST104209 |
Kenmerk | 30806, nr. 2 |
Van | Staten-Generaal (SG) |
Commissie(s) | Defensie (DEF) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2006–2007
30 806
Onbemande vliegtuigen (UAV)
Nr. 2
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 22 december 2006
De vaste commissie voor Defensie1 heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de staatssecretaris van Defensie over de brief van 20 september 2006
inzake onbemande vliegtuigen (kamerstuk 30 806, nr. 1).
De staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van
21 december 2006. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De fungerend voorzitter van de commissie, Albayrak
De griffier van de commissie, De Lange
1 Samenstelling:
Leden: Koenders (PvdA), Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP), Albayrak (PvdA), fng. voorzitter, Van der Staaij (SGP), Van Baalen (VVD), Mastwijk (CDA), Ormel (CDA), Ferrier (CDA), Kortenhorst (CDA), De Vries (CDA), Van Velzen (SP), Haverkamp (CDA), Blom (PvdA), Eijsink (PvdA), Griffith (VVD), Irrgang (SP), Boekestijn (VVD), Brinkman (PVV), Voordewind (CU), Ten Broeke (VVD), Peters (GL), Lempens (SP), Vacature (D66) en Vacature (PvdD). Plv. leden: Dijksma (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Poppe (SP), Heerts (PvdA), Van der Vlies (SGP), Van Beek (VVD), Cqörüz (CDA), Van Hijum (CDA), Spies (CDA), Van Bochove (CDA), Van Dijk (CDA), De Wit (SP), Hessels (CDA), Kuiken (PvdA), Wolbert (PvdA), Blok (VVD), Roemer (SP), Van der Burg (VVD), Wilders (PVV), Huizinga-Heringa (CU), Zijlstra (VVD), Vendrik (GL), Polderman (SP), Vacature (D66) en Vacature (PvdD).
1 en 23
Hoe verhoudt de toenemende behoefte aan waarneming vanuit de lucht door onbemande toestellen zich met de behoeftestelling voor de Joint Strike Fighter (JSF)?
Wat betekent een operationeel MALE UAV systeem voor de overige behoeftestellingen, waaronder de aanpassing en vervanging van de F-16?
In het hedendaagse militaire optreden maken jachtvliegtuigen en (MALE) UAV’s deel uit van een groter en gemeenschappelijk operationeel netwerk waarin zij ieder een eigen rol spelen. Jachtvliegtuigen bestrijden doelen met behulp van informatie onder meer afkomstig van een keten van waarnemingsmiddelen zoals MALE UAV’s. Andere elementen uit de waarnemingsketen zijn onder meer satellieten, kleinere UAV’s en helikopters. Gelet op de onderscheiden taken van jachtvliegtuigen en MALE UAV’s heeft de behoeftestelling voor MALE UAV’s geen gevolgen voor de behoeftestelling voor de vervanging van de F-16.
2 en 3
Wat ligt er ten grondslag aan de wenselijkheid van precisie-optreden tijdens operaties vanuit de lucht? Dit suggereert actieve missies, waaruit bestaan die dan?
Het ontbreken van een schakel bemoeilijkt systematisch zoeken, vinden en bestrijden van doelen. Aan welke doelen denkt men dan en aan welk soort operaties wordt dan gedacht?
In het moderne militaire optreden is precisie een vereiste om effectief te kunnen optreden en daarbij onnodige schade of (eigen) slachtoffers te voorkomen. MALE UAV’s hebben ondersteunende taken, zoals verken-nings- en doelaanwijzingstaken. De MALE UAV observeert en geeft de vergaarde informatie door aan de gebruiker. De desbetreffende doelin-formatie kan betrekking hebben op personen, voertuigen, vaartuigen en objecten, zowel stilstaand als bewegend.
De MALE UAV kan worden ingezet voor alle hoofdtaken van Defensie en in het gehele geweldsspectrum. De term «doel» moet daarom ruim worden opgevat. Het kan gaan om vijandelijke objecten, maar ook om het volgen van vluchtelingenstromen, drugshandel, verkeersstromen of transporten van hulpgoederen.
4
Met welk oogmerk worden de twee systemen in Afghanistan ingezet,
waar men nu ervaring mee opdoet?
De bedoelde systemen in Afghanistan zijn kleinere UAV’s die worden ingezet ter versterking van de tactische lucht-grondwaarnemingscapaciteit en voor de zelfbescherming van de grondtroepen. Tegelijkertijd wordt de opgedane operationele kennis gebruikt om het inzicht te vergroten in de toekomstige behoefte aan kleinere UAV’s. Het bereik en het dekkingsgebied van de twee genoemde systemen zijn klein en hun sensorcapaciteit en vluchtduur zijn beperkt.
5
Het kabinet stelt dat Alliance Ground Surveillance (AGS) informatie oplevert op strategisch niveau maar via een netwerk ook voor lagere niveaus nuttig kan zijn. Wat wordt hiermee bedoeld? Aan welke lagere niveaus denkt men dan?
De Navo-capaciteit voor AGS is bedoeld als inlichtingencapaciteit voor het politieke en het militair-strategisch niveau, zoals hoofdkwartieren. Het AGS dient te opereren in een groter militair netwerk. De informatie
vergaard door het AGS draagt bij aan een beter inlichtingenbeeld doordat verbanden sneller kunnen worden gelegd en lokale gebeurtenissen in een breder kader kunnen worden geplaatst. Als eenheden op lagere militaire niveaus, zoals bataljons grondtroepen, over een aansluiting op dit netwerk beschikken, kunnen ook zij gebruikmaken van de daar beschikbare informatie.
6
Is het de verwachting dat de inzet van MALE UAV, rekeninghoudend met de verminderde risico’s die dit meebrengt voor personeel, in de toekomst toe zal nemen?
Ja, het gebruik van MALE UAV’s neemt overal ter wereld toe. Veel toonaangevende landen hebben plannen voor de aanschaf van deze systemen.
7 en 8
Aangegeven wordt dat de voorkeur uitgaat naar een MALE UAV waarmee zo flexibel mogelijk kan worden geopereerd en dat MALE UAV’s die specifiek moeten worden uitgerust voor één soort taak minder geschikt zijn. Betekent dit dat de eisen die Nederland stelt hoger zijn dan de eisen die gelden voor de Predator, die door de Amerikanen juist vaak voor specifieke taken wordt ingezet?
Is bewapening van de MALE UAV met bijvoorbeeld Hellfire raketten denkbaar, nu als eis wordt gesteld dat de MALE UAV zo flexibel mogelijk moet kunnen worden ingezet? In hoeverre kunnen alternatieven voor de Predator aan deze eis voldoen?
De vliegende systemen van de krijgsmacht zullen nu en in de toekomst voor verschillende taken worden ingezet teneinde met de beschikbare middelen een hoger operationeel rendement te bereiken. Evenals veel andere landen richt Nederland zich daarom op maximale flexibiliteit. De Verenigde Staten kiezen inmiddels eveneens voor multifunctionaliteit van hun UAV’s, onder meer om de kosten beter te kunnen beheersen. De Verenigde Staten hebben enkele jaren geleden de Predatorbewapend om de tijd tussen het waarnemen van een doel en de bestrijding daarvan te bekorten. Er zijn verschillende MALE UAV-systemen op de markt beschikbaar die zelf tot doelbestrijding in staat zijn. Dergelijke capaciteiten zijn echter geen onderdeel van de behoeftestelling.
9, 11 en 20
De derde missie die doelbepaling betreft teneinde een effectieve wapen-inzet te kunnen ondersteunen suggereert een actieve inzet. Net als het nagaan of en in hoeverre een doel is geraakt. Op welke situaties heeft dit betrekking?
Het kabinet stelt dat de MALE UAV in de aanloop naar een conflict een bijdrage kan leveren, zoals door het in de aanloop naar het uitvoeren van een gewapend optreden bijdragen aan het actualiseren van informatie betreffende de tegenstander. Dit suggereert aanvallend optreden. Is dat waar? En zo ja, hoe groot is de noodzaak van een aanvallend optreden van de MALE UAV?
De laser voor doelaanwijzing wijst weer op een aanvallende inzet van de MALE UAV. Is dat op dit moment noodzakelijk?
MALE UAV’s kunnen voor, tijdens en na een aanval door andere systemen, zoals jachtvliegtuigen, schepen of artillerie, het doel observeren, lokaliseren, identificeren en aanwijzen. Zodoende kan zeer precies worden opgetreden. De resultaten van een aanval kunnen direct door de MALE UAV worden waargenomen en doorgezonden naar bijvoorbeeld een hoofdkwartier of een operationele eenheid. MALE UAV’s bevorderen ook de bescherming van de eigen troepen door potentiële bedreigingen in
moeilijk begaanbaar terrein, zoals bergen en verstedelijkt gebied, tijdig op te merken en door te gegeven aan de eigen eenheden.
In de aanloop naar een conflict kunnen MALE UAV’s informatie verzamelen en doorgeven over onder meer de politiek-strategische omstandigheden. Deze informatie kan gebruikt worden om de conflictsituatie beter te beoordelen, hetgeen een goede besluitvorming bevordert.
MALE UAV’s voeren zelf geen aanvallende taken uit. Zij verzamelen informatie en geven deze door. De laser van de MALE UAV wordt ingezet voor ondersteunende taken, zoals aanwijzing van een doel dat voor de missie van belang is, en voor de eigen precieze positiebepaling. Zoals uiteengezet in het antwoord op de vragen 2 en 3 moet het begrip «doel» in dit verband ruim worden opgevat. Het doel kan bij een humanitaire missie een vluchtelingenstroom zijn en bij reddingsoperaties een persoon in nood. Zie ook de antwoorden op de vragen 7 en 8.
10
Het «overal ter wereld inzetten van de MALE UAV», is dat op eigen initiatief of alleen op verzoek? En in welk verband kan de MALE UAV dan worden ingezet?
Defensie draagt bij aan crisisbeheersingsoperaties in het buitenland in Navo- of EU-verband dan wel in het kader van ad hoc coalities. Alle middelen, óók MALE UAV’s, kunnen hiervoor worden ingezet, evenals voor nationale taken. De besluitvorming over de inzet van MALE UAV’s zal niet afwijken van die voor andere defensiecapaciteiten.
12, 14, 16 en 19
Aangegeven wordt dat de MALE UAV ingezet moet kunnen worden in het
kader van de derde hoofdtaak. In hoeverre is met dergelijke inzet rekening
gehouden bij de vaststelling van de kwantitatieve behoefte, nu daar
slechts gesproken wordt over de inzet in een operatie voor de duur van
een jaar, of in twee operaties voor zes maanden?
Wat ligt er ten grondslag aan de zo grote operationele wenselijkheid van
de MALE UAV dat er al mee wordt begonnen alvorens er geld beschikbaar
komt?
Vanuit welk budget wordt de invulling van de volwaardige capaciteit nu
gefinancierd?
Aan welke soort korte, incidentele missies boven Nederland moet men
denken?
De gestelde behoefte betreft de aanschaf van één volledig MALE UAV-systeem plus een extra toestel met een grondstation. De aanschaf van één volledig systeem biedt reeds meerwaarde aangezien hiermee een capaciteit wordt verworven voor een operationele inzet gedurende zes maanden. Tijdens de inzet van het volledige systeem in het buitenland blijft in Nederland een beperkte capaciteit achter.
MALE UAV’s kunnen in Nederland worden ingezet voor departement-overstijgende taken en voor de ondersteuning van civiele autoriteiten. Voorbeelden daarvan zijn criminaliteits- en terreurbestrijding (gericht zoeken naar personen, drugstransporten, etc.), kustwachttaken (patrouilles boven de kuststrook), brandpatrouilles (bijvoorbeeld boven de Veluwe), dijkbewaking (met infrarood sensoren zwakke plekken identificeren), milieuverkenning (illegale olielozing) en het observeren van grote en belangrijke evenementen, zoals bijeenkomsten van regeringsleiders. Per geval zullen prioriteiten moeten worden gesteld bij de inzet van MALE UAV-capaciteit.
Met betrekking tot de financiële onderbouwing van de volledige behoefte aan MALE UAV-systemen verwijs ik naar de brief van 11 augustus jl. (Kamerstuk 30 300 X, nr. 132).
13
In hoeverre moet de MALE UAV bestand zijn tegen zware klimatologische
en geografische omstandigheden, zoals in Afghanistan?
In de behoeftestelling is rekening gehouden met de inzet onder zware klimatologische en geografische omstandigheden. De huidige generatie MALE UAV’s opereert dagelijks in dergelijke omstandigheden, zoals in Afghanistan en Irak.
15
Zijn er nu al concrete voorbeelden te noemen die de grote wenselijkheid
van MALE UAV ondersteunen?
Moderne krijgsmachten zetten in gebieden met een diffuse dreiging vrijwel altijd UAV’s in, waaronder MALE UAV’s. De recente conflicten in Irak en Libanon illustreren dit, evenals de operaties in Afghanistan. Ook voor nationale taken worden UAV’s steeds meer ingezet. Zo zetten Australië, Canada, de Verenigde Staten en Zuid-Afrika MALE UAV’s in voor onder meer kustwachttaken, grensbewaking en de opsporing van brandhaarden bij bosbranden.
17
Kan het kabinet beamen dat UAV’s die hun operationele waarde al bewezen hebben in het voordeel zijn ten opzichte van nog niet uitontwikkelde en/of operationele UAV’s?
Ja. In het algemeen geldt dat de operationele, technische en financiële risico’s van systemen die hun operationele waarde al hebben bewezen minder groot zijn dan die van systemen die nog in ontwikkeling zijn die en nog niet operationeel zijn beproefd. Voorts hebben bestaande systemen het voordeel dat kan worden geprofiteerd van ervaringen van andere gebruikers. De huidige generatie MALE UAV’s is voldoende «rijp» om in de Nederlandse krijgsmacht te worden ingevoerd; deze beoordeling wordt bevestigd door soortgelijke stappen in andere landen.
18
Acht het kabinet het wenselijk dat Nederland internationaal kan deelnemen op hoog geweldsniveau?
Zoals gesteld in de Prinsjesdagbrief van 16 september 2003 (Kamerstuk 29 200 X, nr. 4) en opnieuw in de Actualiseringsbrief van 2 juni 2006 (Kamerstuk 30 300 X, nr. 107) is het één van de ambities van Defensie een kwalitatief en technologisch hoogwaardige bijdrage te leveren aan internationale operaties in alle delen van het geweldsspectrum. Daarbij hoort uiteraard ook het hogere deel van het geweldsspectrum.
De hedendaagse operaties onderscheiden zich overigens niet langer door afgebakende faseringen van de geweldsniveaus. Ook tijdens vredesbewa-rende of wederopbouwmissies kan het geweldsniveau snel en sterk fluctueren. Een plotselinge (lokale) escalatie naar een hoog geweldsniveau behoort zeer wel tot de mogelijkheden, zo wijst de praktijk uit. De krijgsmacht moet daarop zijn voorbereid.
21
Worden ook andere Europese alternatieven dan de samenwerking met de
Fransen overwogen? Wordt bovendien aansluiting gezocht bij eventuele
initiatieven op het gebied van onbemande vliegtuigen door het Europese Defensie Agentschap?
Defensie zoekt onafgebroken naar mogelijkheden voor internationale samenwerking. Hiertoe onderhoudt zij contacten in diverse landen. In de Navo en de EU zijn er diverse projecten gaande die verband houden met onbemande systemen. Een voorbeeld is de vergroting van de interoperabiliteit tussen de diverse systemen. Nederland neemt actief aan deze projecten deel.
22
In hoeverre vormen wet- en regelgeving een belemmering voor de inzet van UAV’s in het Nederlandse luchtruim? Welke oefenmogelijkheden zijn er in Nederland?
Onder de huidige omstandigheden kan in het nationale luchtruim zeer beperkt met UAV’s worden geopereerd. In samenwerking met het ministerie van Verkeer en Waterstaat zal voor UAV’s de toegang tot het luchtruim stapsgewijs worden uitgebreid. Hiertoe is recent een convenant gesloten. In Nederland gelden oefenbeperkingen voor alle vliegtuigsystemen, vandaar dat veel gebruik wordt gemaakt van oefenmogelijk-heden in het buitenland. Dit zal ook gaan gelden voor UAV-systemen. De stationering van MALE UAV’s in Nederland zal bovendien moeten voldoen aan de regelgeving op het gebied van milieuen natuurbescherming. Hierover zal met de betrokken ministeries worden overlegd.